Inspectieprotocol assemblage (tiapl1120m000)

Deze sessie kunt u gebruiken om meerdere procesvariabelen te muteren voor een specifieke Bewerking en specifiek lijnstation. U kunt de waarden van de procesvariabele definiëren, zoals de doelwaarde, de ondergrens en de bovengrens. Met behulp van het inspectieprotocol kunt u de kwaliteit van het productieproces inspecteren en de resultaten registreren.

 

Bewerking

De code van de bewerking die aan het lijnstation is gekoppeld.

Lijnstation

De code van het lijnstation waar de bewerking wordt uitgevoerd.

Omschrijving

De omschrijving van het lijnstation.

Volgnummer

Een nummer dat specificaties aanduidt die zijn gedefinieerd voor dezelfde combinatie van lijnstation en bewerking.

Artikel

De code van het te assembleren artikel.

Omschrijving

De omschrijving van het assemblageartikel.

Procesvariabele

De code van de procesvariabele.

Omschrijving

De omschrijving van de procesvariabele.

Norm

De doelwaarde van de procesvariabele.

Eenheid

De eenheid waarin de waarde van de procesvariabele wordt gemeten.

Omschrijving inspectie

De omschrijving van de inspectiemethode.

Soort grens

Selecteer hoe de maatafwijking wordt uitgedrukt.

NB
  • Als Absoluut is geselecteerd, moet u de boven- en ondergrens opgeven. Daarmee worden de over- en onderschrijdingstoleranties berekend.
  • Als Percentage is geselecteerd, moet u de over- en onderschrijdingstolerantie opgeven. Daarmee worden de boven- en ondergrenzen berekend.

Toegestane waarden

Soort grens

Ondergrens

De ondergrens van de procesvariabele als een absolute waarde.

Bovengrens

De bovengrens van de procesvariabele als een absolute waarde.

Ondermarge

De ondergrens van de procesvariabele als een percentage.

Bovenmarge

De bovengrens van de procesvariabele als een percentage.

Registratiesoort

De registratiesoort geeft aan of de resultaten (metingen) moeten worden opgeslagen.

Toegestane waarden

Registratiesoort