Alleen zichtbaar als de functionaliteit voor meerdere vestigingen actief is.
Afdelingen (tirou0101m000)Deze sessie kunt u gebruiken om afdelingen weer te geven en te beheren. De afdelingsgegevens worden gebruikt voor kostenvoorcalculaties en planningsdoeleinden. In het menu Beeld, Referentie en/of Acties kunt u kiezen uit:
NB U kunt geen afdeling verwijderen als:
Vestiging De ID van de vestiging. NB Alleen zichtbaar als de functionaliteit voor meerdere vestigingen actief is. Afdelingssoort De soort afdeling. Toegestane waarden Afdeling De afdeling-ID. Als u een afdelingscode vastlegt, moet u nagaan welke afdeling van invloed is op de voorgecalculeerde kosten van productieorders. Het veld Soort bewerkingstarieven in de sessie Parameters kostprijscalculatie (ticpr0100m000) bepaalt of een afdeling invloed heeft op de voorgecalculeerde kosten. Het veld Soort bewerkingstarieven kan worden ingesteld op Taakrelatietarief of Afdelingstarief. Het aantal afdelingen behoeft niet overeen te komen met het aantal fysieke afdelingen binnen uw organisatie, omdat niet elke fysieke afdeling van invloed is op de voorgecalculeerde kosten. In de sessie Productieplanning (tisfc0110m000) kunt u de planning wijzigen door een bewerking door een andere afdeling te laten uitvoeren. De capaciteitseenheden moeten dan wel gelijk zijn. NB
Productieafdeling Een groep productieresources, afdelingen en werkcellen, die fysiek aan elkaar zijn gekoppeld. Een productiehal is bijvoorbeeld een productieafdeling. Onafhankelijk vantoeleverancier Indien dit selectievakje is ingeschakeld, heeft de afdeling die is gedefinieerd als Uitbesteding geen gekoppelde toeleverancier. NB Met dit selectievakje kunnen gebruikers simulaties maken en basisgegevens definiëren voor de productie van artikelen met uitbestede taken of onderdelen als er nog geen toeleverancier is aangewezen. Toeleverancier De toeleverancier, indien het veld Afdelingssoort Uitbesteding is. NB U kunt dit veld niet gebruiken als het selectievakje Onafhankelijk vantoeleverancier is ingeschakeld in de sessie Afdelingen (tirou0101m000). Enterpriseeenheid Een financieel onafhankelijk onderdeel van uw organisatie, dat is opgebouwd uit entiteiten, zoals bedrijfsonderdelen, afdelingen, magazijnen en projecten. De entiteiten van de enterprise-eenheid moeten allemaal tot hetzelfde logistieke bedrijf behoren, maar een logistiek bedrijf kan meerdere enterprise-eenheden bevatten. Een enterprise-eenheid is gekoppeld aan één financieel bedrijf. Wanneer u logistieke mutaties tussen enterprise-eenheden uitvoert, worden de resulterende financiële mutaties geboekt naar de financiële bedrijven waaraan de enterprise-eenheid is gekoppeld. U kunt de enterprise-eenheid van de afdeling wijzigen in de sessie Bedrijfsonderdelen (tcemm1124m000). Als u de multi-company structuur echter eenmaal hebt ingesteld, kunt u de enterprise-eenheid niet meer wijzigen. Actuele kalender De combinatie van kalender en beschikbaarheidssoort die wordt gebruikt door de afdeling die een productieorder produceert. NB
Parentafdeling De hoofdafdeling die is gekoppeld aan de afdeling. Als de afdeling een subafdeling van een hoofdafdeling is, moet u de code van de hoofdafdeling intoetsen. Als u gebruikmaakt van gezamenlijke afdelingen, is de secundaire afdeling altijd een hoofdafdeling, zelfs wanneer de primaire afdeling een subafdeling is. Kritisch inplanning Geef op welke capaciteit kritisch is bij de planning. De opgegeven capaciteit wordt gebruikt in Enterprise Planning en voor netwerkactiviteiten van Projectbeheer:
NB Dit veld wordt niet in JSC gebruikt, omdat het capaciteitsgebruik in JSC altijd wordt uitgedrukt in man- of machinecapaciteit. Toegestane waarden Verborgen velden Adres Een volledige set adresgerelateerde gegevens, waaronder het correspondentieadres, toegang tot telefoon, fax, telex, e-mail en internetadres, identificatie voor belastingdoeleinden en routinginformatie. Plaats (briefhoofd) De plaatsnaam die moet worden afgedrukt voor de datum in briefhoofden van de afdeling. Fin. admin.-bedrijf Het financiële bedrijf waaraan de enterprise-eenheid van de afdeling gekoppeld is. Mutaties die door de afdeling zijn aangemaakt, worden op dit financiële bedrijf geboekt. Operationeel bedrijf Het bedrijf waar een bedrijfsonderdeel, magazijn of project bij hoort. In de meeste gevallen is dit het logistieke bedrijf waarin het bedrijfsonderdeel, het magazijn of het project is aangemaakt. Logistieke mutaties afkomstig van een bedrijfsonderdeel, magazijn of project kunnen alleen in het bijbehorende operationele bedrijf worden aangemaakt. Type gezam. afd. / prim.bedr. Op dit veld geeft u aan tot welk type gezamenlijke afdeling een afdeling behoort.
Afdelingskalender Een set definities die worden gebruikt voor het maken van een lijst met werktijden per kalender. Een kalender wordt geïdentificeerd met een combinatie van een kalendercode en een beschikbaarheidssoort. Dit veld is niet van toepassing als het veld Afdelingssoort is ingesteld op Lijnstation of Buffer. Extra Intrastat-informatie Indien dit selectievakje is ingeschakeld, zijn er extra Intrastat-gegevens beschikbaar. Manager De code van de medewerker die het afdelingshoofd is. Code loonkostentarief Het loonkostentarief wordt gebruikt om de intercompany-prijs te bepalen voor uren die zijn besteed aan het afhandelen van een order of project. Productiemagazijn Een magazijn voor de opslag van tussenvoorraden om afdelingen te bevoorraden. Een productiemagazijn is gekoppeld aan een afzonderlijke werkcel, een assemblagelijn of een of meer afdelingen. Een productiemagazijn kan van goederen worden voorzien via aanvulorders of middels een pull-gestuurde levering van materialen. Als het gaat om de pull-gestuurde levering van materialen, kunt u uit twee methoden kiezen:
De artikelen in het productiemagazijn maken geen deel uit van het onderhanden werk (OHW). Wanneer artikelen vanuit het productiemagazijn naar de productie worden overgezet, wordt hun waarde bij het onderhanden werk opgeteld. U kunt alleen een waarde intoetsen indien het selectievakje Gebruik productiemagazijn in de sessie Parameters productieorders (tisfc0100s000) is ingeschakeld. Het veld Magazijnsoort in de sessie Magazijnen (tcmcs0103s000) moet op Productie staan. Medewerker backflushing Het medewerkersnummer waarop uren worden geboekt in Medewerkers door middel van backflushing. Tarief De code die aan de afdeling is gekoppeld en als afdelingstarief wordt gebruikt. NB U definieert bewerkingscodes in de sessie Bewerkingstariefcodes (ticpr0150m000). Dit veld is alleen toegankelijk als:
Kostenafdeling Een aan een planningsafdeling gekoppelde afdeling die wordt gebruikt voor het berekenen van de kosten per eenheid eindproduct, OHW-overboekingen en productieresultaten. Deze resultaten bevatten de financiële mutaties die zijn gerelateerd aan productieorders. De koppeling tussen een kostenafdeling en een planningsafdeling stelt u in staat productiebewerkingen nog een keer opnieuw te plannen. Indien nodig kunt u de afdeling waar de bewerking wordt uitgevoerd, wijzigen zonder dat dit van invloed is op het calculatieproces. NB Als de afdeling een