| Logistieke eenheden (whwmd5130m000)De sessie Logistieke eenheden samenstellen (whwmd5130m100) biedt uitgebreide mogelijkheden om logistieke eenheden te muteren en structuren voor logistieke eenheden te bewerken. Als u een logistieke eenheid wilt muteren in de sessie Logistieke eenheden samenstellen (whwmd5130m100), selecteert u de logistieke eenheid in de huidige sessie en klikt u op Logistieke eenheden samenstellen. Hierdoor wordt de sessie Logistieke eenheden samenstellen (whwmd5130m100) gestart, waarin u de geselecteerde logistieke eenheid en andere logistieke eenheden ziet die overeenkomende magazijnen, locaties en statussen hebben. Als u geen logistieke eenheid selecteert en de sessie Logistieke eenheden samenstellen (whwmd5130m100) start, worden in de sessie Logistieke eenheden samenstellen (whwmd5130m100) de logistieke eenheden weergegeven waarvan de status, het magazijn en de locatie overeenkomen met die van de bovenste logistieke eenheid in de lijst met logistieke eenheden in deze sessie. NB - In het bijbehorende menu zijn de opties uitgeschakeld die u vanwege de status van de geselecteerde logistieke eenheid niet kunt gebruiken.
-
De optie Logistieke eenheid overboeken is beschikbaar in de volgende situaties: - De logistieke eenheid is niet geblokkeerd.
- De status is In voorraad.
- Er zijn geen gegevens gedefinieerd voor actieve inslag-, uitslag-, correctie- of quarantaineprocessen.
Logistieke eenheid Logistieke eenheid De code voor de logistieke eenheid waarmee de logistieke eenheid op unieke wijze in LN wordt geïdentificeerd. Logistieke eenheden kunt u handmatig definiëren in deze sessie of in de sessie Logistieke eenheden samenstellen (whwmd5130m100), of genereren in diverse stadia van de inslag of uitslag van goederen. Als u een logistieke eenheid handmatig definieert in deze sessie, kunt u de code ervan definiëren door een alfanumerieke code op dit veld in te voeren. Bij het genereren van logistieke eenheden maakt LN gebruik van maskers voor logistieke eenheden om de logistieke eenheid-ID's te genereren. U kunt verschillende maskers voor logistieke eenheden definiëren om bepaalde kenmerken voor logistieke eenheid-ID's, zoals leveranciernummers, te genereren. Tijdens de inslag- of uitslagstroom selecteert LN het desbetreffende masker voor logistieke eenheden om de logistieke eenheid-ID's te genereren. NB - De lege logistieke eenheden kunnen:
- Worden verzonden en niet automatisch worden verwijderd uit de structuur van logistieke eenheden.
- Hulpverpakking bevatten.
- De logistieke eenheden kunnen niet:
- Voorraadgegevens bevatten.
Versie Het versienummer van de logistieke eenheid. Het initiële versienummer van versiegestuurde logistieke eenheden is 1. Nadat een versiegestuurde logistieke eenheid is opgesplitst, krijgt deze een nieuw versienummer. Logistieke eenheden die niet versiegestuurd zijn, hebben altijd versienummer 0. Logistieke eenheden die kunnen worden opgesplitst, kunnen als versiegestuurd worden gedefinieerd op het veld Logistieke eenheid versiegestuurd van de sessie Artikel - magazijnbeheer (whwmd4600m000). Artikel Het artikel dat door middel van de logistieke eenheid is verpakt. Hoeveelheid in opslageenheid De hoeveelheid artikelen, uitgedrukt in de opslageenheid. Als de logistieke eenheid een parent-eenheid is en een of meer logistieke child-eenheden van de parent-eenheid na inspectie worden vernietigd, wordt de vernietigde hoeveelheid afgetrokken van de hoeveelheid van de parent-eenheid die op dit veld wordt weergegeven. NB: als u een logistieke eenheid handmatig aanmaakt, kunt u niet opgeven hoeveel artikelen met de logistieke eenheid moeten worden verpakt. Als u artikelen wilt verpakken door middel van een logistieke eenheid, gebruikt u de opdracht Inpakken van het menu Beeld, Referentie en/of Acties in de sessie Logistieke eenheden samenstellen (whwmd5130m100). Zie Inpakken: een logistieke eenheid genereren voor meerdere artikelen voor meer informatie. Logistieke eenheden die worden gegenereerd voor ontvangsten, zendingen, adviezen, inspecties en orderregels, bevatten het aantal artikelen dat is opgegeven op de zending, ontvangst, enzovoort. Hoeveelheid in opslageenheid Status De status van de logistieke eenheid. NB Als het selectievakje Leeg is ingeschakeld: - En een Logistieke parent-eenheid is opgegeven, stelt Infor LN een default status in voor de logistieke parent-eenheid.
