Resultaten verkoopoffertes (tdsls1101m200)

Het aantal dagen waarna de verkoopofferteregel vervalt.

De relatie die goederen of diensten bestelt bij uw organisatie, die de eigenaar is van de configuraties die u onderhoudt of waarvoor u een project uitvoert. Doorgaans de afdeling Inkoop van een klant.

Het documentnummer dat de verkoopofferte identificeert.

Het identificatienummer van de offerteregel.

U kunt meerdere alternatieven voor één offerteregel genereren. De belangrijkste positie krijgt volgnummer nul. Volgnummers 1, 2, 3, enzovoort zijn de alternatieven 1, 2, 3, enzovoort.

De artikelcode van het standaardartikel.

De omschrijving van het artikel.

De status van de offerteregel.

De reden voor acceptatie of afwijzing van de offerteregel.

De laatste dag waarop de offerte geldig is.

De geplande leverdatum voor de offerteregel.

Een ontvangst die onderweg is en die hoort bij een openstaande inkooporder of openstaande productieorder.

De verzenden-aan relatie waarnaar u de goederen verzendt, als de offerte wordt omgezet in een verkooporder.

De adrescode van de verzenden-aan relatie.

Het leveringspunt van de relatie waarop u de artikelen moet afleveren.

De begrotingscode. Als de budgetcode is ingevuld, geldt de offerte voor een begrotingsonderdeel. U moet de begrotingscode van tevoren definiëren in de sessie Begrotingsgegevens (tipcs2140m000).

Het structuurdeel dat is gekoppeld aan het budget.

De activiteit die is gekoppeld aan het budget.

Als u een code voor een alternatief artikel gebruikt, moet u ook een artikelcoderingssysteem opgeven.

Een referentienummer, bijvoorbeeld op een verkooporderregel of een projectleverregel, dat wordt gebruikt om verschillen voor een unit-effective artikel te modelleren.

Een bedrijf dat meedingt naar dezelfde verkooporders. Doorgaans is een concurrent actief in hetzelfde marktsegment als uw bedrijf.

Project

Structuurdeel voor project

Activiteit voor project