Etiketlayout en afdrukken
In de sessie Etiketlayouts (whwmd5520m000) kunt u etiketten aanmaken en muteren die kunnen worden gebruikt voor het volgende:
In de sessie Etikellayout per activiteit (whwmd5121m000) kunt u de etiketlayouts voor afzonderlijke activiteiten voor uitslag, ontvangsten, zendingen of inspecties aanpassen.
U kunt etiketlayouts afdrukken in de sessie Etiketlayouts afdrukken (whwmd5420m000).
U kunt als volgt een etiketlayout definiëren:
- Geef de code en omschrijving van de etiketlayout op in de velden Etiketlayout en Omschrijving.
- Geef desgewenst de Soort streepjescode en de Hoogte streepjescode [regels] op.
- Selecteer de etiketlayout en start de teksteditor via de werkbalk.
Geef in de teksteditor de expressies, en indien nodig de expressies voor de streepjescodes, op van de velden met de inhoud die u wilt opnemen in het etiket.
U kunt de etiketexpressies vinden in de kolom Expressie naast de kolommen Veld in de tabellen in het huidige onderwerp. De expressies voor streepjescodes worden vermeld in de kolommen Expressies voor streepjescodes.
Etiketlayout
Een etiketlayout kan een aantal etiketvelden bevatten in de vorm van etiketcodes. Deze etiketcodes moeten worden voorafgegaan door een hekje, 'lb' en een punt ( #lb.
). Op het afgedrukte etiket wordt de etiketcode vervangen door de waarde van het bijbehorende etiketveld.
Streepjescodes afdrukken
Als u een streepjescode wilt afdrukken, voegt u 'bc.' in tussen het hekje en 'lb', dus #bc.lb.[label_code]
.
Voorbeeld: Met #bc.lb.item.desc
wordt een streepjescode voor de artikelomschrijving afgedrukt.
NB
- Streepjescodes worden niet op het scherm weergegeven.
- Zorg ervoor dat de juiste cartridge is geïnstalleerd.
Etiketten voor logistieke eenheden afdrukken
Als u logistieke eenheden, bijvoorbeeld containers, artikelen, verpakkingen enzovoort, een unieke identificatie wilt geven, kunt u in LN etiketten afdrukken. Voor hoogwaardige afdrukken kunt u ook een programma voor het afdrukken van etiketten gebruiken en de invoer door LN laten leveren. NB: een etiket bestaat niet alleen uit een streepjescode, maar is gewoonlijk een combinatie van een artikelcode en een nummer van een logistieke eenheid (zowel cijfers als streepjescodes).
Als u een etiket wilt aanmaken voor een specifieke logistieke eenheid, schakelt u het selectievakje Geëtiketteerd op het tabblad Status van de sessie Logistieke eenheden (whwmd5130m000) in.
Met de sessie Etiketten afdrukken (whwmd5430m100) kunt u etiketten afdrukken voor logistieke eenheden. De etiketten worden afgedrukt op basis van de layout die is opgegeven in de sessie Etiketlayouts (whwmd5520m000). Serienummers worden alleen in de volgende gevallen op het etiket afgedrukt:
- Het selectievakje Tracking serienummers in de sessie Artikel - magazijnbeheer (whwmd4600m000) is ingeschakeld.
- Er is één seriedragend artikel aan de zendingsregel gekoppeld.
- Serienummers zijn bedoeld voor lage volumes.