- En geen Logistieke parent-eenheid is opgegeven, wordt de status ingesteld op Niet actief.
Logistieke parent-eenheid De parent van de huidige logistieke eenheid. Children aanwezig Indien dit selectievakje is ingeschakeld, heeft de logistieke eenheid child-eenheden. Logistieke eenheid met meerdere artikelen Indien dit selectievakje is ingeschakeld, bevat de logistieke eenheid diverse artikelen. Leeg Hiermee wordt aangegeven of de logistieke eenheid leeg is. NB Infor LN schakelt dit selectievakje in als: - Het selectievakje Logistieke eenheid met meerdere artikelen uitgeschakeld is en Hoeveelheid in voorraadeenheid op nul staat.
- Het veld Status op Niet actief, Op klaarzetlocatie, Bevroren of Verzonden staat.
Masker logistieke eenheid Het masker voor logistieke eenheden waarop de logistieke eenheid-ID is gebaseerd. Als een logistieke eenheid wordt gegenereerd, wordt de code ervan gegenereerd zoals is opgegeven in het masker voor de logistieke eenheid. Magazijn De status van de logistieke eenheid bepaalt welk magazijn op dit veld wordt weergegeven: Ontvangen Het magazijn waarin het artikel moet worden weggezet. Openstaande ontvangst Het magazijn waarin het artikel moet worden weggezet. Openstaand Het magazijn waaruit het artikel moet worden gepickt. Bevroren Het magazijn waaruit het artikel moet worden gepickt. In transito Het magazijn wordt opgehaald uit de inslagorderregel. Verzonden Er is geen magazijn opgegeven. Niet actief Als de logistieke eenheid wordt gebruikt voor de ontvangst van artikelen, het magazijn waarin het artikel moet worden weggezet. Als de logistieke eenheid wordt gebruikt voor de afgifte van artikelen, het magazijn waaruit het artikel moet worden gepickt.
Locatie De status van de logistieke eenheid bepaalt welke locatie op dit veld wordt weergegeven: Ontvangen De locatie waarop het artikel moet worden weggezet. Openstaande ontvangst De locatie waarop het artikel moet worden weggezet. Openstaand De locatie waar het artikel moet worden gepickt. Bevroren De locatie waar het artikel moet worden gepickt. In transito De locatie wordt opgehaald uit de inslagorderregel. Verzonden Er is geen locatie opgegeven. Niet actief Als de logistieke eenheid wordt gebruikt voor de ontvangst van artikelen, de locatie waar het artikel moet worden weggezet. Als de logistieke eenheid wordt gebruikt voor de afgifte van artikelen, de locatie waar het artikel moet worden gepickt.
Locatie De status van de logistieke eenheid bepaalt welke locatie op dit veld wordt weergegeven: Ontvangen De locatie waarop het artikel moet worden weggezet. Openstaande ontvangst De locatie waarop het artikel moet worden weggezet. Openstaand De locatie waar het artikel moet worden gepickt. Bevroren De locatie waar het artikel moet worden gepickt. In transito De locatie wordt opgehaald uit de inslagorderregel. Verzonden Er is geen locatie opgegeven. Niet actief Als de logistieke eenheid wordt gebruikt voor de ontvangst van artikelen, de locatie waar het artikel moet worden weggezet. Als de logistieke eenheid wordt gebruikt voor de afgifte van artikelen, de locatie waar het artikel moet worden gepickt.
