| Activeren van boostersAls u een booster activeert, kunt u een gebruiker en een sessie of tabel opgeven. - Indien u voor een sessie een booster wilt activeren voor alle gebruikers, geeft u geen gebruikers op.
- Indien u voor een bepaalde gebruiker een booster wilt activeren voor alle sessies, geeft u geen sessies op.
Dat betekent dat u de volgende mogelijkheden hebt: - Een booster gebruiken voor bepaalde sessies en bepaalde gebruikers
- Een booster gebruiken voor een bepaalde sessie voor alle gebruikers
- Een booster gebruiken voor alle sessies voor een bepaalde gebruiker
- Een booster gebruiken voor alle sessies voor alle gebruikers
Tabel-booster activeren In dit onderwerp wordt beschreven hoe u performance-boosters kunt activeren voor een sessie. Om een tabel-booster te activeren volgt u dezelfde stappen, maar dan met gebruikmaking van de sessie Tabel-boosters (tcmcs0598m000) en leest u "tabel" waar "sessie" staat. Bij stap 4 selecteert u de opties voor tabel-boosters. Raadpleeg de veldhelp voor meer informatie. Performance-boosters van het type Voortgangsindicator vermijden instellen - Start de sessie Performance-boosters (tcmcs0597m000). In deze sessie ziet u een overzicht van de sessies waarvoor een booster kan worden toegepast, en die tot nu toe zijn gebruikt.
- Dubbelklik op de regel om de detailgegevens van de booster op te vragen.
- Wijzig de waarde van het veld Booster geldig van Niet actief in een van de andere opties. Voor meer informatie, zie Booster geldig.
- Definieer de booster-opties. Raadpleeg de veldhelp voor meer informatie.
- Selecteer eventueel de gebruiker voor wie de booster toegepast moet worden.
- Sla de nieuwe gegevens op en sluit de sessie af.
NB U kunt geen gebruik maken van Nieuw in de sessies Performance-boosters (tcmcs0597m000) en Tabel-boosters (tcmcs0598m000). Gebruik Kopiëren om een nieuwe record aan te maken. U moet dit bijvoorbeeld doen om een specifieke sessie of tabel te boosten voor een aantal specifieke gebruikers. De booster van een sessie voor een specifieke gebruiker activeren - Selecteer de sessie in de sessie Performance-boosters (tcmcs0597m000) en kies Kopiëren of Dupliceren. De booster-gegevens worden dan weergegeven.
- Voer de gebruiker in op het veld Gebruiker.
- Vul waar nodig de andere velden in en sla de gegevens op.
Een booster deactiveren - Geef de detailsessie weer en selecteer Niet actief op het veld Booster geldig. U kunt de booster dan later opnieuw activeren.
- Selecteer de booster en selecteer Verwijderen.
Performance-boosters van het type Aantal servers instellen - Start de sessie Configuratie parallelle verwerking (ttaad7520m000). In deze sessie ziet u een overzicht van de sessies waarvoor een booster kan worden toegepast, en die tot nu toe zijn gebruikt.
- Dubbelklik op de regel met de te muteren sessie om de boostergegevens op te vragen.
- Selecteer de gewenste optie op het veld Modus.
- Selecteer eventueel de gebruiker voor wie de booster toegepast moet worden.
- Sla de nieuwe gegevens op en sluit de sessie af.
De booster van een sessie voor een specifieke gebruiker activeren - Selecteer de sessie in de sessie Configuratie parallelle verwerking (ttaad7520m000) en klik op Nieuw in de werkbalk. De booster-gegevens worden dan weergegeven.
- Voer de gebruiker in op het veld Gebruiker.
- Vul waar nodig de andere velden in en sla de gegevens op.
| |