Bedrijfsfunctiemodel

Een bedrijfsfunctiemodel wordt opgebouwd uit een selectie van bedrijfsfuncties die oorspronkelijk zijn aangemaakt in de bibliotheek. De aanwezigheid of afwezigheid van bedrijfsfuncties in het bedrijfsfunctiemodel tijdens de implementatiefasen van de LN-software wordt gebruikt om:

  • bedrijfsprocessen te selecteren en te configureren op basis van transformatie-instellingsregels en statische conditie-instellingsregels.
  • de applicatieparameters van LN in te stellen op basis van de parameterinstellingsregels.

Bedrijfsfuncties kunnen in de bibliotheek in een hiërarchische structuur worden vastgelegd. Om deze reden kan een functie ook subfuncties hebben. Deze structuur wordt als hulpmiddel gebruikt bij het vastleggen van de bedrijfsfuncties en hoeft niet te worden gemuteerd wanneer u bedrijfsfuncties importeert in een projectmodel.

Zie de sessie Opties bij invoegen bedrijfsfunctie uit de bibliotheek (tgbrg3270m000).

[...]

Bedrijfsfuncties die in diverse bedrijfsbesturingsdiagrammen worden weergegeven, worden in het bedrijfsfunctiemodel slechts eenmaal weergegeven. Bedrijfsfuncties op het laagste niveau van de hiërarchie zijn implementatievarianten van bedrijfsfuncties. Deze worden bedrijfsfunctievarianten of -opties genoemd.

Bedrijfsfuncties per projectmodel (tgbrg4570m000)

U kunt de sessie Bedrijfsfuncties per projectmodel (tgbrg4570m000) gebruiken om:

  • het bedrijfsfunctiemodel te herstructureren in overeenstemming met de bedrijfsfuncties die in het projectmodel moeten worden gebruikt.
  • de optimalisatierelaties te definiëren. Deze geven aan dat een bepaalde bedrijfsfunctievariant een optimalisatie van een andere bedrijfsfunctievariant is.
  • de optimalisatiefasen te definiëren. Deze geven aan wanneer een bepaalde bedrijfsfunctievariant moet worden geïmplementeerd.

U kunt deze sessie als volgt starten:

In deze sessie kunt u geen bedrijfsfunctiegegevens wijzigen. Dit kan alleen worden gedaan in de sessie Bedrijfsfuncties (tgbrg2500m000) in de bibliotheek. U kunt uitsluitend bedrijfsfuncties vanuit de bibliotheek importeren in het bedrijfsfunctiemodel en een nieuwe hiërarchische structuur instellen.

U kunt als volgt een bedrijfsfunctiemodel aanmaken:

  • Selecteer op het veld Bedrijfsfunctie een bedrijfsfunctie die u wilt opnemen in het bedrijfsfunctiemodel.
  • Vanuit dit veld kunt u zoomen naar de sessie Bedrijfsfuncties (tgbrg2500m000) en een bedrijfsfunctie uit de bibliotheek selecteren.
Sleutelvelden voor de sessie Bedrijfsfuncties per projectmodel (tgbrg4170s000)
VeldOmschrijving
Externe codeU kunt hier een code opgeven die de positie van de betreffende bedrijfsfunctie in relatie tot andere bedrijfsfuncties aangeeft.
Parent-bedrijfsfunctieHier kunt u een bedrijfsfunctie selecteren waaraan de huidige bedrijfsfunctie zal worden gekoppeld en die zich één niveau boven de huidige bedrijfsfunctie bevindt.
WizardU kunt naar de sessie Wizards (tgwzr1500m000) zoomen en een bestaande voorgedefinieerde wizard koppelen aan de bedrijfsfunctie.

 

Opties bij invoegen bedrijfsfunctie uit de bibliotheek (tgbrg3270m000)

Wanneer u een bedrijfsfunctie uit de bibliotheek importeert in een projectmodel, wordt de sessie Opties bij invoegen bedrijfsfunctie uit de bibliotheek (tgbrg3270m000) gestart.

Deze sessie kunt u gebruiken om de aspecten van de bedrijfsfuncties aan te geven die u vanuit de bibliotheek hebt geselecteerd en deze in het bedrijfsfunctiemodel op te nemen.