Specificatie Indien dit selectievakje is ingeschakeld, zijn er specificaties aanwezig voor de artikelen in de huidige logistieke eenheden. Specificatiegegevens zijn beschikbaar in de velden van het groepsvak Vraagpeg van de detailsessie. Verpakkingsreferentie A De nieuwe verpakkingsreferentie A die voor de logistieke eenheid is gedefinieerd. Deze referentie heeft betrekking op een distributiezone of routingcode. Verpakkingsreferentie B De nieuwe verpakkingsreferentie B die voor de logistieke eenheid is gedefinieerd. Deze referentie heeft betrekking op een distributiezone of routingcode. Enkele referentie Indien dit selectievakje is ingeschakeld,: de logistieke eenheid heeft één referentie. Alle logistieke child-eenheden moeten ook dezelfde referentie hebben. NB U kunt dit veld alleen opvragen als het selectievakje Contracten voor afroepschema's gebruiken in de sessie Parameters verkoopafroepschema's (tdsls0100s500) is ingeschakeld. Enkele verpakkingsreferentie A Indien dit selectievakje is ingeschakeld,: de logistieke eenheid heeft één referentie. Alle logistieke child-eenheden moeten ook dezelfde referentie hebben. NB U kunt dit veld alleen opvragen als het selectievakje Contracten voor afroepschema's gebruiken in de sessie Parameters verkoopafroepschema's (tdsls0100s500) is ingeschakeld. Enkele verpakkingsreferentie B Indien dit selectievakje is ingeschakeld,: de logistieke eenheid heeft één referentie. Alle logistieke child-eenheden moeten ook dezelfde referentie hebben. NB U kunt dit veld alleen opvragen als het selectievakje Contracten voor afroepschema's gebruiken in de sessie Parameters verkoopafroepschema's (tdsls0100s500) is ingeschakeld. Tag 1 artikelwijziging Een melding voor de klant over een artikelwijziging. Reden 1 artikelwijziging De reden waarom een artikelwijziging is vereist. Tag 2 artikelwijziging Een melding voor de klant over een artikelwijziging. Voorraadpuntgegevens aanwezig NB Dit selectievakje is alleen ingeschakeld voor de logistieke eenheden op het onderste niveau. Meerdere voorraadpunten voor verzending toestaan Indien dit selectievakje is ingeschakeld, staat LN meerdere voorraadpunten toe voor logistieke eenheden die tijdens het picken of verzenden worden gegenereerd. Dit veld bepaalt ook of er meerdere voorraadpunten zijn toegestaan voor een niveau van de logistieke eenheid. NB De default waarde wordt opgehaald uit de sessie Sjablonen logistieke eenheid (whwmd4160m000). Dit selectievakje kan alleen worden ingeschakeld voor logistieke eenheden op het onderste niveau. Etiket Etiket zending De ID van de logistieke eenheid die kan worden gebruikt op de locatie van de klant. Wanneer de zending op de uitslaglocatie is, wordt de logistieke eenheid-ID gekopieerd uit het veld Logistieke eenheid, tenzij de logistieke eenheid-ID op het veld Logistieke eenheid is gebaseerd op het interne masker voor logistieke eenheden. Wanneer etiketten worden afgedrukt voor een logistieke eenheid waarvoor het veld Etiket zending is ingevuld, wordt het etiket voor de zending afgedrukt als code voor een logistieke eenheid. Masker etiket zending Het masker voor logistieke eenheden waarop het zendingsetiket is gebaseerd. Voorraad Producent De producent van het artikel in de logistieke eenheid. LN haalt de producent op van de orderregel waarmee het artikel oorspronkelijk is ontvangen. Dit veld is leeg als op de orderregel geen producent is opgegeven. Artikelnummer producent Het artikelnummer van de producent voor het artikel in de logistieke eenheid. LN haalt het artikelnummer van de producent op van de orderregel waarmee het artikel oorspronkelijk is ontvangen. Dit veld is leeg als op de orderregel geen artikelnummer van de producent is opgegeven. Partij De partij waartoe het artikel in de logistieke eenheid behoort. NB Als u bij de ontvangst het etiket van een logistieke eenheid scant en de logistieke eenheid opgegeven is op het