Subafdeling is, wordt de kostenafdeling van de bijbehorende hoofdafdeling automatisch weergegeven. Op dit veld kunt u echter een andere kostenafdeling intoetsen. Bewerkingstariefcode van kostenafdeling De code die aan de kostenafdeling is gekoppeld en als kostenafdelingstarief wordt gebruikt. Basiscapaciteit per week De weekcapaciteit van elke capaciteitseenheid op de afdeling. Met deze waarde berekent u de basiscapaciteit van een afdeling op weekbasis. De capaciteit verschijnt dan op de bezettingsoverzichten van de afdeling. Basiscapaciteit per dag[uren] De dagcapaciteit van elke capaciteitseenheid op de afdeling. Met deze waarde berekent u de basiscapaciteit van een afdeling op dagbasis. De capaciteit verschijnt dan op de bezettingsoverzichten van de afdeling. Aantal machines Het aantal machines dat voor productie op de afdeling beschikbaar is. Deze waarde kan worden berekend en bijgewerkt in de sessie Resources berekenen (tirou0201m000). LN zoekt naar alle machines die aan een afdeling zijn toegekend via de sessie Machines (tirou0102m000). Het aantal machines op een afdeling wordt als volgt berekend: Aantal machines = totaal van de weekcapaciteit van alle machines die aan de afdeling zijn gekoppeld / weekcapaciteit van de afdeling De weekcapaciteit van de afdeling wordt vastgelegd op het veld Basiscapaciteit per week van deze sessie. Het aantal machines en operators dat aan een afdeling is gekoppeld wordt gebruikt om de beschikbare capaciteit van de afdeling te berekenen. Voorbeeld
Aantal machines = (40+60)/40 = 2,50 Aantal operators Het aantal operators dat op de afdeling beschikbaar is. Deze waarde kan worden berekend en bijgewerkt in de sessie Resources berekenen (tirou0201m000). Elke afdeling is een bedrijfsonderdeel. LN zoekt naar alle operators die aan het bedrijfsonderdeel zijn toegekend met de sessie Medewerkers - Algemene gegevens (tccom0101m000). De bijbehorende weekcapaciteiten worden vervolgens bij elkaar opgeteld. Het aantal operators van een afdeling wordt als volgt berekend: aantal operators = totaal van de weekcapaciteit van alle operators die aan de afdeling zijn gekoppeld / weekcapaciteit van de afdeling De weekcapaciteiten van de medewerkers worden ingevoerd op het veld Beschikbare uren in de detailsessie Medewerkers - Medewerkersbeheer (bpmdm0101m000). De weekcapaciteit van de afdeling wordt vastgelegd in de detailsessie Afdelingen (tirou0101m000). Het aantal machines en operators dat aan een afdeling is gekoppeld, wordt gebruikt om de beschikbare capaciteit van de afdeling te berekenen. Voorbeeld Huidige datum: 07-11-2000 Afdeling A: 40 uur/week
Aantal operators = (40 + 30) /40 = 1,75 omdat werknemer A 40 uur werkt en werknemer C 30 uur. De uren van werknemer B worden genegeerd omdat de Laatste datum is ingesteld op 31-10-2000 (eerder dan de huidige datum) en B op de ingestelde datum niet langer de werknemer is. Tijdseenheid De tijdseenheid waarin de Wachttijd en de Buffertijd worden uitgedrukt. De tijdseenheid van de subafdeling kan gelijk zijn aan de tijdseenheid van de bijbehorende hoofdafdeling. Als de tijdseenheid betrekking heeft op de buffertijd, moeten Dagen en Uren worden geïnterpreteerd als dagen en uren in de werktijdentabel die aan de afdeling is gekoppeld. Heeft de tijdseenheid betrekking op de wachttijd, dan wordt er geen kalender gebruikt. Er wordt dan uitgegaan van 24 uur per dag en 7 dagen per week. Toegestane waarden
