Call (tsclm1100m000)

De naam van degene die het probleem meldt.

Het telefoonnummer van de contactpersoon van de klant.

De code van de verkopen-aan relatie voor wie u de call verwerkt.

Indien dit selectievakje is ingeschakeld, wordt de call geblokkeerd.

De installatiegroep waarbij het callgerelateerde artikel hoort.

De naam van de installatiegroep.

Het artikel waaraan de call is gerelateerd.

Het serienummer van het artikel waaraan de call is gerelateerd.

Indien dit selectievakje is ingeschakeld, vallen de oplossingskosten van de call onder een garantie.

Het serienummer van de relatie.

Een korte omschrijving van het probleem van de call.

Een gedetailleerde omschrijving van het probleem.

De adrescode van het artikel waaraan de call is gerelateerd.

Adresgegevens uit de sessie Adressen (tccom4130s000).

Het gemelde probleem. Wordt geselecteerd in de sessie Problemen (tsclm3130m000).

Een categorie waarmee calls voor geselecteerde doeleinden worden gegroepeerd.

Een tweede code voor calls om duidelijker dan in Callgroep 1 onderscheid te maken tussen de verschillende callcategorieën.

De prioriteit van het gemelde probleem die door de callnemer in een lijst met waarden in de sessie Prioriteiten (tcmcs0170m000) wordt geselecteerd.

De code van het TAT-document dat is gekoppeld aan de call.

De omschrijving of naam van de code.

Infor LN schakelt dit selectievakje in als er een TAT-document is gekoppeld aan het contract dat is opgegeven voor Artikel zoeken of Serienummer. De TAT-gegevens van het TAT-document dat is gekoppeld aan dat contract, worden gekopieerd naar het TAT-document dat wordt aangemaakt voor de call.

De reactietijd.

De starttijd van de oplossing.

De eindtijd van de oplossing.

De kalender die wordt opgehaald uit de sessie Responstypen (tsclm0120m000) en die wordt gebruikt voor de berekening van de starttijd van de oplossing en de eindtijd van de oplossing.

De datum waarop een eventuele garantieovereenkomst tussen de klant en de serviceorganisatie vervalt.

De identificatiecode van de call. Deze code wordt gebruikt voor interne referentie en directe contacten.

Indien dit selectievakje is ingeschakeld, wordt de call als urgent beschouwd.

Indien dit selectievakje is ingeschakeld, wordt de call als een bad fix beschouwd.

Status

Gebruik de pijlknoppen om eventuele eerdere opmerkingen over deze call weer te geven.

Het referentienummer van de call van de relatie. Wordt gebruikt voor urgente contacten.

Het medium waarmee de call van de relatie is ontvangen.

Het aantal bijlagen dat aan de call is gerelateerd.

Een unieke alfanumerieke code die een contactpersoon identificeert.

Het telefoonnummer van de relatie.

Het land waarin de relatie zich bevindt.

De code van de taal waarin de relatie zakendoet.

De taal waarin de relatie zakendoet.

De relatie die voor de kosten van de call wordt gefactureerd.

De naam van de factureren-aan relatie.

De adrescode van de factureren-aan relatie.

De code van de contactpersoon van de factureren-aan relatie.

Het telefoonnummer van de contactpersoon van de factureren-aan relatie.

De code van het gebruikte factuurinterval.

De omschrijving van het geselecteerde factuurinterval.

De valuta waarin de factureren-aan relatie zakendoet.

Indien dit selectievakje is ingeschakeld, is er factuurtekst aanwezig.

Indien dit selectievakje is ingeschakeld, is er een factuur aangemaakt.

De code van de relatie die de oplossing van de call betaalt.

De naam van de relatie die de oplossing van de call betaalt.

De adrescode van de betalen-door relatie.

De code van de contactpersoon van de betalen-door relatie.

Het telefoonnummer van de contactpersoon van de betalen-door relatie.

Het callcenter waar de call is geregistreerd.

De gebruiker die de call registreert.

De datum en tijd waarop de call is ontvangen en geregistreerd.

Als de call is afgeleid van een eerdere (parent-)call, wordt de code van die call hier weergegeven.

Als er een vervolgcall (child-call) van een klant is ontvangen, wordt de code van die call hier weergegeven.

De supportafdeling waaraan de call door het callcenter is toegewezen.

De supportmedewerker aan wie de call is toegewezen.

De serviceafdeling waaraan door het support-center de activiteit is toegewezen die voor de oplossing van de call moet worden uitgevoerd.

De code van de hoofdrouting voor de call. Als voor deze call een serviceorder wordt gegenereerd, worden referentieactiviteiten gegenereerd die worden gekoppeld aan de default routingoptie die voor deze hoofdrouting is gedefinieerd.

De code van de servicemedewerker aan wie de serviceorder is toegewezen.

Het serviceorder nummer dat wordt aangemaakt als de call naar Serviceorderbeheer wordt overgezet.

Het nummer van de serviceorderofferte dat aan de call is gekoppeld. Klik op Offerte aanmaken om een serviceorderofferte aan te maken.