verzendbericht of de verzendberichtregel in de sessie Verzendberichten (whinh3100m000), haalt LN de partij op uit het verzendbericht of de verzendberichtregel. Als er geen partij opgegeven is op het verzendbericht of als er geen verzendbericht beschikbaar is voor de ontvangst, haalt LN de partij, indien opgegeven, op uit de sessie Ontvangstregels (whinh3112s000). Effectivity unit Als u bij de ontvangst het etiket van een logistieke eenheid scant en de logistieke eenheid opgegeven is op het verzendbericht of de verzendberichtregel in de sessie Verzendberichten (whinh3100m000) of de sessie Verzendbericht - regels (whinh3101m000), haalt LN de effectivity unit op uit deze sessies. Als er geen effectivity unit opgegeven is op het verzendbericht of als er geen verzendbericht beschikbaar is voor de ontvangst, haalt LN de effectivity unit, indien opgegeven, op uit de sessie Ontvangstregels (whinh3112s000). Voorraaddatum NB Als u bij de ontvangst het etiket van een logistieke eenheid scant, haalt LN de voorraaddatum op uit de sessie Ontvangstregels (whinh3112s000) wanneer de ontvangst wordt bevestigd. Emballage Aantal emballage-art. De hoeveelheid emballageartikelen die voor de logistieke eenheid wordt gebruikt. De logistieke eenheid bevat bijvoorbeeld 100 emballageartikelen van de soort Doos. Tag activum De activumtag van de logistieke eenheid. Een activumtag is een serienummer die dient ter identificatie van een logistieke eenheid. Er kunnen etiketten worden afgedrukt voor activumtags. NB Activumtags zijn niet gerelateerd aan de serienummers van seriedragende artikelen. Geëtiketteerd Indien dit selectievakje is ingeschakeld, wordt voor elk emballageartikel dat voor de logistieke eenheid is gedefinieerd, een etiketrecord aangemaakt. Deze etiketten kunnen worden afgedrukt. Op deze manier krijgt elk bestaand emballageartikel een unieke identificatie. Als dozen melkpakken op een pallet worden geëtiketteerd, krijgt elke doos een etiket wanneer voor een order voor pakken melk logistieke eenheden worden gegenereerd. Gereed Indien dit selectievakje is ingeschakeld, is de structuur voor de logistieke eenheid niet gewijzigd sinds de logistieke eenheid in het magazijn is ontvangen. Als de structuur voor de logistieke eenheid na ontvangst wordt gewijzigd, wordt dit selectievakje automatisch uitgeschakeld. Hoeveelheid/Gewicht Samenstelling Hoeveelheid in voorraadeenheid De artikelhoeveelheid, uitgedrukt in de voorraadeenheid. NB: als u een logistieke eenheid handmatig aanmaakt, kunt u niet opgeven hoeveel artikelen met de logistieke eenheid moeten worden verpakt. Als u artikelen wilt verpakken door middel van een logistieke eenheid, gebruikt u de opdracht Inpakken van het menu Beeld, Referentie en/of Acties in de sessie Logistieke eenheden samenstellen (whwmd5130m100). Zie Inpakken: een logistieke eenheid genereren voor meerdere artikelen voor meer informatie. Logistieke eenheden die worden gegenereerd voor ontvangsten, zendingen, adviezen, inspecties en orderregels, bevatten het aantal artikelen dat is opgegeven op de zending, ontvangst, enzovoort. Hoeveelheid in voorraadeenheid De maateenheid waarin de voorraad van een artikel wordt geregistreerd, bijvoorbeeld stuk, kilo, doos van 12 stuks of meter. De voorraadeenheid wordt ook gebruikt als basiseenheid voor het omrekenen van maateenheden, vooral voor omrekeningen die betrekking hebben op de ordereenheid en de prijseenheid van een inkooporder of een verkooporder. Bij deze omrekeningen wordt de voorraadeenheid altijd als basiseenheid gebruikt. Een voorraadeenheid is daarom van toepassing op alle artikelsoorten, ook artikelsoorten die niet op voorraad kunnen worden gehouden. Aantal zichtbare eenheden De zichtbare eenheden van een logistieke eenheid zijn de eenheden die u kunt zien. Als de logistieke eenheid bijvoorbeeld een pallet is die 12 dozen bevat, is het aantal zichtbare eenheden 12 omdat u de