De ID van het product.
Bewerkingen jobshop-routing (tirou4101m000)Deze sessie kunt u gebruiken om jobshop-routingbewerkingen te beheren. Deze sessie toont de gegevens uit de volgende sessies: NB Als u deze sessie wilt gebruiken, moet de parameter Jobshop per vestiging in de sessie Geïmplementeerde software-componenten (tccom0100s000) zijn ingesteld op Actief of In voorbereiding.
Product De ID van het product. Routing De volgorde van de bewerkingen die nodig is voor de productie van een artikel. Voor elke bewerking worden de taak, machine en afdeling opgegeven, alsmede de omstel- en cyclustijd. Revisie De routing revisie waarop de gerelateerde routingbewerking van toepassing is. Status De status van de routing. Ingangsdatum De datum waarop de routing geldig wordt. Routinghoeveelheid De hoeveelheid van het product waarvoor de routing wordt gebruikt. Minimumhoeveelheid De minimale hoeveelheid van het product waarvoor de routing wordt gebruikt. Maximumhoeveelheid De maximale hoeveelheid van het product waarvoor deze routing wordt gebruikt. Activiteit Een activiteit die relevant is voor de planning van een routing. Orderlooptijd De productietijd van een artikel uitgedrukt in uren of dagen, gebaseerd op de doorlooptijdelementen die zijn gedefinieerd in de routingbewerkingen. U kunt de orderlooptijd bepalen door te klikken op Doorlooptijd bijwerken... in het menu van deze sessie of op Berekende orderlooptijd bijwerken in de detailsessie Artikel - productie (tiipd0101m000). NB
Bewerking De bewerkings-ID. Vervolgbewerking Als u een netwerkrouting hebt gedefinieerd, moet de opgegeven bewerking op dit veld worden uitgevoerd na de huidige bewerking. Referentiebewerking De ID van de referentiebewerking. Machinesoort referentiebewerking De code van de machinesoort waarop de bewerking wordt uitgevoerd. NB U kunt een of meer machinesoorten per referentiebewerking invoeren. Vestiging referentiebewerking De code van de vestiging waar de referentiebewerking wordt uitgevoerd. NB Als de vestiging eigen instellingen hanteert voor de bewerkingen, moet de ID worden opgegeven. Afdeling referentiebewerking De code van de afdeling waar de bewerking wordt uitgevoerd. NB Alleen van toepassing op afdelingen waaraan geen machines zijn gekoppeld. Machinesoort De machinesoort die tijdens de productie wordt gebruikt. Afdeling Een productiegebied dat uit een of meer mensen en/of machines bestaat en als één geheel wordt beschouwd. Een afdeling dient voor capaciteitsbehoefteplanningen en detailplanningen. Vestiging afdeling De code van de vestiging waartoe de afdeling behoort. Omsteltijd De tijd die nodig is voor de omstelling van een machine voordat een bewerking kan worden uitgevoerd. De omsteltijd kan lang zijn indien u overgaat van bijvoorbeeld zwarte verf naar witte. De omsteltijd kan kort zijn indien u overgaat van bijvoorbeeld witte verf naar gele. De omsteltijd moet een gemiddelde zijn van alle mogelijke omsteltijden. Cyclustijd De (gemiddelde) tijd tussen het gereedkomen van twee afzonderlijke producten. Bij een assemblagesnelheid van bijvoorbeeld 120 motoren per uur is de tijd tussen het gereedkomen van twee opeenvolgende motoren 30 seconden. De cyclustijd is ook gelijk aan de tijd dat een product op dezelfde plaats van een assemblagelijn blijft of de tijd dat er binnen een werkstation een bewerking op een artikel wordt uitgevoerd (exclusief de omsteltijd). Zoom naar de sessie Normtijd berekenen (tirou0230m000) om de productiesnelheid te berekenen. Productiesnelheid Het aantal eenheden waarvoor de taak kan worden uitgevoerd per tijdseenheid (per uur of per minuut, afhankelijk van de waarde van het veld Tijdseenheid productiesnelheid in de sessie Parameters basisgegevens jobshop (tirou0100m000)), voor een combinatie van een x-aswaarde en een y-aswaarde uit een normtabel. U kunt de productiesnelheid op twee manieren berekenen:
