Call registreren
Het proces voor het registreren van een call bestaat uit de volgende activiteiten:
- Het definiëren van een call.
- Het zoeken naar de beste responsperioden en het beste factuurinterval.
- Het bepalen van de prioriteit van de call.
- Het berekenen van verschillende datums en tijden.
- Het controleren van de blokkeringsredenen voor de call (indien aanwezig).
U kunt de sessie Call (tsclm1100m000) gebruiken om nieuwe calls te registreren en alle callgegevens te verwerken, waaronder algemene gegevens, relatiegegevens, routinggegevens en diagnosegegevens.
Om een call te registreren, voert u de sessie Call (tsclm1100m000) uit en voert u de volgende gegevens in:
- Voer de verkopen-aan relatie in. Wanneer u een nieuwe call registreert, meldt LN de calls die eerder zijn geregistreerd voor de verkopen-aan relatie, de installatiegroep of het seriedragende artikel. LN geeft aan of de calls zijn gereedgemeld, in verwerking zijn of door andere callnemers voor de klant zijn geregistreerd. Om het zoeken naar bestaande calls te beheren, kunt u de parameters Zoeken op basis van in de sessie Parameters calls (tsclm0100m000) instellen.
- LN controleert eventuele blokkeringen voor de verkopen-aan relatie op basis van de parameter voor orderblokkering in de sessie Parameters calls (tsclm0100m000) .
- Voer de installatiegroep in waarvoor de call is geplaatst.
- Voer de artikelcode in waarvoor de call is geregistreerd.
- Voer het serienummer in van het artikel waarvoor de call is geplaatst. U kunt dit serienummer selecteren in de sessie Seriedragende artikelen (tscfg2100m000). Deze sessie bevat ook gegevens zoals de code en de omschrijving van het artikel, de installatiegroep, de relatie en de artikelgroepering. U kunt alleen een seriedragend artikel van de geselecteerde installatiegroep selecteren.
- Als de kosten voor het oplossen van de call worden gedekt door een servicecontract of garantie, toont LN een melding om u hiervan op de hoogte te stellen.
- Voer op het veld Omschrijving een korte omschrijving in van het probleem dat door de klant is gemeld. Meer gegevens kunt u op het veld Opmerkingen invoeren.
- Op het veld Gemeld probleem kunt u een probleemcode invoeren. Als de symptomen zijn veroorzaakt door een bekend en vastgelegd probleem, kunt u het probleem selecteren in de sessie Problemen (tsclm3130m000) .
- Voer de callgroep in. U kunt callgroepen definiëren in de sessie Callgroepen (tsclm0150m000).
- U kunt desgewenst het selectievakje Urgent en/of het selectievakje Bad fix inschakelen.
- Voer de factuurgegevens in, zoals de factureren-aan relatie en het factuurinterval. LN haalt het factuurinterval op dat voor de verkopen-aan relatie is gedefinieerd in de sessie Parameters calls (tsclm0100m000). U kunt het factuurinterval ook selecteren in de sessie Factuurintervallen (tsclm0170m000).
- Als de call is overgezet naar Serviceorderbeheer, moet u gegevens invoeren over de supportafdeling en de supportmedewerker.
- Klik op Opslaan om de call te registreren. LN genereert een callnummer voor de geregistreerde call en wijzigt de callstatus in Geregistreerd.