eenheden op een pallet kunt zien. Als de logistieke eenheid echter een container is met 3 pallets, is het aantal zichtbare eenheden 1 omdat de container de enige eenheid is die u kunt zien. Op dit veld kunt u het aantal zichtbare eenheden handmatig invoeren, maar u kunt het aantal ook berekenen met de opdracht Zichtbare eenheden berekenen. Het resultaat van de berekening wordt op dit veld ingevoegd, waarbij de handmatig ingevoerde gegevens worden overschreven. Dimensies Dimensies vastgezet Indien dit selectievakje is ingeschakeld, zijn de dimensies van de logistieke eenheid vastgezet. Dat wil zeggen dat de dimensies niet worden gewijzigd, als er artikelen aan de logistieke eenheid worden toegevoegd. Brutogewicht Het brutogewicht van de logistieke eenheid. Het brutogewicht is het gewicht van alle artikelen en de verpakkingen ervan in de logistieke eenheid. Het gewicht van alle child-eenheden en emballageartikelen maakt dus deel uit van het brutogewicht van de logistieke eenheid. Raadpleeg Dimensies van logistieke eenheden voor meer informatie. Nettogewicht Het nettogewicht van de logistieke eenheid. Het nettogewicht is het gewicht van de artikelen in de logistieke eenheid, zonder verpakking. Het nettogewicht van alle child-eenheden maakt dus deel uit van het nettogewicht van de logistieke eenheid, maar dat geldt niet voor het gewicht van de emballageartikelen. Raadpleeg Dimensies van logistieke eenheden voor meer informatie. Lengte De lengte van de logistieke eenheid. Breedte De breedte van de logistieke eenheid. Hoogte De hoogte van de logistieke eenheid. Vloeroppervlak De oppervlakte van de logistieke eenheid. Volume Het volume van de logistieke eenheid. Verwerken Ontvangst De ontvangst waarmee de logistieke eenheid is ontvangen. Ontvangstregel De ontvangstregel waarmee de logistieke eenheid is ontvangen. Volgnr. eigendom ontvangstregel Het identificatienummer van de eigendomrecord voor de ontvangst regel. De eigendomrecords van de ontvangstregel die hoort bij de huidige logistieke eenheid, geeft u als volgt weer: - Selecteer de relevante ontvangstregel in de sessie Magazijnontvangst (whinh3512m000).
- Ga in de sessie Ontvangstregels (whinh3112s000) die wordt geopend, naar het menu Beeld, Referentie en/of Acties en selecteer Eigendom.
Inspectie Het identificatienummer van de inspectie met de huidige logistieke eenheid. Volgnummer inspectie Het volgnummer van de inspectie voor het inslagadvies of het uitslagadvies met de huidige logistieke eenheid. U kunt voor elk advies verschillende inspecties uitvoeren. Telkens wanneer u een bepaalde hoeveelheid artikelen hebt geïnspecteerd voor het advies, wordt een nieuwe goedkeuring aangemaakt voor de resterende te inspecteren hoeveelheid. Het volgnummer van de goedkeuring is afhankelijk van de volgorde waarin deze is aangemaakt. Quarantaine-ID Het nummer van het quarantainerecord met de logistieke eenheid. Dit veld wordt ingevuld wanneer de status verandert van Te inspecteren in Quarantaine voor de logistieke eenheid of voor een van de parent-eenheden ervan, en er een record wordt aangemaakt in de sessie Overzicht quarantainevoorraad (whwmd2171m000). Verzendverpakking De lading met de logistieke eenheid. Zending Het identificatienummer van de zending waarmee de logistieke eenheid wordt verzonden. Zendingregel Het identificatienummer van de zendingsregel waarop de logistieke eenheid wordt vermeld. Volgnr. eigendom zendingregel Het identificatienummer van de eigendomrecord voor de zending sregel. De eigendomrecords van de zendingsregel die hoort bij de huidige logistieke eenheid, geeft u als volgt weer: - Selecteer de relevante zendingsregel in de sessie Zendingen (whinh4130m000).
- Ga in de sessie Zendingregels (whinh4131m000) die wordt geopend, naar het menu Beeld, Referentie en/of Acties en selecteer Zendingregel---> Eigendom om de sessie Eigendom zendingregel (whinh4138m000) te openen.