De Field Change Order (FCO) die aan de call is gekoppeld. Als voor een artikel een FCO aanwezig is, vraagt LN de gebruiker de FCO te koppelen aan de call en wordt de sessie Field Change Orders (tssoc5100m000) geopend zodat de gebruiker de FCO kan selecteren.

De regels van de Field Change Order. Als de regel van de Field Change Order aan een call is gekoppeld, kunt u de FCO-regel overzetten naar een serviceorder. De FCO-regel wordt bijgewerkt met de serviceordergegevens wanneer u de call overzet naar een serviceorder. U kunt de call alleen oplossen als u de call overzet naar een order voor service op locatie.

De overeenkomst tussen de serviceorganisatie en de subcontractor.

De naam van de uitbestedingsovereenkomst.

De relatie waarbij u goederen of diensten bestelt. Meestal is dit een verkoopafdeling bij de leverancier. De definitie omvat de default prijs- en kortingsovereenkomsten, defaults voor inkooporders, leveringsvoorwaarden en de gerelateerde verzenden-van en factureren-door relatie.

De naam van de relatie.

Het adres van de kopen-van relatie.

De relatie die de bestelde goederen verzendt naar uw organisatie. Dit is meestal een distributiecentrum of magazijn van de leverancier. De definitie omvat het default magazijn waar u de goederen wilt ontvangen, of u de goederen wilt inspecteren, de vervoerder die zorgt voor het transporteren en de gerelateerde kopen-van relatie.

Het adres van de verzenden-van relatie.

De code van de responstijd.

De naam of omschrijving van de responstijd.

De prioriteit die bij registratie aan de call is toegewezen op basis van de eerste resterende tijd voor de oplossing van de call. Deze prioriteit is geselecteerd uit een reeks waarden in de sessie Prioriteittijdschaal (tsclm0124m000).

De soort dekking dat wordt gebruikt om de reservering voor de dekking onder de garantie of het contract te bepalen.

De huidige prioriteit van de call die wordt bepaald door de werkelijke resterende tijd en de waarden die in de sessie Prioriteittijdschaal (tsclm0124m000) zijn gedefinieerd.

Extra informatie waarmee het probleem wordt beschreven.

Eventuele extra informatie ten behoeve van de werkelijke oplossing die niet beschikbaar was bij de verwachte oplossing.

Het probleem dat door de supportmedewerker is beoordeeld en geclassificeerd.

De oplossing die door de supportmedewerker voor het verwachte probleem is vastgesteld.

De vereiste activiteit die in de sessie Referentieactiviteiten (tsacm1101m000) is geselecteerd.

De geplande duur voor het oplossen van het gemelde probleem.

De tijdseenheid waarin de duur van de oplossing wordt uitgedrukt. De tijdseenheid voor de duur wordt gedefinieerd in de sessie Algemene parameters Service (tsmdm0100m000).

De vroegste datum en tijd waarop de servicemedewerker kan starten met het oplossen van het Gemeld probleem.

De laatste datum en tijd waarop de servicemedewerker het Gemeld probleem kan oplossen.

Het werkelijke probleem dat door de servicemedewerker of supportmedewerker is vastgesteld.

De uiteindelijke oplossing waarmee de servicemedewerker of supportmedewerker het werkelijke probleem heeft opgelost.

De activiteit die is uitgevoerd om het probleem op te lossen.

De totale hoeveelheid tijd die de supportmedewerker aan de oplossing van de call heeft besteed. Deze waarde, die beïnvloed wordt door de beperkingen van het factuurinterval, wordt gebruikt voor de facturering van de relatie.

De werkelijke storingstijd die door de supportmedewerker is geregistreerd.

De tijd die de supportmedewerker heeft om het Gemeld probleem op te lossen.

werkelijke resterende tijd = (eerste tijd) - (verstreken tijd)
				

De totale tijd die de supportmedewerker heeft om het Gemeld probleem op te lossen.

                     Eerste resterende tijd = Laatste starttijd oplossing/Laatste eindtijd oplossing - Reactietijd
                  

Indien dit selectievakje is ingeschakeld, heeft de callnemer of supportmedewerker een afspraak met de klant.

De tijd waarop de call aan de supportmedewerker is toegewezen.

De tijd waarop de status van de call is gewijzigd in Opgelost.

De datum en tijd waarop de call wordt uitgevoerd.

Indien dit selectievakje is ingeschakeld, heeft de gebruiker (de callnemer, supportmedewerker of servicemedewerker) de status van de call op Wachten gezet om meer tijd voor de oplossing te hebben.

De reden waarom de call van de status Wachten is voorzien.

De default afbeelding van het standaardartikel die wordt opgehaald uit de sessie Artikelen (tcibd0501m000).

De default afbeelding van het seriedragende artikel die wordt opgehaald uit de sessie Seriedragende artikelen (tscfg2100m000).

De afbeelding van het defecte artikel. U kunt de afbeelding van het defecte artikel die door de klant opgestuurd is, toevoegen.