Velden met additionele informatie definiëren
Velden met additionele informatie worden gedefinieerd in de sessie Definities additionele informatie (tcstl2100m000). In deze sessie kunt u velden met verschillende structuren koppelen aan een databasetabel of een combinatie van een databasetabel en een specifieke verkopen-aan of kopen-van relatie.
Velden met additionele informatie kunnen worden gedefinieerd voor deze database-tabellen.
De velden met additionele informatie worden weergegeven in de sessies die overeenkomen met de databasetabellen. Als u bijvoorbeeld velden met additionele informatie toevoegt aan de tabel Magazijnorders (whinh200), zijn de velden met additionele informatie zichtbaar en bewerkbaar in de bijbehorende sessie Magazijnorders (whinh2100m000).
Als u velden met additionele informatie toevoegt aan de tabel Magazijnorders (whinh200) en kopen-van relatie X, zijn de velden met additionele informatie zichtbaar en bewerkbaar in de bijbehorende sessie Magazijnorders (whinh2100m000), als kopen-van relatie X is opgegeven in de magazijnorder.
U definieert als volgt velden met additionele informatie voor een databasetabel:
- Start de sessie Definities additionele informatie (tcstl2100m000).
- Klik op Nieuw.
- Geef op het veld Tabel de databasetabel op waarvoor u de velden met additionele informatie wilt definiëren.
- Selecteer op het veld Niveau de optie Verkopen-aan relatie of Kopen-van relatie als u de velden met additionele informatie wilt definiëren voor een combinatie van databasetabel en relatie. Voor meer informatie, zie Definitieniveaus voor additionele informatie.
- Als u in de vorige stap Verkopen-aan relatie of Kopen-van relatie hebt geselecteerd, geeft u de relevante relatie op in het veld Niveau.
- Geef op het veld Veldnaam de veldnaam op zoals vereist.
- Selecteer, indien nodig, een etiketcode.
- Geef op het veld Veldnaam de veldnaam op die moet worden weergegeven in de sessie die overeenkomt met de geselecteerde databasetabel.
- Schakel het selectievakje Actief in.
- Als het veld interne informatie bevat en de inhoud niet mag worden getoond aan klanten of leveranciers, schakelt u het selectievakje Intern in.
- Herhaal stappen 6 t/m 10 voor elk veld met additionele informatie dat u definieert.
- Gebruik het veld Extra label in bijlage additionele informatie afdrukken om aan te geven of een extra label moet worden afgedrukt voor het bijlagerapport.