Volledig geblokkeerd Indien dit selectievakje is ingeschakeld, is het volledige voorraadpunt geblokkeerd. Indien dit selectievakje is uitgeschakeld, is het voorraadpunt niet geblokkeerd of gedeeltelijk geblokkeerd. Status Op te splitsen Indien dit selectievakje is ingeschakeld, kunnen logistieke eenheden worden opgesplitst in twee of meer logistieke eenheden, bijvoorbeeld bij een advies voor inslag naar verschillende locaties. Laatste versie van afgedrukt etiket De meest recente versie van de logistieke eenheid waarvoor een etiket is afgedrukt. Als de logistieke eenheid niet versiegestuurd is, is de waarde op dit veld 0. Etiketlayout De code die wordt toegepast voor logistieke eenheden met één artikel. Deze code voor de etiketlayout wordt gekoppeld aan logistieke eenheden wanneer LN de logistieke eenheden genereert. U kunt de code voor de etiketlayout wijzigen. Om etiketten voor logistieke eenheden af te drukken, gebruikt LN de volgende prioriteit bij het bepalen van de etiketlayout: Gebruik van de etiketlayout die voor de logistieke eenheid is gedefinieerd Gebruik van de etiketlayout die is gedefinieerd in de activiteiten voor een magazijnorder Gebruik van de etiketlayout die is gedefinieerd in de sessies die het afdrukken van de etiketten activeren
Voor elk van de bovenstaande prioriteiten zoekt LN in deze volgorde naar de layouttekst: - Activiteitspecifieke layouttekst uit de sessie Etikellayout per activiteit (whwmd5121m000) toepassen
- Algemene layouttekst uit de sessie Etiketlayouts (whwmd5520m000) toepassen
NB Als geen code voor een etiketlayout is opgegeven, haalt LN de codes voor de etiketlayout op die zijn gedefinieerd op het niveau van de activiteiten voor magazijnorders of op het niveau van het magazijn. Etiketlayout De omschrijving of naam van de code. Etiketlayout logistieke eenheid met meerdere artikelen De code voor de etiketlayout die wordt toegepast voor logistieke eenheden met meerdere artikelen. Deze code voor de etiketlayout wordt gekoppeld aan logistieke eenheden wanneer LN de logistieke eenheden genereert. LN genereert alleen logistieke eenheden met één artikel. De samenstelling van logistieke eenheden met meerdere artikelen is een handmatig proces. U kunt een logistieke eenheid met één artikel wijzigen in een logistieke eenheid met meerdere artikelen. Wanneer u een logistieke eenheid met één artikel wijzigt in een logistieke eenheid met meerdere artikelen, wordt meestal een andere etiketlayout toegepast. U kunt de code voor de etiketlayout wijzigen. In LN kunt u ook een code voor een tweede (gemengde) etiketlayout opgeven in de emballagedefinitie. De enige uitzondering is het laagste niveau van de emballagedefinitie dat de logistieke eenheden op child-niveau bevat. LN gebruikt de tweede etiketlayout wanneer een logistieke eenheid met één artikel (doorgaans gegenereerd door LN) handmatig wordt gewijzigd in een logistieke eenheid met meerdere artikelen. U kunt de code voor de tweede etiketlayout wijzigen op het niveau van de logistieke eenheid. Voor meer informatie, zie het veld Autom. etiketteren van log. eenheden met meerdere artikelen in de sessie Magazijnen (whwmd2500m000). NB Als geen code voor een etiketlayout is opgegeven, haalt LN de codes voor de etiketlayout op die zijn gedefinieerd op het niveau van de activiteiten voor magazijnorders of op het niveau van het magazijn. Etiketlayout logistieke eenheid met meerdere artikelen De omschrijving of naam van de code. Afgekeurd Indien dit selectievakje is ingeschakeld, is de logistieke eenheid afgekeurd. Als de functie voor afgekeurde voorraad in gebruik is, kunnen afgekeurde logistieke eenheden worden gereserveerd. In dat geval heeft de afgekeurde logistieke eenheid de status Gereserveerd. Om aan te geven dat de gereserveerde logistieke eenheid is afgekeurd, wordt dit selectievakje ingeschakeld. Bevestigd voor verzending Indien dit selectievakje is ingeschakeld, is de logistieke eenheid bevestigd voor verzending. Als het selectievakje Bevestiging op basis van logistieke eenheid in de sessie Magazijnordersoorten (whinh0110m000) is ingeschakeld en alle logistieke eenheden van de zendingsregel zijn bevestigd voor verzending, kan de zendingsregel worden bevestigd. Als het selectievakje Zend.regels bevestigen tijdens bevestigen van log. eenheden in de sessie Magazijnordersoorten (whinh0110m000) is ingeschakeld, wordt de zendingsregel die de logistieke eenheid bevat, automatisch bevestigd. Als dit selectievakje