Werklastbeheersing, een uitgebreid voorbeeld
Een bepaalde afdeling produceert zes planartikelen. Als de werklast te groot wordt vanwege capaciteitsbeperkingen, wordt deze verdeeld over de planperioden door middel van een achterwaartse planning.
De parameterinstelling in de sessie Prestatie-indicatoren werklastbeheersing (cpwlc2520m000) bepaalt van welk artikel het productievolume het eerst wordt toegekend aan een bepaalde planperiode en welk productievolume naar een eerdere periode moet worden verschoven.
Dit onderwerp bevat voorbeelden van de volgende parameterinstellingen:
-
Voorbeeld 1: Prioriteit planartikel
De productie van het planartikel met de hoogste prioriteit wordt het eerst toegekend. Als de productiecapaciteit van een planperiode wordt overschreden, worden de productievolumes naar de voorgaande periode verschoven. Zie voor meer informatie Voorbeeld 1: Prioriteit planartikel -
Voorbeeld 2: Volume x kosten
Het planartikel waarvan het productievolume met de hoogste waarde bij de vorige planningsstap is verschoven, wordt het eerst toegekend. Als de productiecapaciteit van een planperiode wordt overschreden, worden de productievolumes naar de voorgaande periode verschoven. Zie voor meer informatie Voorbeeld 2: Verschoven volume x kosten.
Voorbeeld 1: Prioriteit planartikel
De productie van het planartikel met de hoogste prioriteit wordt het eerst toegekend. Als de productiecapaciteit van een planperiode wordt overschreden, worden de productievolumes van andere planartikelen verschoven.
Instellingen
De volgende parameterinstellingen worden gebruikt:
Achteruitplanningsregel | = Verschoven volume |
Materiaalkosten meenemen | = Nee |
Productiekosten meenemen | = Nee |
Prioriteit artikel meenemen | = Alleen |
De regel voor achterwaartse planning Verschoven volume wordt overruled door de instelling van de parameter Prioriteit artikel meenemen.
Relevante artikelgegevens:
Artikel | Prioriteit |
---|---|
A | Zeer laag |
B | Gemiddeld |
C | Hoog |
D | Laag |
E | Gemiddeld |
F | Gemiddeld |
De planartikelen worden altijd gepland in de volgorde: C - (B, E of F) - D - A.
U definieert de prioriteit van een planartikel op het veld Prioriteit in de sessie Artikelen - planning (cprpd1100m000).
Ideaal plan
Bij de eerste planningsstap worden de capaciteitsbeperkingen genegeerd. Dat plan ziet er als volgt uit:
Artikel | Periode 1 | Periode 2 | Periode 3 | Periode 4 |
---|---|---|---|---|
A | 40 | - | - | - |
B | 30 | 70 | 30 | - |
C | - | - | 50 | - |
D | - | - | 10 | 110 |
E | - | - | - | 15 |
F | - | - | - | 35 |
Totaal | 70 | 70 | 90 | 160 |
De beschikbare capaciteit geeft aan dat het totale productievolume in elke planperiode 100 is.
Het plan in periode 4 aanpassen
De capaciteit in periode 4 wordt met 60 overschreden.
In periode 4 is alleen voor de planartikelen D, E en F een productievolume aanwezig. Deze planartikelen worden gepland in de volgorde: (E of F) - D.
Dit betekent:
- Eerst wordt het productievolume van de artikelen E en F gepland in periode 4. Hierna blijft productiecapaciteit over voor een productievolume van 50 (= 100 - 15 - 35).
- Vervolgens wordt het productievolume van artikel D gepland, maar in periode 4 kan slechts een volume van 50 worden gepland. Het resterende volume van 60 wordt achteruit verschoven naar periode 3.
- In periode 3 was al een volume van 10 gepland voor artikel D. Samen met het verschoven volume van periode 4, komt het volume van periode 3 hiermee op 70.
Dat plan ziet er als volgt uit:
Artikel | Periode 1 | Periode 2 | Periode 3 | Periode 4 |
---|---|---|---|---|
A | 40 | - | - | - |
B | 30 | 70 | 30 | - |
C | - | - | 50 | - |
D | - | - | 70 | 50 |
E | - | - | - | 15 |
F | - | - | - | 35 |
Totaal | 70 | 70 | 150 | 100 |
Het plan in periode 3 aanpassen
De capaciteit in periode 3 wordt met 50 overschreden.
Voor de planartikelen B, C en D is een productievolume in periode 3 aanwezig. Deze planartikelen worden gepland in de volgorde: C-B-D.
Dit betekent:
- Eerst wordt het productievolume van artikel C gepland in periode 3. Hierna blijft productiecapaciteit over voor een productievolume van 50 (= 100 - 50).
- Vervolgens wordt het productievolume van artikel B gepland. Hierna blijft productiecapaciteit over voor een productievolume van 20 (= 100 - 50 - 30).
- Vervolgens wordt het productievolume van artikel D gepland, maar in periode 3 kan slechts een volume van 20 worden gepland. De resterende 50 wordt achteruit verschoven naar periode 2.
Dat plan ziet er als volgt uit:
Artikel | Periode 1 | Periode 2 | Periode 3 | Periode 4 |
---|---|---|---|---|
A | 40 | - | - | - |
B | 30 | 70 | 30 | - |
C | - | - | 50 | - |
D | - | 50 | 20 | 50 |
E | - | - | - | 15 |
F | - | - | - | 35 |
Totaal | 70 | 120 | 100 | 100 |
Het plan in periode 2 aanpassen
De capaciteit in periode 2 wordt met 20 overschreden.
Voor de planartikelen B en D is een productievolume in periode 2 aanwezig. Deze planartikelen worden gepland in de volgorde: B-D.