Buffertijd De tijd dat een order op een afdeling aanwezig is voordat er een omstelling of bewerking voor wordt uitgevoerd. De buffertijd dient voor het berekenen van doorlooptijden en wordt uitgedrukt in dagen of uren. De dagen of uren moeten geïnterpreteerd zijn als dagen en uren in de werktijdenkalender die aan de afdeling is gekoppeld. Als het veld Tijdseenheid op Dagen staat, rondt LN de ingevoerde waarden van de doorlooptijd af op gehele getallen. Wachttijd De tijd dat een order op een afdeling blijft nadat een bewerking is gereedgemaakt . LN plant geen wachttijden volgens een specifieke kalender. De planning van de wachttijd is gebaseerd op 7 dagen per week en 24 uur per dag. Een typisch voorbeeld is de tijd die na het verven nodig is voor het drogen. Als LN de start- en eindtijden van geplande orders berekent op basis van de routing, houdt LN rekening met de wachttijd. De wachttijd wordt uitgedrukt in dagen of uren. Dit zijn geen kalender-dagen of -uren. Er wordt uitgegaan van 24 uur per dag en 7 dagen per week. Als het veld Tijdseenheid op Dagen staat, rondt LN de ingevoerde waarden van de doorlooptijd af op gehele getallen. De planningsbuffer die ontstaat door de wachttijd, maakt het mogelijk een speling in te bouwen tussen opeenvolgende bewerkingen. Hierdoor kunt u met bewerkingen schuiven als de planning moet worden aangepast. NB Dit veld is niet toegankelijk als het veld Afdelingssoort is ingesteld op Kostprijscalculatie, Lijnstation of Buffer. Verplaatsingstijd De tijd die nodig is om een halffabricaat van de ene bewerking naar de andere te verplaatsen. Na de laatste bewerking is de verplaatsingstijd de tijd die nodig is om het eindproduct naar het magazijn over te zetten. De verplaatsingstijd is een van de doorlooptijd-elementen waarmee LN plant met gebruikmaking van een bepaalde kalender. Als het veld Tijdseenheid op Dagen staat, rondt LN de ingevoerde waarden van de doorlooptijd af op gehele getallen. Gewenste buffer Het door de gebruiker gewenste verschil tussen de input en output van een afdeling. Dit is de default waarde voor de begincalculaties van buffers. Globale capaciteitsbehoefte PCS gebruiken Bij een netwerkplanning in PCS kan de capaciteit van de afdeling worden verbruikt door:
Aan de hand van dit selectievakje wordt bepaald hoe de capaciteit van de afdeling wordt verbruikt:
Instructies afdrukken Als u gebruikmaakt van een micro-routing, kunt u instructies voor productieorders vastleggen ten behoeve van elke bewerking en elke bewerkingsstap. Als het veld op Ja staat, worden de betreffende instructies afgedrukt. De waarde Niet van toepassing is alleen mogelijk als Afdelingssoort is ingesteld op Subafdeling. De subafdeling krijgt dan de waarde van het veld Instructies afdrukken van de bijbehorende hoofdafdeling. Apparaat voor labels afdrukken Geef het apparaat voor het afdrukken van labels op. Constraintsoort Geef de constraintsoort op voor de afdeling. Toegestane waarden
Time fence constraints Een peildatum voor de evaluatie van processen of statussen. Voorbeeld De time fence van de assemblageorder op een assemblagelijn is bepalend voor de einddatum van de periode waarvoor assemblageorders moeten worden aangemaakt. Als deze time fence 100 dagen is, moeten assemblageorders worden aangemaakt voor productvarianten waarvan de geplande afleverdatum tussen nu en 100 dagen ligt. Zo kan een time fence van 100 dagen ook bepalen wanneer lijnstationorders moeten worden bevroren, bijgewerkt enzovoort. Als calculatiebureau gebruiken Indien dit selectievakje is ingeschakeld, functioneert de geselecteerde kostenafdeling als calculatiebureau. Algemeen Kalender Herkomst De ID van de sessie waarin de werkelijke kalender is gedefinieerd.
| |||||||||||||||||||||||||