Kostendragers en kostencomponenten gebruiken

Bewakingscodes gebruiken. Voor analysedoeleinden kunt u kostendragers van dezelfde soort groeperen onder een gemeenschappelijke parent-kostendrager die een bewakingscode wordt genoemd.

U kunt bijvoorbeeld een kostendrager voor materiaal met de naam Stucwerk aanmaken en deze instellen als bewakingscode voor alle aan stucwerk gerelateerde materialen. Wanneer u de structuur- of activiteitenbegroting muteert, voert u deze bewakingscode in op elke begrotingsregel die aan stucwerk gerelateerde materialen bevat.

Later kunt u met de sessie Kostenopbouw genereren (tpptc3200m000) overzichten genereren waarin begrote kosten en hoeveelheden worden weergegeven.

Een kostendrager kan ook fungeren als zijn eigen bewakingscode.

Kostencomponenten gebruiken. Voor analysedoeleinden kunt u kostendragers van alle kostensoorten groeperen onder een gemeenschappelijke kostencomponentcode.

U kunt bijvoorbeeld een kostencomponent aanmaken met de naam Loodgieterswerk, die u vervolgens invoert op elke begrotingsregel met aan loodgieterswerk gerelateerde materialen, taken, materieel, onderaanneming of overige kosten.

Een kostendrager die u aanmaakt in de module Projectdefinitie, kunt u toekennen aan een kostencomponent. Als u de kostendrager later invoert op een begrotingsregel van een werkbegroting (in de module Projectplanning), kunt u deze echter ook toekennen aan een andere kostencomponent.

Afhankelijk van de kostenbewakingsniveaus die u hebt ingesteld in de sessie Parameters Project (tppdm0100s000), is het mogelijk verplicht om een kostencomponent aan een kostendrager toe te kennen.

Later kunt u de werkbegroting analyseren in de sessie Kostenopbouw genereren (tpptc3200m000) en overzichten samenstellen per kostencomponent.

Wanneer u opbrengstcodes vastlegt, kunt u een kostencomponent toekennen aan een opbrengstcode. Op deze manier kunt u gefactureerde bedragen per kostencomponent uitsplitsen.