Contract (tpctm1600m000)

Deze sessie kunt u gebruiken om gegevens voor een contract aan te maken en te muteren.

NB
  • Een contract kan aan meerdere projecten gekoppeld zijn. Een project kan echter maar aan één contract gekoppeld zijn.
  • Het contract bevat de relatiegegevens, de prijzen en financiering, de zendingsgegevens, de leveringscondities, enzovoort.
  • Een contract kan meerdere artikelen per contractregel bevatten.
  • Contractleveringen kunnen zowel fysieke artikelen zijn als services, zoals opleidingen en installaties.
  • In Infor LN kan de gebruiker ook een factuur specifiek voor de VS afdrukken: Standaardformulier 1443 (SF1443) Verzoek aannemers voor termijnbetalingsaanvraag.
  • U kunt de overzichten SF 1034 en SF 1035 (de eisen van de overheid van de VS) afdrukken voor contracten. Deze overzichten bevatten respectievelijk het totaal gefactureerde bedrag (SF1034) en de specificatie van de gefactureerde kosten (SF1035). LN drukt de overzichten af op basis van de opgegeven Factureermethode. Voor meer informatie, zie het Factureermethoden (tcmcs0155s000).
  • De velden in het groepsvak Classificatie worden ook als attributen bij het definiëren van autorisaties voor Contractbeheer in de module Autorisaties en beveiliging gebruikt. Deze velden worden default naar een contract gekopieerd wanneer de optie Contract kopiëren in het menu Referenties wordt gebruikt.
  • U kunt de optie Informatie exportnaleving gebruiken om gerelateerde gegevens aan het contract, de contractregel en de contractlevering toe te voegen. Als dit voor de contractregel is opgegeven, kan de informatie worden gekopieerd naar (gesynchroniseerd met) alle gekoppelde contractleveringen waarvoor de handelsregelgeving moet worden nageleefd.

In Infor LN kunnen meerdere gebruikers kostenposten goedkeuren met de op ION gebaseerde werkstroom-processtatus Voor meer informatie, zie Proces werkstroomstatus

 

Overeenkomst
Verkoop
Contract
Een overeenkomst met de relatie die de voorwaarden en condities, zoals contractleveringen, het factureringsplan, de betalingscondities, enzovoort, bepalen. Een contract kan aan een of meer projecten worden gekoppeld.
Verkopen-aan relatie
De relatie die goederen of diensten bestelt bij uw organisatie, die de eigenaar is van de configuraties die u onderhoudt of waarvoor u een project uitvoert. Doorgaans de afdeling Inkoop van een klant.

De overeenkomst met de verkopen-aan relatie kan het volgende omvatten:

  • Default prijs- en kortingsovereenkomsten
  • Defaults van verkooporders
  • Leveringscondities
  • De gerelateerde verzenden-aan en factureren-aan relatie
Adres
Een volledige set adresgerelateerde gegevens, waaronder het correspondentieadres, toegang tot telefoon, fax, telex, e-mail en internetadres, identificatie voor belastingdoeleinden en routinginformatie.
Contactpersoon
De persoon waarmee u zakelijke transacties bespreekt. U richt bijvoorbeeld uw vragen, offertes, vervolgcalls, direct mailings en relatiegeschenken aan de contactpersoon. De gegevens van de contactpersoon omvatten de naam, het telefoonnummer, het e-mailadres en andere details.
Verkoopbureau
De code van het verkoopbureau.
NB

De default waarde wordt opgehaald uit de sessie Verkopen-aan relatie (tccom4110s000). Als deze waarde niet is opgegeven, haalt Infor LN de default waarde op uit de sessie Gebruikersprofiel (tppdm0101s000). U kunt deze waarde wel wijzigen.

Als het verkoopbureau dat is opgegeven in de sessie Verkopen-aan relatie (tccom4110s000) verschilt van het verkoopbureau dat is opgegeven in de sessie Gebruikersprofiel (tppdm0101s000), wordt er een waarschuwingsbericht weergegeven.

Programma
Een groep van gerelateerde projecten die beheerd worden op een gecoördineerde manier voor extra voordelen en bewaking.
Programmabeheerder
De medewerker die de programmabeheerder voor het contract is.
Zoekargument
Een alternatieve vorm van een omschrijving die het zoeken eenvoudiger maakt. Doorgaans is dit een afkorting, acroniem of een eenvoudig te onthouden alternatief voor een volledige omschrijving.
Uitvoering
Contractbeheerder
De medewerker die de contractbeheerder is.
Werkstroomstatus
De status die van toepassing is als de autorisatie voor het business-object wordt goedgekeurd met behulp van ION Workflow.