U kunt als volgt bedrijfsfuncties vanuit de bibliotheek importeren:

  • Schakel het selectievakje Tevens child-bedrijfsfuncties uit bibliotheek invoegen in om de bedrijfsfuncties te importeren die op lagere niveaus aan de bedrijfsfunctie zijn gekoppeld. Zo kopieert u een deel van de bedrijfsfunctiestructuur vanuit de bibliotheek naar het projectmodel.
  • Schakel het selectievakje Bedrijfsfunctie-attributen van bestaande children overschrijven in om de volgende gegevens te overschrijven wanneer u de bedrijfsfunctie importeert in het bedrijfsfunctiemodel:
    • Parent-bedrijfsfunctie
    • Wizard
    • Externe code
  • Schakel het selectievakje Relaties met bestaande children herstellen in om de parent-childrelatie vanuit de bibliotheek naar het bedrijfsfunctiemodel te kopiëren.
  • Klik op Doorgaan.
Optimalisatiefasen per bedrijfsfunctie (tgbrg4535m000)

Gebruik de sessie Optimalisatiefasen per bedrijfsfunctie (tgbrg4535m000) als u één of meer optimalisatiefasen aan een bedrijfsfunctie wilt koppelen.

U kunt deze sessie als volgt starten:

U kunt als volgt een optimalisatiefase aan een bedrijfsfunctie koppelen:

  • Selecteer een bedrijfsfunctie.
  • Klik op Nieuw.
  • Selecteer op het veld Optimalisatiefase de optimalisatiefase om deze te koppelen aan de bedrijfsfunctie.
  • Klik op Opslaan.
Wizards uitvoeren

Wanneer alle relevante bedrijfsfuncties in het bedrijfsfunctiemodel zijn opgenomen, kunt u de parameterwaarden instellen. Dit doet u door de wizards uit te voeren die aan de bedrijfsfuncties zijn gekoppeld.

U kunt de wizards op twee manieren uitvoeren:

  • De eerste optie is het activeren van de Wizard-browser:
    • Klik in het Weergave, Referenties of Acties menu van de sessie Bedrijfsfuncties per projectmodel (tgbrg4570m000) op Wizard-browser.
    • Met deze optie activeert u een browser waarin alle wizards zijn gekoppeld aan de bedrijfsfuncties in het bedrijfsfunctiemodel.

    • U kunt als volgt de hier genoemde wizards uitvoeren:
    • Wanneer een deel van de wizard is uitgevoerd en de antwoorden zijn opgeslagen, verschijnt er een rood vinkje in het Wizard-pictogram.
  • De tweede optie, in de Modeler, is dat u op het Wizard-pictogram onder een bedrijfsfunctie klikt.

Als u de in een boomstructuur aanwezige wizards wilt opvragen die zijn gekoppeld aan de bedrijfsfuncties die in het bedrijfsfunctiemodel zijn opgenomen, moet u in het Weergave, Referenties of Acties menu van de Wizard-browser de optie Alleen wizards weergeven annuleren.

U kunt de uitvoering van een wizard annuleren, zelfs wanneer niet alle stappen zijn voltooid. Wanneer u dit doet, kunt u de reeds gegeven antwoorden op de stappen binnen de wizard opslaan. Als een wizard nog niet volledig is afgesloten, wordt het vinkje over het pictogram in de Wizard-browser geplaatst. Het is daarom belangrijk om te onthouden of een wizard is uitgevoerd zonder dat alle stappen zijn voltooid.

Wizardantwoorden per bedrijf per projectmodel (tgwzr4501m000)

Wanneer u alle wizardstappen hebt uitgevoerd, wordt u de volgende vraag gesteld:

  • Antwoorden op wizardstappen weergeven?
    • Als u op Ja klikt, wordt de sessie Wizardantwoorden per bedrijf per projectmodel (tgwzr4501m000) gestart.

Deze sessie kunt u gebruiken om de oorspronkelijke, door u gegeven antwoorden te wijzigen. Daarnaast kunt u de volledige wizard opnieuw uitvoeren of een bepaalde stap uitvoeren en het gegeven antwoord wijzigen.