Inslagprocedures
Voor de inslagprocedures kunt u de volgende velden afdrukken op de etiketten:
Veld | Expressie | Expressie streepjescode |
---|
Verzenden-van soort | lb.shfr.type | bc.lb.shfr.type |
Verzenden-van code | lb.shfr.code | bc.lb.shfr.code |
Verzenden-aan soort | lb.shto.type | bc.lb.shto.type |
Verzenden-aan code | lb.shto.code | bc.lb.shto.code |
Verzenden-van locatie | lb.shfr.loca | bc.lb.shfr.loca |
Verzenden-aan locatie | lb.shto.loca | bc.lb.shto.loca |
Runnummer | lb.run.number | bc.lb.run.number |
Ronde | lb.mission | bc.lb.mission |
Artikel | lb.item | bc.lb.item |
Artikelhoeveelheid | lb.quan.str | bc.lb.quan.str |
Voorraadeenheid artikelhoeveelheid | lb.quan.inv | bc.lb.quan.inv |
Alternatieve artikelcode | lb.cus.itm | bc.lb.cus.itm |
Revisie artikel relatie | lb.cus.itm.rev | bc.lb.cus.itm.rev |
Eenheid | lb.unit | bc.lb.unit |
Orderherkomst | lb.order.orig | bc.lb.order.orig |
Ordernummer | lb.order | bc.lb.order |
Orderset | lb.order.set | bc.lb.order.set |
Orderregel | lb.order.line | bc.lb.order.line |
Orderregelvolgorde | lb.order.seq | bc.lb.order.seq |
Adviesnummer | lb.advice | bc.lb.advice |
Partijcode | lb.lot | bc.lb.lot |
Serienummer | lb.serial | bc.lb.serial |
Voorraaddatum | lb.inv.date | bc.lb.inv.date |
Emballagedefinitie | lb.pack.def | bc.lb.pack.def |
Assemblagekit | lb.ass.kit | bc.lb.ass.kit |
Lijnstation | lb.ln.station | bc.lb.ln.station |
Volgnummer assemblagetaak | lb.job.seq | bc.lb.job.seq |
Serienr. parent | lb.parent.seri | bc.lb.parent.seri |
Assemblageorder | lb.ass.order | bc.lb.ass.order |
Orderreferentie | lb.reference | bc.lb.reference |
Stuklijstregel | lb.bom.line | bc.lb.bom.line |
Artikelomschrijving | lb.item.desc | bc.lb.item.desc |
Producent | lb.manuf | bc.lb.manuf |
Omschrijving producent | lb.manuf.desc | bc.lb.manuf.desc |
Artikelnr. producent | lb.manuf.prt.n | bc.lb.manuf.prt.n |
Omschrijving artikelnr. producent | lb.manuf.prt.d | bc.lb.manuf.prt.d |
Ontvangstdatum | lb.rec.date | bc.lb.rec.date |
Zie Etiketlayouts voor etikettering bij de assemblagelijn.
Uitslagprocedures
Voor de uitslagprocedures kunt u de volgende velden afdrukken op de etiketten:
Veld | Expressie | Expressie streepjescode |
---|
Verzenden-van soort | lb.shfr.type | bc.lb.shfr.type |
Verzenden-van code | lb.shfr.code | bc.lb.shfr.code |
Verzenden-aan soort | lb.shto.type | bc.lb.shto.type |
Verzenden-aan code | lb.shto.code | bc.lb.shto.code |
Verzenden-van locatie | lb.shfr.loca | bc.lb.shfr.loca |
Verzenden-aan locatie | lb.shto.loca | bc.lb.shto.loca |
Runnummer | lb.run.number | bc.lb.run.number |
Ronde | lb.mission | bc.lb.mission |
Artikel | lb.item | bc.lb.item |
Alternatieve artikelcode | lb.cus.itm | bc.lb.cus.itm |
Revisie artikel relatie | lb.cus.itm.rev | bc.lb.cus.itm.rev |
Effectivitiy unit | lb.eff.unit | bc.lb.eff.unit |
Hoeveelheid in opslageenheid | lb.quan.str | bc.lb.quan.str |
Hoeveelheid in voorraadeenheid | lb.quan.inv | bc.lb.quan.inv |