Wanneer u een wijziging doorvoert die autorisatie vereist, wordt voor het business-object automatisch een uitgecheckte versie aangemaakt. De wijzigingen die u voorlegt, gaan pas in nadat ze zijn goedgekeurd/ingecheckt. U kunt uw wijzigingen ook ongedaan maken of uw voorgelegde wijzigingen terugdraaien.

  • Uitgecheckte en ingecheckte objecten worden weergegeven in de sessie Uitgecheckte workflow business objecten (ttocm9599m000).
  • Selecteer in het menu Beeld, Referentie en/of Acties van deze sessie de optie Werkstroom en voer de vereiste actie voor het business-object uit.

Toegestane waarden

Als het business-object uitgecheckt is, wordt op dit veld een objectstatus getoond.

Als het business-object ingecheckt is, wordt op dit veld een goedkeuringsstatus getoond.

Als er voor het objecttype in de sessie Workflow - informatievelden (ttocm0106m000) (die wordt weergegeven als een tabblad in de sessie Objecttypes (ttocm0102m000)) een omschrijving is opgegeven, wordt op dit veld, ongeacht of het object is in- of uitgecheckt, altijd de waarde van het juiste veld Omschrijving getoond.

NB

Meer informatie over het instellen en gebruiken van ION Workflow voor business-objecten in LN kunt u vinden in Infor LN Integration Guide for Infor ION Workflows and Monitors op de website van Infor Xtreme.

Gerelateerde onderwerpen

Project
Een inspanning met een specifieke doelstelling die moet worden gehaald binnen de voorgeschreven tijd en financiële beperkingen en die is toegekend voor definitie of uitvoering.
Financiële gegevens
Status
NB

Als de contractkop Geannuleerd is, worden alle regels ook op Geannuleerd gezet.

Contractsoort
Blokkeerreden
De reden voor het blokkeren van het contract.
Werkstroomstatus
De status die van toepassing is als de autorisatie voor het business-object wordt goedgekeurd met behulp van ION Workflow.

Wanneer u een wijziging doorvoert die autorisatie vereist, wordt voor het business-object automatisch een uitgecheckte versie aangemaakt. De wijzigingen die u voorlegt, gaan pas in nadat ze zijn goedgekeurd/ingecheckt. U kunt uw wijzigingen ook ongedaan maken of uw voorgelegde wijzigingen terugdraaien.

  • Uitgecheckte en ingecheckte objecten worden weergegeven in de sessie Uitgecheckte workflow business objecten (ttocm9599m000).
  • Selecteer in het menu Beeld, Referentie en/of Acties van deze sessie de optie Werkstroom en voer de vereiste actie voor het business-object uit.

Toegestane waarden

Als het business-object uitgecheckt is, wordt op dit veld een objectstatus getoond.

Als het business-object ingecheckt is, wordt op dit veld een goedkeuringsstatus getoond.

Als er voor het objecttype in de sessie Workflow - informatievelden (ttocm0106m000) (die wordt weergegeven als een tabblad in de sessie Objecttypes (ttocm0102m000)) een omschrijving is opgegeven, wordt op dit veld, ongeacht of het object is in- of uitgecheckt, altijd de waarde van het juiste veld Omschrijving getoond.

NB

Meer informatie over het instellen en gebruiken van ION Workflow voor business-objecten in LN kunt u vinden in Infor LN Integration Guide for Infor ION Workflows and Monitors op de website van Infor Xtreme.

