Referentiebewerking - gereedschappen (tirou4151m000)

Deze sessie kunt u gebruiken om gereedschappen per referentiebewerking te beheren.

 

Referentiebewerking

De ID van de referentiebewerking.

Machinesoort

De ID van de machinesoort die wordt gebruikt voor de bewerking.

Vestiging

De vestiging waaraan de bewerking en het gereedschap zijn gekoppeld.

Afdeling

De afdeling waar de bewerking wordt uitgevoerd.

Volgnummer

Het nummer dat wordt gebruikt om een gegevensrecord of een stap in een aantal opeenvolgende activiteiten aan te duiden. Volgnummers worden gebruikt in vele contexten. LN genereert doorgaans het volgnummer voor het volgende artikel of de volgende stap. Afhankelijk van de context kunt u dit nummer overschrijven.

Gereedschapsset

Een verzameling van specifieke gereedschappen die nodig is voor het uitvoeren van één taak. Een gereedschapsset kan worden gekoppeld aan een machine, taak en/of routingbewerking, om het benodigde gereedschap op te geven voor het uitvoeren van de taak en/of bewerking.

Gereedschap

De gereedschapssoort is het eerste niveau dat wordt gebruikt voor de identificatie van het coderingssysteem voor gereedschappen.

Enkele voorbeelden van gereedschapssoorten zijn:

  • Hamer.
  • Schroevendraaier.
  • Kruiwagens.

Hamer 1, schroevendraaier 2 en kruiwagen 3 zijn voorbeelden van de combinatie van een gereedschapssoort en een gereedschapsnummer, en vertegenwoordigen unieke gereedschappen.

Gereedschapsnummer

Een nummer dat wordt toegekend ter identificatie van een gereedschap. De combinatie van een gereedschapssoort (bijvoorbeeld hamer) en een gereedschapsnummer (bijvoorbeeld 1) is uniek en vormt een unieke gereedschapscode in LN.

In gereedschapsplanning gebruiken

Indien dit selectievakje is ingeschakeld, wordt het geselecteerde gereedschap gebruikt in