is uitgeschakeld, moet de gekoppelde zendingsregel handmatig worden bevestigd. Logistieke eenheden worden bevestigd na een succesvolle scan (als het verificatiescanproces is geactiveerd) of na het gebruik van de optie Bevestigen in het submenu Uitslag uitvoeren van de sessie Logistieke eenheden (whwmd5130m000). Volgens SSCC-standaard Indien dit selectievakje is ingeschakeld, voldoet de code van de logistieke eenheid aan de SSCC-standaard (Serial-Shipping Container Code). Van logistieke eenheid De logistieke eenheid waarvan de huidige logistieke eenheid is afgesplitst. Verzenden-van/aan Verzenden-van De verzenden-van soort wordt samen met de verzenden-van code gebruikt om de precieze herkomst van een magazijnorder aan te geven. De verzenden-van soort kan de volgende waarden hebben: - Relatie
- Magazijn
- Afdeling
- Project
Verzenden-van Een code die samen met de verzenden-van soort wordt gebruikt om de precieze herkomst van een magazijnorder aan te geven. Verzenden-aan De verzenden-aan soort wordt samen met de verzenden-aan code gebruikt om aan te geven waarheen de goederen worden verzonden. De verzenden-aan soort kan de volgende waarden hebben: - Relatie
- Magazijn
- Afdeling
- Project
Verzenden-aan Deze code wordt samen met de verzenden-aan soort gebruikt om aan te geven waarheen de goederen worden verzonden. Diversen Virtueel Indien dit selectievakje is ingeschakeld, is de logistieke eenheid een logistieke dummy-eenheid. Deze is door het magazijnproces aangemaakt om de consistentie te waarborgen van de structuur voor de logistieke eenheid voor het magazijnproces. Voorbeeld: er worden twee dozen, logistieke eenheid A en logistieke eenheid B, gepickt uit dezelfde voorraad voor dezelfde orderregel. In de zending die wordt aangemaakt voor de order, wordt één zendingsregel aangemaakt voor de inhoud van de twee dozen. Om een koppeling tussen de twee logistieke eenheden en de zendingsregel tot stand te brengen, wordt er een nieuwe logistieke dummy-eenheid aangemaakt. Deze dienst als parent-eenheid voor de twee dozen. Deze logistieke dummy-eenheid wordt gemarkeerd als Virtueel en verschijnt op de zendingsregel. Dit selectievakje is ook ingeschakeld voor logistieke eenheden op het onderste niveau die zijn gegenereerd op basis van een sjabloon voor logistieke eenheden waarvan de component op het onderste niveau is ingesteld op Virtueel knooppunt. Aanmeldcode De gebruikersaccount van de gebruiker die de logistieke eenheid heeft gegenereerd. Referentie NB Alle logistieke child-eenheden worden bijgewerkt met referentie A wanneer dit veld wordt gewijzigd. De nieuwe referentie wordt gevalideerd op basis van de regels die op parent-niveau zijn gedefinieerd. Dit veld wordt opgehaald wanneer Enkele referentie wordt geselecteerd op de logistieke parent-eenheid of hogere logistieke eenheid. Laatste mutatiedatum De datum en tijd waarop de logistieke eenheid het laatst is gewijzigd. Datum versie bijwerken De datum en tijd waarop de versie het laatst is bijgewerkt. Laatste teldatum De datum en tijd waarop de artikelen in de logistieke eenheid het laatst zijn geïnventariseerd. Afhandeling emballageartikel Tekst Als u tekst op dit veld wilt invoeren, klikt u op ![[...]](../images/nt_ico_start_the_text_editor.gif) of drukt u op CTRL+T om de teksteditor te starten. Eigendom Voorraad (eigendom bedrijf) Eigenaar De relatie die eigenaar is van het artikel/de artikelen in de logistieke eenheid. Als dit veld niet is ingevuld, is uw eigen organisatie eigenaar van de voorraad. Is de eigenaar niet dezelfde als de kopen-van relatie, dan is de eigenaar de interne relatie of een andere enterprise-eenheid van uw organisatie, zoals een divisie in een ander land. Als de kopen-van relatie de eigenaar is, worden de artikelen in consignatie (geen eigendom) gehouden. Dit veld is leeg als de artikelen eigendom van uw bedrijf zijn. Eigendom Het eigendom van de goederen in de logistieke eenheid. Eigendom bedrijf Toegestane waarden - In consignatie
- Eigendom klant
- Niet van toepassing
De waarden In consignatie en Eigendom klant zijn in de volgende gevallen niet van toepassing: - In de sessie Artikel - magazijnbeheer (whwmd4600m000) is de waarde van het veld Registratieniveau niet gelijk aan Fysiek artikel of Fysiek artikel en locatie.
- De logistieke eenheid bevat uitsluitend emballageartikelen en het selectievakje Logistieke eenheid met meerdere artikelen is uitgeschakeld, oftewel de logistieke eenheid is lege emballage.