Eenheid | lb.unit | bc.lb.unit |
Orderherkomst | lb.order.orig | bc.lb.order.orig |
Ordernummer | lb.order | bc.lb.order |
Orderset | lb.order.set | bc.lb.order.set |
Orderregel | lb.order.line | bc.lb.order.line |
Orderregelvolgorde | lb.order.seq | bc.lb.order.seq |
Adviesnummer | lb.advice | bc.lb.advice |
Partij | lb.lot | bc.lb.lot |
Serienummer | lb.serial | bc.lb.serial |
Voorraaddatum | lb.inv.date | bc.lb.inv.date |
Emballagedefinitie | lb.pack.def | bc.lb.pack.def |
Assemblagekit | lb.ass.kit | bc.lb.ass.kit |
Lijnstation | lb.ln.station | bc.lb.ln.station |
Volgnummer assemblagetaak | lb.job.seq | bc.lb.job.seq |
Serienr. parent | lb.parent.seri | bc.lb.parent.seri |
Assemblageorder | lb.ass.order | bc.lb.ass.order |
Orderreferentie | lb.reference | bc.lb.reference |
Stuklijstregel | lb.bom.line | bc.lb.bom.line |
Artikelomschrijving | lb.item.desc | bc.lb.item.desc |
Leveringspunt | lb.del.point | bc.lb.del.point |
Omschrijving 1 leveringspunt | lb.dp.dsca.1 | bc.lb.dp.dsca.1 |
Omschrijving 2 leveringspunt | lb.dp.dsca.2 | bc.lb.dp.dsca.2 |
Machine | lb.machin | bc.lb.machin |
Omschrijving machine | lb.machin.desc | bc.lb.machin.desc |
Bewerking | lb.operation | bc.lb.operation |
Taak | lb.task | bc.lb.task |
Taakomschrijving | lb.task.desc | bc.lb.task.desc |
Afdeling | lb.work.cent | bc.lb.work.cent |
Omschrijving afdeling | lb.work.c.desc | bc.lb.work.c.desc |
Logistieke eenheden
Voor de logistieke eenheden kunt u de volgende velden afdrukken op de etiketten:
Veld | Expressie | Expressie streepjescode |
---|
Logistieke eenheid | lb.handl.unit | bc.lb.handl.unit |
Van logistieke eenheid | lb.from.huid | bc.lb.from.huid |
Versie logistieke eenheid | lb.version | bc.lb.version |
Zichtbaar | lb.visible | bc.lb.visible |
Verzenden-van soort | lb.shfr.type | bc.lb.shfr.type |
Verzenden-van code | lb.shfr.code | bc.lb.shfr.code |
Verzenden-van bedrijf | lb.shfr.comp | bc.lb.shfr.comp |
Verzenden-aan soort | lb.shto.type | bc.lb.shto.type |
Verzenden-aan code | lb.shto.code | bc.lb.shto.code |
Verzenden-aan bedrijf | lb.shto.comp | bc.lb.shto.comp |
Referentie | lb.reference | bc.lb.reference |
Logistieke parent-eenheid | lb.parent.huid | bc.lb.parent.huid |
Status | lb.status | bc.lb.status |
Gereed | lb.complete | bc.lb.complete |
Afgekeurd | lb.rejected | bc.lb.rejected |
Meerdere artikelen | lb.multi.item | bc.lb.multi.item |
Artikel | lb.item | bc.lb.item |
Artikelomschrijving | lb.item.desc | bc.lb.item.desc |
Effectivity unit | lb.eff.unit | bc.lb.eff.unit |
Partij | lb.lot | bc.lb.lot |
Voorraaddatum | lb.inv.date | bc.lb.inv.date |
Serienummer | lb.serial | bc.lb.serial |
Hoeveelheid in opslageenheid | lb.quan.str | bc.lb.quan.str |
Eenheid | lb.unit | bc.lb.unit |
Hoeveelheid in voorraadeenheid | lb.quan.inv | bc.lb.quan.inv |
Emballagedefinitie | lb.pack.def | bc.lb.pack.def |
Emballageartikel | lb.pack.item | bc.lb.pack.item |
Tag activum | lb.asset.tag | bc.lb.asset.tag |
Hoeveelheid emballageartikel | lb.quan.pack | bc.lb.quan.pack |