NB Als het selectievakje Productiesnelheden gebruiken in de sessie Parameters basisgegevens jobshop (tirou0100m000) is uitgeschakeld, kunt u dit veld niet wijzigen. Aantal machines Het aantal machines dat tijdens de productie wordt gebruikt. Verwerkingstijd De totale productietijd die nodig is om de bewerking uit te voeren. Arbeidsresources voor omstelling (FTE) Het aantal manuren dat nodig is voor omstelling van de productie. Arbeidsresources voor productie (FTE) Het aantal manuren dat nodig is voor productie. Buffertijd De tijd dat een order op een afdeling aanwezig is voordat er een omstelling of bewerking voor wordt uitgevoerd. De buffertijd dient voor het berekenen van doorlooptijden en wordt uitgedrukt in dagen of uren. De dagen of uren moeten geïnterpreteerd zijn als dagen en uren in de werktijdenkalender die aan de afdeling is gekoppeld. Als het veld Tijdseenheid op Dagen staat, rondt LN de ingevoerde waarden van de doorlooptijd af op gehele getallen. Wachttijd De tijd dat een order op een afdeling blijft nadat een bewerking is gereedgemaakt . LN plant geen wachttijden volgens een specifieke kalender. De planning van de wachttijd is gebaseerd op 7 dagen per week en 24 uur per dag. Een typisch voorbeeld is de tijd die na het verven nodig is voor het drogen. Als LN de start- en eindtijden van geplande orders berekent op basis van de routing, houdt LN rekening met de wachttijd. De wachttijd wordt uitgedrukt in dagen of uren. Dit zijn geen kalender-dagen of -uren. Er wordt uitgegaan van 24 uur per dag en 7 dagen per week. Als het veld Tijdseenheid op Dagen staat, rondt LN de ingevoerde waarden van de doorlooptijd af op gehele getallen. De planningsbuffer die ontstaat door de wachttijd, maakt het mogelijk een speling in te bouwen tussen opeenvolgende bewerkingen. Hierdoor kunt u met bewerkingen schuiven als de planning moet worden aangepast. NB Dit veld is niet toegankelijk als het veld Afdelingssoort is ingesteld op Kostprijscalculatie, Lijnstation of Buffer. Verplaatsingstijd De tijd die nodig is om een halffabricaat van de ene bewerking naar de andere te verplaatsen. Na de laatste bewerking is de verplaatsingstijd de tijd die nodig is om het eindproduct naar het magazijn over te zetten. De verplaatsingstijd is een van de doorlooptijd-elementen waarmee LN plant met gebruikmaking van een bepaalde kalender. Als het veld Tijdseenheid op Dagen staat, rondt LN de ingevoerde waarden van de doorlooptijd af op gehele getallen. Tijdseenheid De tijdseenheid waarin de Wachttijd en de Buffertijd worden uitgedrukt. De tijdseenheid van de subafdeling kan gelijk zijn aan de tijdseenheid van de bijbehorende hoofdafdeling. Als de tijdseenheid betrekking heeft op de buffertijd, moeten Dagen en Uren worden geïnterpreteerd als dagen en uren in de werktijdentabel die aan de afdeling is gekoppeld. Heeft de tijdseenheid betrekking op de wachttijd, dan wordt er geen kalender gebruikt. Er wordt dan uitgegaan van 24 uur per dag en 7 dagen per week. Toegestane waarden
Batchoverdracht gebruiken Indien dit selectievakje is ingeschakeld, kunt u gaan werken aan een routingbewerking voordat de vorige bewerking is voltooid. Overdrachtshoeveelheid De hoeveelheid van het product die gereed moet zijn voordat de volgende routingbewerking wordt gestart, indien het selectievakje Batchoverdracht gebruiken is ingeschakeld. Vaste omsteltijd De vaste tijd die nodig is om een machine in of om te stellen voor het uitvoeren van een specifieke bewerking. Vaste duur Geeft aan of de productietijd vast is of dat deze afhankelijk is van de orderhoeveelheid. Als de productietijd een vaste duur heeft, is deze gelijk aan de cyclustijd. Als de productietijd geen vaste duur heeft, wordt de cyclustijd met de orderhoeveelheid vermenigvuldigd. Bijvoorbeeld, het bakken van één brood kost 1 uur. Het bakken van 100 broden kost ook 1 uur. Hoeveelheid uitval Materiaalafval ontstaat bijvoorbeeld door het defect raken van componenten of door verliezen tijdens het knippen of zagen. De brutomateriaalbehoefte en/of de invoerhoeveelheid van een bewerking moeten worden vergroot om het verwachte verlies te compenseren. In de stuklijst kunt u het afval invoeren als een percentage van de netto materiaalbehoefte of als een vaste hoeveelheid. Een hoeveelheid afval is bijvoorbeeld de hoeveelheid materiaal die telkens verloren gaat tijdens het testen van materieel. Bij bewerkingen kunt u alleen de hoeveelheid afval vastleggen. Soort opbrengst Bepaalt of en hoe afgekeurde producten uit de productie komen indien het opbrengstpercentage lager is dan 100%. Twee soorten opbrengst zijn aanwezig:
Toegestane waarden Opbrengstpercentage De bruikbare uitvoer van een bewerking, uitgedrukt in een percentage van de invoer. Voorbeeld 1: Tijdens de productie van gloeilampen is het percentage opbrengst van een bewerking 98. Dus op elke 100 gloeilampen zijn er gemiddeld 98 in orde. De overige gloeilampen zijn defect en worden daarom afgevoerd. Voorbeeld 2: Staaldraden worden in elkaar gedraaid om een staalkabel te produceren. Door het draaien wordt de kabel 10% korter dan de draden waaruit de kabel wordt gemaakt. Dus wordt de opbrengst op 90% gezet. Backflushen Indien dit selectievakje is ingeschakeld, worden de materialen en/of uren van de bewerking na de gereedmelding automatisch gebackflusht. Seriedragende artikelen Seriedragende artikelen kunnen alleen worden gebackflusht als in de detailsessie Artikelen - magazijnbeheer (whwmd4500m000) het selectievakje Serienummers in voorraad is uitgeschakeld en het veld Serienummerafgifte registreren tijdens as-built op Ja staat. In alle andere gevallen kunnen seriedragende artikelen niet worden gebackflusht. Bij partijgestuurde seriedragende artikelen is de partij waaruit de artikelen worden gebackflusht, gebaseerd op de uitslagmethode ( LIFO, FIFO) zoals vastgelegd in de detailsessie Artikelen - magazijnbeheer (whwmd4500m000). Telpunt Indien dit selectievakje is ingeschakeld, is de bewerking een telpunt. Uitzonderingen aanwezig Indien dit selectievakje is ingeschakeld, zijn aan deze routing uitzonderingen gekoppeld. Met andere woorden, unit-effectivity is van toepassing op de routing in kwestie. Als u de uitzonderingen van de routing in de module Unit-effectivity verwijdert, wordt het selectievakje uitgeschakeld. NB Voor een standaardrouting kunt u geen uitzonderingen vastleggen. Standaardconfiguratie Indien dit selectievakje is ingeschakeld, maakt de routing deel uit van de standaardconfiguratie van een artikel. De kosten die gerelateerd zijn aan de routing, worden opgenomen in de standaard kostprijs. Als het selectievakje Standaardconfiguratie is uitgeschakeld, maakt de routing geen deel uit van de standaardconfiguratie van een artikel. De kosten die gerelateerd zijn aan de routing, worden niet opgenomen in de standaard kostprijs. De combinatie van de selectievakjes Standaardconfiguratie en Geldig in de sessie Uitzonderingen (tcuef0105m000) geeft aan of de routing wordt gebruikt voor een specifieke effectivity unit.
NB Als er aan de routing uitzonderingen zijn gekoppeld, terwijl u die uitzonderingen niet wilt gebruiken voor bijv. de verkoop van reserveonderdelen of voor een eindproduct dat niet unit effective is, kunt u het selectievakje uitschakelen. DMS bij gereedmelden Indien dit selectievakje is ingeschakeld, wordt de planning van de rechtstreekse levering materiaal (DMS) uitgevoerd bij het gereedmelden van de bewerking. Halffabrikaat Een tussenliggend product in een productieproces dat niet als eindproduct wordt opgeslagen of verkocht, maar rechtstreeks naar de volgende bewerking gaat. Voor uitbestedingen kan een producent een halffabricaat naar een toeleverancier verzenden om werkzaamheden voor het halffabricaat uit te voeren. Dit halffabricaat heeft een eigen artikelcode, die is gedefinieerd in de sessie Basisgegevens artikelen. Nadat de werkzaamheden zijn voltooid, stuurt de toeleverancier het halffabricaat terug naar de producent. Ook dit herbewerkte halffabricaat heeft een eigen artikelcode, die is gedefinieerd in de sessie Basisgegevens artikelen. Magazijn halffabrikaten Het magazijn waaruit het halffabricaat wordt verzonden of waarin het halffabricaat wordt ontvangen. Container Een vorm waarin materiaal wordt opgeslagen of verplaatst. Containermethode Geeft aan hoe artikelen worden verpakt. Zo mag een stapel uit niet meer dan 10 lagen bestaan. Containerhoeveelheid Het aantal artikelen dat in de verpakkingsvorm op elkaar gestapeld is. Aantal kanbans Het aantal kanbans dat in het pullsysteem wordt toegepast. Omschrijving op kanban De omschrijving van de kanban tussen bewerkingen. Deze dient ter identificatie van de kanban. Tekst Indien dit selectievakje is ingeschakeld, is er extra tekst aanwezig.
| |||