Een gedeelte van het productievolume van artikel D wordt verschoven naar periode 1.
Dat plan ziet er als volgt uit:
Artikel | Periode 1 | Periode 2 | Periode 3 | Periode 4 |
---|---|---|---|---|
A | 40 | - | - | - |
B | 30 | 70 | 30 | - |
C | - | - | 50 | - |
D | 20 | 30 | 20 | 50 |
E | - | - | - | 15 |
F | - | - | - | 35 |
Totaal | 90 | 100 | 100 | 100 |
Voorbeeld 2: Verschoven volume x kosten
Het planartikel waarvan het productievolume met de hoogste waarde bij de vorige planningsstap is verschoven, wordt het eerst toegekend. Als de productiecapaciteit van een planperiode wordt overschreden, worden de productievolumes van andere planartikelen verschoven. De waarde van het productievolume wordt gedefinieerd als (kosten per eenheid x verschoven productievolume).
Instellingen
De volgende parameterinstellingen worden gebruikt:
Achteruitplanningsregel | = Verschoven volume |
Materiaalkosten meenemen | = Ja |
Productiekosten meenemen | = Nee |
Prioriteit artikel meenemen | = Nee |
Ideaal plan
Bij de eerste planningsstap worden de capaciteitsbeperkingen genegeerd. Dat plan ziet er als volgt uit:
Artikel | Periode 1 | Periode 2 | Periode 3 | Periode 4 |
---|---|---|---|---|
A | 40 | - | - | - |
B | 30 | 70 | 30 | - |
C | - | - | 50 | - |
D | - | - | 10 | 110 |
E | - | - | - | 15 |
F | - | - | - | 35 |
Totaal | 70 | 70 | 90 | 160 |
De beschikbare capaciteit geeft aan dat het totale productievolume in elke planperiode 100 is.
Het plan in periode 4 aanpassen
De capaciteit in periode 4 wordt met 60 overschreden.
Relevante artikelgegevens voor planperiode 4:
Artikel | A | B | C | D | E | F |
---|---|---|---|---|---|---|
Verschoven volume | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Materiaalkosten ($) | 60 | 30 | 80 | 4 | 10 | jan. |
Verschoven volume x Kosten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Productievolume in periode 4 | 0 | 0 | 0 | 110 | 15 | 35 |
Aan het begin van de achteruitplanning is het verschoven volume voor alle planartikelen nul. In dat geval gebruikt LN het productievolume om te bepalen welke artikelen het eerst moeten worden gepland.
De planartikelen worden gepland in de volgorde: D-F-E. Dit betekent:
- Eerst wordt het productievolume van artikel D gepland in periode 4.
- Een volume van 100 kan in periode 4 worden gepland; het resterende volume wordt achteruit verschoven naar periode 3.
- De productievolumes van artikel E en F worden ook naar periode 3 verschoven.
Dat plan ziet er als volgt uit:
Artikel | Periode 1 | Periode 2 | Periode 3 | Periode 4 |
---|---|---|---|---|
A | 40 | - | - | - |
B | 30 | 70 | 30 | - |
C | - | - | 50 | - |
D | - | - | 20 | 100 |
E | - | - | 15 | - |
F | - | - | 35 | - |
Totaal | 70 | 70 | 150 | 100 |
Het plan in periode 3 aanpassen
De capaciteit in periode 3 wordt met 50 overschreden.
Relevante artikelgegevens voor periode 3:
Artikel | A | B | C | D | E | F |
---|---|---|---|---|---|---|
Verschoven volume | 0 | 0 | 0 | 10 | 15 | 35 |
Materiaalkosten ($) | 60 | 30 | 80 | 4 | 10 | jan. |
Verschoven volume x Kosten | 0 | 0 | 0 | 40 | 150 | 35 |
Productievolume in periode 3 | 0 | 30 | 50 | 20 | 15 | 35 |
De planartikelen die al zijn verschoven, worden gepland in volgorde van (verschoven volume x kosten): E-D-F. De andere planartikelen worden gepland in volgorde van productievolume: C-B-A.
Dat plan ziet er als volgt uit:
Artikel | Periode 1 | Periode 2 | Periode 3 | Periode 4 |
---|---|---|---|---|
A | 40 | - | - | - |
B | 30 | 100 | - | - |
C | - | 20 | 30 | - |
D | - | - | 20 | 100 |
E | - | - | 15 | - |
F | - | - | 35 | - |
Totaal | 70 | 120 | 100 | 100 |
Het plan in periode 2 aanpassen
De capaciteit in periode 2 wordt met 20 overschreden.
Relevante artikelgegevens voor periode 2:
Artikel | A | B | C | D | E | F |
---|---|---|---|---|---|---|
Verschoven volume | 0 | 30 | 20 | 0 | 0 | 0 |
Materiaalkosten ($) | 60 | 30 | 80 | 4 | 10 | jan. |
Verschoven volume x Kosten | 0 | 900 | 1600 | 0 | 0 | 0 |
Productievolume in periode 2 | 0 | 100 | 20 | 0 | 0 | 0 |
De planartikelen die al zijn verschoven, worden gepland in volgorde van (verschoven volume x kosten): C-B.
Een gedeelte van het productievolume van artikel B wordt verschoven naar periode 1.
Dat plan ziet er als volgt uit:
Artikel | Periode 1 | Periode 2 | Periode 3 | Periode 4 |
---|---|---|---|---|
A | 40 | - | - | - |
B | 50 | 80 | - | - |
C | - | 20 | 40 | - |
D | - | - | 20 | 100 |
E | - | - | 15 | - |
F | - | - | 35 | - |
Totaal | 90 | 100 | 100 | 100 |