Alternatieve artikelcode | lb.cus.itm | bc.lb.cus.itm |
Revisie artikel relatie | lb.cus.itm.rev | bc.lb.cus.itm.rev |
Magazijn | lb.warehouse | bc.lb.warehouse |
Locatie | lb.location | bc.lb.location |
Brutogewicht | lb.gross.wght | bc.lb.gross.wght |
Nettogewicht | lb.net.wght | bc.lb.net.wght |
Gewichtseenheid | lb.weight.unit | bc.lb.weight.unit |
Volume | lb.volume | bc.lb.volume |
Vloeroppervlak | lb.floor.space | bc.lb.floor.space |
Hoogte | lb.height | bc.lb.height |
Breedte | lb.width | bc.lb.width |
Diepte | lb.depth | bc.lb.depth |
Dimensie-eenheid | lb.dim.unit | bc.lb.dim.unit |
Geblokkeerd | lb.blocked | bc.lb.blocked |
Geblokkeerd voor inventarisatie | lb.counting | bc.lb.counting |
Mutatiedatum | lb.trans.date | bc.lb.trans.date |
Naam logbestand | lb.log.name | bc.lb.log.name |
Producent | lb.manuf | bc.lb.manuf |
Omschrijving producent | lb.manuf.desc | bc.lb.manuf.desc |
Artikelnr. producent | lb.manuf.prt.n | bc.lb.manuf.prt.n |
Omschrijving artikelnr. producent | lb.manuf.prt.d | bc.lb.manuf.prt.d |
Eigenaar | lb.owner | bc.lb.owner |
Eigendom | lb.ownership | bc.lb.ownership |
Meerdere eigenaars | lb.multi.owner | bc.lb.multi.owner |
Orderherkomst | lb.order.orig | bc.lb.order.orig |
Ordernummer | lb.order | bc.lb.order |
Orderset | lb.order.set | bc.lb.order.set |
Orderregel | lb.order.line | bc.lb.order.line |
Volgnummer order | lb.order.seq | bc.lb.order.seq |
Stuklijstregel | lb.bom.line | bc.lb.bom.line |
Ontvangst | lb.receipt | bc.lb.receipt |
Ontvangstregel | lb.receipt.ln | bc.lb.receipt.ln |
Zending | lb.shipment | bc.lb.shipment |
Zendingsregel | lb.shipment.ln | bc.lb.shipment.ln |
Lading | lb.load | bc.lb.load |
Container | lb.container | bc.lb.container |
Assemblagekit | lb.ass.kit | bc.lb.ass.kit |
Lijnstation | lb.ln.station | bc.lb.ln.station |
Volgnummer assemblagetaak | lb.job.seq | bc.lb.job.seq |
Serienr. parent | lb.parent.seri | bc.lb.parent.seri |
Assemblageorder | lb.ass.order | bc.lb.ass.order |
Inspectie | lb.inspect | bc.lb.inspect |
Crossdocking | lb.crossdock | bc.lb.crossdock |
Bestemmingslocatie | lb.dest.loc | bc.lb.dest.loc |
Vervoerder ontvangst | lb.rec.carr | bc.lb.rec.carr |
Naam 1 verzenden-van adres | lb.sf.ad01 | bc.lb.sf.ad01 |
Naam 2 verzenden-van adres | lb.sf.ad02 | bc.lb.sf.ad02 |
Verzenden-van adres 1 | lb.sf.ad03 | bc.lb.sf.ad03 |
Verzenden-van adres 2 | lb.sf.ad04 | bc.lb.sf.ad04 |
Huisnummer verzenden-van adres | lb.sf.ad05 | bc.lb.sf.ad05 |
Postbusnummer verzenden-van adres | lb.sf.ad06 | bc.lb.sf.ad06 |
Plaats verzenden-van adres | lb.sf.ad07 | bc.lb.sf.ad07 |
Plaats 2 verzenden-van adres | lb.sf.ad08 | bc.lb.sf.ad08 |
Postcode verzenden-van adres | lb.sf.ad09 | bc.lb.sf.ad09 |
Land verzenden-van adres | lb.sf.ad10 | bc.lb.sf.ad10 |
Naam 1 verzenden-aan adres | lb.st.ad01 | bc.lb.st.ad01 |
Naam 2 verzenden-aan adres | lb.st.ad02 | bc.lb.st.ad02 |
Verzenden-aan adres 1 | lb.st.ad03 | bc.lb.st.ad03 |