Gerelateerde onderwerpen

Fase
De identificatie van een stadium of fase tijdens de uitvoering van het contract, bijvoorbeeld offreren, afgedrukt, verzonden aan klant, enzovoort.
Valuta
De valuta van de aanneemsom.
Soort valutakoers
Een manier om valutakoersen te groeperen. U kunt verschillende valutakoersen toekennen aan verschillende factureren-aan relaties en/of aan verschillende soorten mutaties (inkoop, verkoop, enzovoort).
Aanneemsom
Het opgegeven bedrag voor het contract.
Mutatiebedrag
Het mutatiebedrag van de contractregel dat is gebruikt als de basis waarop het tussenresultaat wordt berekend.
Eigen valuta
Het mutatiebedrag staat in de eigen valuta.
Offertenummer
Het nummer van de offerte. De default waarde wordt opgehaald uit de sessie Offerte (tpest3600m000). Dit is een weergaveveld.
Factureerperiode afdwingen
Indien dit selectievakje is ingeschakeld, bepaalt LN de factureerperiode voor het contract. Alleen de kosten die binnen de geldigheidsperiode (de periode tussen de Ingangsdatum en de Vervaldatum) worden vastgelegd voor het contract, zijn facturabel.
Ingangsdatum
De datum vanaf wanneer de factuurperiode voor de contractregel van kracht wordt.
NB

Dit veld is verplicht als het selectievakje Factureerperiode afdwingen is ingeschakeld.

Vervaldatum
De datum waarop de factuurperiode voor de contractregel afloopt.
NB

Dit veld is verplicht als het selectievakje Factureerperiode afdwingen is ingeschakeld.

Facturering
Facturering
Factureren-aan relatie
De relatie waarnaar u facturen stuurt. Meestal is dit de crediteurenadministratie bij de debiteur. De definitie omvat de default valuta en wisselkoers, de factureermethode en frequentie, informatie over de kredietlimiet van de debiteur, de betalingsvoorwaarden en de wijze van betalen, en de gerelateerde betalen-door relatie.
Adres
Een volledige set adresgerelateerde gegevens, waaronder het correspondentieadres, toegang tot telefoon, fax, telex, e-mail en internetadres, identificatie voor belastingdoeleinden en routinginformatie.
Contactpersoon
De persoon waarmee u zakelijke transacties bespreekt. U richt bijvoorbeeld uw vragen, offertes, vervolgcalls, direct mailings en relatiegeschenken aan de contactpersoon. De gegevens van de contactpersoon omvatten de naam, het telefoonnummer, het e-mailadres en andere details.
Factuursoort
De factuursoort bepaalt de factureermethode voor het contract.

Toegestane waarden

Factuursoort

Factureermethode
Deze methode wordt alleen gebruikt voor contractprojecten om aan Fin. administratie te factureren.

Kapitaalprojecten worden niet gefactureerd. Voor de facturering van verkooporderprojecten wordt gebruikgemaakt van de module Facturering.

Factuurkorting
Het percentage dat wordt gebruikt om de korting op het factuurbedrag van het contract te berekenen.
Factuurverzendmethode
Een door de gebruiker te definiëren manier voor het categoriseren van facturen op basis van de verzendmethode. LN drukt facturen af die zijn gegroepeerd op basis van de factuurverzendmethode. Per factuurverzendmethode sorteert en drukt LN de facturen af binnen elke postcode per adres.

U kunt een default factuurverzendmethode selecteren voor elke factureren-aan relatie.

Type verkoop
Een eigenschap van een verkooporder waarmee u het type verkoop kunt vaststellen en het soort vordering. Deze eigenschap wordt gebruikt om de verkopen op de correcte rekening in de Debiteurenadministratie te boeken als de factuur wordt aangemaakt. Bij het boeken van een verkoopfactuur wordt door LN de verzamelrekening opgehaald op basis van het type verkoop dat is gekoppeld aan de verkooporderregel, het projectcontract, enzovoort.
Drempel opbrengst premie
Het percentage dat aangeeft of de premies kunnen worden meegenomen bij het genereren van de tussenresultaten. Infor LN haalt de default waarde op uit de sessie Parameters Project (tppdm0100s000).
Projecttekst op factuur
Indien dit selectievakje is ingeschakeld, drukt LN de projectgerelateerde tekst op de facturen af.
NB

Indien dit selectievakje is uitgeschakeld, drukt Infor LN de tekst van de contractregel op de factuur af.

Factureringscyclus
Het tijdsinterval dat is gedefinieerd voor het genereren van factuuroverzichten voor het contract.
Laatst overgezet naar Facturering
De datum waarop het contract voor de laatste keer gefactureerd is.
Volgende factuurdatum
De datum waarop de volgende factuur gegenereerd wordt.
Koersbepaling
De datum die gebruikt wordt voor het bepalen van de valutakoers.

Toegestane waarden

Koersbepaling.