Logistieke eenheid meerdere eigenaars Indien dit selectievakje is ingeschakeld, bevat de logistieke eenheid child-eenheden van meerdere eigenaars. In dat geval is het veld Eigenaar leeg en is het selectievakje Logistieke eenheid meerdere eigenaars toegestaan ingeschakeld. Logistieke eenheid meerdere eigenaars toegestaan Indien dit selectievakje is ingeschakeld, mag de logistieke eenheid child-eenheden van meerdere eigenaars bevatten. Geblokkeerd Geblokkeerd voor uitslag Indien dit selectievakje is ingeschakeld, zijn de artikelen in de logistieke eenheid geblokkeerd voor uitslag. Geblokkeerd voor overboeking (afgifte) Indien dit selectievakje is ingeschakeld, zijn de artikelen in de logistieke eenheid geblokkeerd voor overboekingen naar andere magazijnen. Geblokkeerd voor inventarisatie Indien dit selectievakje is ingeschakeld, zijn de artikelen in de logistieke eenheid geblokkeerd voor inventarisatie. Geblokkeerd voor assemblage Indien dit selectievakje is ingeschakeld, is assemblage niet toegestaan voor de artikelen in de logistieke eenheid. Specificatie Vraagpeg Gereserveerd voor verkopen-aan relatie LN kan de voorraad die door dit record wordt opgegeven, gebruiken voor de relatie die op dit veld is opgegeven. LN gebruikt deze voorraad niet voor een andere relatie. Gereserveerd voor verzenden-aan relatie Type business-object De soort order waarvoor de voorraad is gereserveerd, zoals Verkooporder of Serviceorder. NB De volgende velden worden altijd in combinatie gebruikt. Samen identificeren ze de relevante order of orderregel: - Type business-object
- Business-object
- Business-object referentie
Business-object NB De volgende velden worden altijd in combinatie gebruikt. Samen identificeren ze de relevante order of orderregel: - Type business-object
- Business-object
- Business-object referentie
Referentie LN kan de voorraad die door dit record wordt opgegeven, uitsluitend gebruiken voor de afhandeling van een vraag die door deze referentie wordt aangeduid. LN kan dit veld op twee manieren gebruiken: - Als het veld Verkopen-aan relatie is ingevuld, gebruikt LN het veld Referentie om een referentiecode vast te leggen die is gedefinieerd door een klant.
- Als het veld Verkopen-aan relatie leeg is, gebruikt LN het veld Referentie om een interne referentie vast te leggen.
U kunt een referentiecode gebruiken om een verzameling artikelen aan elkaar te koppelen, zelfs als deze verschillende routings volgen, bijvoorbeeld als sommige van de artikelen naar een subcontractor worden getransporteerd en later weer worden geretourneerd. Afgeleid-van productvariant Een unieke configuratie van een configureerbaar artikel. De variant is het resultaat van het configuratieproces en geeft informatie als kenmerkopties, componenten en bewerkingen. Voorbeeld Configureerbaar artikel: elektrische boor Opties: - 3 voedingsbronnen (batterijen, 12 V of 220 V)
- 2 kleuren (blauw, grijs).
Met deze opties kunnen in totaal 6 productvarianten worden geproduceerd. Optielijst-ID De identificatie van de opties en kenmerken voor een geconfigureerd artikel. De ID wordt gebruikt in de artikelspecificatie om vraag en aanbod op elkaar af te stemmen. Een van de specificaties van verzendberichten (ASN's) is de optielijst-ID. De specificaties van verzendberichten worden ingelezen vanuit de sessie Inslagorderregels (whinh2110m000). Specificaties van inslagorderregels worden op hun beurt ingelezen uit de inkoopafroepschemaregels. Voor configureerbare inkoopartikelen in Magazijnbeheer maakt alleen de optielijst-ID deel uit van de specificaties. Dit betekent dat de voorraad wordt gemuteerd per optielijst-ID en dat de voorraad de totale voorraad is van alle productvarianten met dezelfde optielijst-ID. NB Dit veld wordt alleen weergegeven als het selectievakje Assemblage (APL/ASC/ASL) is ingeschakeld in de sessie Geïmplementeerde software-componenten (tccom0100s000). Het veld wordt alleen ingevuld voor configureerbare inkoopartikelen en geproduceerde assemblageartikelen (met het bestelsysteem FAS).
| |