Verzenden-aan adres 2 | lb.st.ad04 | bc.lb.st.ad04 |
Huisnummer verzenden-aan adres | lb.st.ad05 | bc.lb.st.ad05 |
Postbusnummer verzenden-aan adres | lb.st.ad06 | bc.lb.st.ad06 |
Plaats verzenden-aan adres | lb.st.ad07 | bc.lb.st.ad07 |
Plaats 2 verzenden-aan adres | lb.st.ad08 | bc.lb.st.ad08 |
Postcode verzenden-aan adres | lb.st.ad09 | bc.lb.st.ad09 |
Land verzenden-aan adres | lb.st.ad10 | bc.lb.st.ad10 |
Lading ontvangst | lb.rec.load | bc.lb.rec.load |
Zending ontvangst | lb.rec.shpm | bc.lb.rec.shpm |
Leveringscondities zending | lb.shpm.tod | bc.lb.shpm.tod |
Punt van eigendomsoverdracht zending | lb.shpm.potp | bc.lb.shpm.potp |
PRO-nummer vervoerder zending | lb.shpm.cpro | bc.lb.shpm.cpro |
Traceernummer | lb.track.nr | bc.lb.track.nr |
Geplande leverdatum zending | lb.shpm.deld | bc.lb.shpm.deld |
Geplande ontvangstdatum zending | lb.shpm.prdt | bc.lb.shpm.prdt |
Waarde zending voor douane | lb.shpm.cval | bc.lb.shpm.cval |
Valuta waarde zending voor douane | lb.shpm.curr | bc.lb.shpm.curr |
Vervoerder/LDV lading | lb.load.carr | bc.lb.load.carr |
Route lading | lb.load.route | bc.lb.load.route |
Zendingsreferentie | lb.ship.ref | bc.lb.ship.ref |
Leveringspunt | lb.del.point | bc.lb.del.point |
Omschrijving 1 leveringspunt | lb.dp.dsca.1 | bc.lb.dp.dsca.1 |
Omschrijving 2 leveringspunt | lb.dp.dsca.2 | bc.lb.dp.dsca.2 |
Gereserveerd voor relatie | lb.alloc.bp | bc.lb.alloc.bp |
Gereserveerd voor ordertherkomst | lb.alloc.oorg | bc.lb.alloc.oorg |
Gereserveerd voor order | lb.alloc.order | bc.lb.alloc.order |
Gereserveerd voor orderreferentie | lb.alloc.oref | bc.lb.alloc.oref |
Gereserveerd voor referentie | lb.alloc.ref | bc.lb.alloc.ref |
Afkeuring | lb.quarantine | bc.lb.quarantine |
Productvariant | lb.prod.var | bc.lb.prod.var |
Additioneel informatieveld 1 | lb.addinfo.1 | bc.lb.addinfo.1 |
Additioneel informatieveld 2 | lb.addinfo.2 | bc.lb.addinfo.2 |
Additioneel informatieveld 3 | lb.addinfo.3 | bc.lb.addinfo.3 |
Additioneel informatieveld 4 | lb.addinfo.4 | bc.lb.addinfo.4 |
Additioneel informatieveld 5 | lb.addinfo.5 | bc.lb.addinfo.5 |
Additioneel informatieveld 6 | lb.addinfo.6 | bc.lb.addinfo.6 |
Additioneel informatieveld 7 | lb.addinfo.7 | bc.lb.addinfo.7 |
Additioneel informatieveld 8 | lb.addinfo.8 | bc.lb.addinfo.8 |
Additioneel informatieveld 9 | lb.addinfo.9 | bc.lb.addinfo.9 |
Additioneel informatieveld 10 | lb.addinfo.10 | bc.lb.addinfo.10 |
NB
Voor structuren voor logistieke eenheden worden etiketten afgedrukt voor logistieke eenheden op het onderste niveau. Als een logistieke eenheid op het onderste niveau meerdere voorraadpunten bevat, worden de voorraadpuntgegevens niet afgedrukt op het etiket. Dit komt doordat het veld Etiket slechts één code kan bevatten. Als de logistieke eenheid bijvoorbeeld drie voorraadpunten bevat en de etiketdefinitie bevat het veld Voorraaddatum (lb.inv.date), wat een voorraadpuntgegeven is, 'weet'LN niet welke van de drie voorraaddatums moet worden afgedrukt.