U kunt de gegeven antwoorden bij een stap als volgt wijzigen:

  • Selecteer in het veld Antwoord een antwoord op een wizardstap dat het antwoord moet vervangen dat u oorspronkelijk hebt gegeven. De antwoorden waar u uit kunt kiezen, zijn gebaseerd op het domein dat is gekoppeld aan de parameter waarvan u de waarde door de wizard wilt laten instellen.
  • Klik op Opslaan.
NB

Wanneer het selectievakje Toegepast is ingeschakeld, worden de antwoorden op de wizardstappen toegepast op het bedrijfsfunctiemodel. Dit gebeurt echter niet voordat u het bedrijfsfunctiemodel verlaat.

Het bedrijfsfunctiemodel afsluiten

Wanneer u alle relevante bedrijfsfuncties in het bedrijfsfunctiemodel hebt opgenomen en alle wizards hebt uitgevoerd, kunt u het bedrijfsfunctiemodel afsluiten. Op het moment dat u het bedrijfsfunctiemodel afsluit, kunnen, afhankelijk van het soort gegevens dat u hebt gewijzigd, de volgende vragen worden weergegeven:

  • Consistentie controleren?
  • Bedrijfsfunctiemodel omzetten naar procesmodel?
  • Statische condities instellen op basis van regels?
  • Parameters instellen op basis van regels?
  • Parameters naar de database wegschrijven?
  • Wizards toepassen?
  • Parameters naar de database wegschrijven?

Deze vragen verwijzen naar stappen die ook handmatig kunnen worden uitgevoerd. In andere gedeelten worden deze vragen verder toegelicht.

Consistentie projectmodel controleren (tgbrg4220m000)

U kunt als volgt controleren of het bedrijfsfunctiemodel is aangemaakt overeenkomstig de consistentieregels die zijn vastgelegd in de bibliotheek:

  • Start de sessie Consistentie projectmodel controleren (tgbrg4220m000)
  • Klik in het Weergave, Referenties of Acties menu van de sessie Bedrijfsfuncties per projectmodel (tgbrg4570m000) op Consistentie projectmodel controleren om de sessie te starten.

Wanneer u een bedrijfsfunctiemodel aanmaakt, kan het gebeuren dat u consistentiefouten maakt. U kunt bijvoorbeeld vergeten om bedrijfsfuncties op te nemen die volgens de consistentieregels die u in de bibliotheek hebt vastgelegd, zouden moeten worden opgenomen.

De controle wordt uitgevoerd voor de combinatie van de huidige modelleringsversie en het projectmodel. U kunt ook een optimalisatiefase opgeven waarvoor deze controle moet worden uitgevoerd. Indien er geen fase wordt opgegeven, wordt de consistentiecontrole uitgevoerd voor alle optimalisatiefasen die voor het projectmodel zijn gedefinieerd.

Het resultaat van de consistentiecontrole wordt in een berichtenbox weergegeven, terwijl de regels worden afgedrukt naar het door u geselecteerde apparaat. Indien aan een opgegeven regel niet wordt voldaan, wordt het resultaat ook afgedrukt.

Huidige optimalisatiefase instellen

U kunt de sessie Optimalisatiefasen per projectmodel (tgbrg4530m000) als volgt starten:

  • Klik in het Weergave, Referenties of Acties menu van de sessie Bedrijfsfuncties per projectmodel (tgbrg4570m000) op Alle optimalisatiefasen als huidige instellen
  • In deze sessie kunt u alle fasen tegelijkertijd selecteren. Klik hiervoor op Alles selecteren of selecteer één specifieke optimalisatiefase.
    • De door u gemaakte keuze zorgt ervoor dat de sessie Bedrijfsfuncties per projectmodel (tgbrg4570m000) alleen de bedrijfsfuncties weergeeft die zijn gekoppeld aan de optimalisatiefase die u als 'huidige' hebt geselecteerd.
    • Wanneer u op Alles selecteren klikt, worden alle bedrijfsfuncties weergegeven die aan het projectmodel zijn gekoppeld.
Alle optimalisatiefasen als 'huidige' instellen

Ga als volgt te werk in het Weergave, Referenties of Acties menu van de sessie Bedrijfsfuncties per projectmodel (tgbrg4570m000):

  • Selecteer Alle optimalisatiefasen als huidige instellen
  • Ken alle optimalisatiefasen als 'huidige' toe.

Dit houdt in dat alle bedrijfsfuncties in het projectmodel in de sessie Bedrijfsfuncties per projectmodel (tgbrg4570m000) worden weergegeven.