Betalen
Betalen
Betalen-door relatie
De relatie waarvan u betalingen ontvangt. Meestal is dit de crediteurenadministratie bij de debiteur. De definitie omvat de default valuta en de valutakoers, de bankrelatie van de debiteur, de soort aanmaningen die u naar de relatie stuurt en de frequentie van het versturen van aanmaningen.
Adres
Een volledige set adresgerelateerde gegevens, waaronder het correspondentieadres, toegang tot telefoon, fax, telex, e-mail en internetadres, identificatie voor belastingdoeleinden en routinginformatie.
Contactpersoon
De persoon waarmee u zakelijke transacties bespreekt. U richt bijvoorbeeld uw vragen, offertes, vervolgcalls, direct mailings en relatiegeschenken aan de contactpersoon. De gegevens van de contactpersoon omvatten de naam, het telefoonnummer, het e-mailadres en andere details.
Telefoon
Het telefoonnummer van de betalen-door relatie.
Betalingscondities
Overeenkomsten met betrekking tot de manier waarop facturen worden betaald.

De betalingscondities omvatten:

  • De periode waarbinnen de facturen moeten worden betaald.
  • De verleende korting als een factuur wordt betaald binnen de aangegeven periode.

De betalingscondities stellen u in staat om het volgende te berekenen:

  • De datum waarop moet worden betaald
  • De datum waarop de kortingsperioden vervallen
  • Het kortingsbedrag
Toeslag te late bet.
Het percentage dat wordt geheven over het goederenbedrag of over het bedrag aan geleverde diensten, dat de ontvanger van de factuur moet betalen als de factuur niet binnen de aangegeven periode wordt betaald.
Betaalwijze
De wijze waarop de betaling (inkoopfactuur) of de incasso (verkoopfactuur) plaatsvindt. De betaalwijze definieert gegevens zoals het maximumbedrag, de soort vervaldatum, of vreemde valuta toegestaan zijn en welke gegevens afgedrukt moeten worden op het verslag.

Deze gegevens zijn defaults die u zonodig kunt wijzigen op de order of factuur.

Bankrekeningcode
De unieke identificatiecode van de bank.
Omschrijving
De omschrijving of naam van de code.
Bankrekening
Het bankrekeningnummer.

De bankrekening wordt geïdentificeerd met een nummer dat de relatie heeft bij de bank die wordt aangegeven met de bankrekeningcode, en weergegeven op basis van de bankrekeningcode.

Internationaal bankrekeningnummer
Het internationale bankrekeningnummer voor het contract. Dit is een weergaveveld.
Classificatie
Classificatie
Branche
De branche die is gekoppeld aan het contract.
Omschrijving
De omschrijving of naam van de code.
Verwervingsmethode
De code die de verwervingsmethode aangeeft die aan het contract is gekoppeld.
Omschrijving
De omschrijving of naam van de code.
Financieringsmethode
De code die de financieringsmethode aangeeft die aan het contract is gekoppeld.
Omschrijving
De omschrijving of naam van de code.
Geografische regio
De geografische regio die aan het contract is gekoppeld.
Omschrijving
De omschrijving of naam van de code.
Categorie
De code die de categorie aangeeft die aan het contract is gekoppeld.
Omschrijving
De omschrijving of naam van de code.
Bedrijfssector
De code die de bedrijfssector aangeeft die aan het contract is gekoppeld.
Omschrijving
De omschrijving of naam van de code.
Groep
De code die de groep aangeeft die aan het contract is gekoppeld.
Omschrijving
De omschrijving of naam van de code.
Aanvullende informatie
Aanvullende informatie
Extra veld
Gebruikersspecifieke velden die kunnen worden gekoppeld aan LN-tabellen. Extra informatievelden voegen geen specifieke waarde toe aan LN, omdat er aan de inhoud van deze velden geen functionele logica is gekoppeld.

 

Status zetten op
Hiermee stelt u de contractstatus in op de geselecteerde waarde.
Vrij
Hiermee stelt u de contractstatus in op Vrij.
Geblokkeerd
Hiermee stelt u de contractstatus in op Geblokkeerd.
Actief
Hiermee stelt u de contractstatus in op Actief.
Afgesloten
Hiermee stelt u de contractstatus in op Afgesloten.
Geannuleerd
Hiermee stelt u de contractstatus in op Geannuleerd.