Kanban
Voor Kanban kunt u de volgende velden afdrukken op de etiketten:
Veld | Expressie | Expressie streepjescode |
---|
Artikel | lb.item | bc.lb.item |
Emballageartikel | lb.pack.item | bc.lb.pack.item |
Hoeveelheid in voorraadeenheid | lb.quan.inv | bc.lb.quan.inv |
Eenheid | lb.unit | bc.lb.unit |
Verzenden-van soort | lb.shfr.type | bc.lb.shfr.type |
Verzenden-van code | lb.shfr.code | bc.lb.shfr.code |
Verzenden-aan soort | lb.shto.type | bc.lb.shto.type |
Verzenden-aan code | lb.shto.code | bc.lb.shto.code |
Opmerking afhandeling | lb.hand.rmrk | bc.lb.hand.rmrk |
Kanban-ID | lb.kanban.id | bc.lb.kanban.id |
Locatie | lb.location | bc.lb.location |
Gang van locatie voor overboeking | lb.dloc.row | bc.lb.dloc.row |
Laag locatie voor overboeking | lb.dloc.lev | bc.lb.dloc.lev |
Vak van locatie voor overboeking | lb.dlob.bin | bc.lb.dlob.bin |
Omschrijving van locatie voor overboeking | lb.dloc.desc | bc.lb.dloc.desc |
Artikelomschrijving | lb.item.desc | bc.lb.item.desc |
Afdeling | lb.work.cent | bc.lb.work.cent |
Leverende locatie | lb.supp.loc | bc.lb.supp.loc |
Gang van leverende locatie | lb.sloc.row | bc.lb.sloc.row |
Laag van leverende locatie | lb.sloc.lev | bc.lb.sloc.lev |
Vak van leverende locatie | lb.sloc.bin | bc.lb.sloc.bin |
Omschrijving van leverende locatie | lb.sloc.desc | bc.lb.sloc.desc |
Leveringslocatie
De leveringslocatie is de vaste locatie zoals gedefinieerd voor het toevoermagazijn en artikel in de sessie Vaste locaties (whwmd3502m000). De gebruiker kan dit veld alleen op het etiket afdrukken als de goederen worden geleverd vanuit een magazijn. Voor meer informatie, zie Instellingen levering
Als er meer dan één vaste locatie bestaat voor elk magazijn/artikel, wordt de vaste locatie met de hoogste prioriteit (met andere woorden de laagste waarde) afgedrukt.
Gang, laag en vak zijn onderdeel van de locatiedefinitie in de sessie Magazijn - locatie (whwmd3100s000).
Kanban-leveringen worden in feite gedaan aan het productiemagazijn dat de afdeling ondersteunt. De afdeling kan alleen worden afgedrukt als het productiemagazijn een afdeling ondersteunt.