De te selecteren artikelcode moet vooraf zijn vastgelegd in de sessie Artikelen (tcibd0501m000).
Generiek art. - instell. voor gen. van geg. (tipcf3101m000)Deze sessie kunt u gebruiken om de gegevens te muteren die bepalen hoe in LN generieke artikelgegevens worden gegenereerd. U kunt artikelgegevens generiek vastleggen om die vervolgens te gebruiken tijdens de configuratie van productvarianten. De artikelgegevens kunnen generiek worden opgebouwd uit elementen met vaste codes of optiewaarden van productkenmerken. U kunt gegevens definiëren voor de artikelvelden met de artikelcode, de omschrijving, het materiaal, enzovoort. Met behulp van constraints kunt u bepalen hoe de artikelcodestructuur eruit moet zien. U kunt ook de andere artikelgegevens generiek vastleggen. Als LN een identificerende artikelcode moet genereren, moet het selectievakje Identificerende artikelcode in de sessie Parameters productconfiguratie (tipcf0100m000) worden ingeschakeld. Indien LN gebruik moet maken van de generieke artikelcode waaraan een volgnummer is toegevoegd, moet u het selectievakje uitschakelen.
Generiek artikel De code van het generieke artikel waarop de productkenmerken van toepassing zijn. Een generiek artikel is een artikel waarvan meerdere productvarianten aanwezig zijn. NB De te selecteren artikelcode moet vooraf zijn vastgelegd in de sessie Artikelen (tcibd0501m000). Artikelveld Het artikelveld waarvoor u de instellingen voor het genereren van de gegevens definieert. LN genereert deze artikelgegevens wanneer u de productvarianten configureert. U kunt de artikelcode die tijdens het configureren van productvarianten wordt geproduceerd, generiek identificeren. De artikelcode kan generiek worden opgebouwd uit elementen met vaste codes en/of optiewaarden van productkenmerken. Met behulp van constraints kunt u bepalen hoe de artikelcodestructuur eruit moet zien. Op dezelfde wijze kunt u ook de andere artikelgegevens generiek vastleggen. Indien LN de optieomschrijving niet herkent, wordt de optiewaarde automatisch toegevoegd aan de optieomschrijving. Productkenmerken moeten worden voorzien van vierkante haken ([...]) op tekstregels en in teksblokken, zoals in constraint-expressies. Toegestane waarden U kunt gegevens definiëren voor de volgende velden in de sessie Artikelen (tcibd0501m000):
Daarnaast kunt u gegevens definiëren voor het volgende veld in de sessie Artikelen - verkoop (tdisa0501m000): Volgnummer Default toont LN het laatst gebruikte nummer plus 10, dus in de volgorde 10, 20, 30, enzovoort. U bent natuurlijk vrij in de keuze van een coderingssysteem, maar toch is het raadzaam om de default nummering over te nemen. Als u later alsnog generieke artikelgegevens wilt toevoegen, kunt u gebruikmaken van tussenliggende nummers (bijvoorbeeld nummer 15 tussen 10 en 20). Tekstregel De taalcode voor het vastleggen van een artikeltekst. U selecteert de taalcode door naar de sessie Softwaretalen (ttaad1510m000) te zoomen. Tekstregel Het nummer van de tekstregel voor het vastleggen van een artikeltekst. Van positie Toets de eerste positie in van de artikelgegevens die u als generiek artikel wilt vastleggen. T/m positie De eindpositie van het generieke artikelveld. Omschrijving De omschrijving die tijdens de configuratie van productvarianten verschijnt op de aangegeven posities van het generieke artikelveld. Dit is een alfanumerieke code of een tekst. Als u de vaste omschrijving invoert, kunt u het veld Kenmerk niet meer invullen en omgekeerd. Generieke artikelgegevens kunnen op twee manieren worden gegenereerd:
Het genereren van een vaste omschrijving voor artikelgegevens kan afhankelijk worden gemaakt van de keuze van kenmerkopties voor de productvariant. U kunt zonodig ook de constraint-ID invullen. Productkenmerk Als u een productkenmerk wilt invullen als parameter voor generieke artikelgegevens, moet het veld Omschrijving leeg zijn. Het in te voeren productkenmerk moet vooraf zijn vastgelegd in de sessie Productkenmerk (tipcf0150m000). Het genereren van een variabele omschrijving voor een artikelveld kan afhankelijk worden gemaakt van de keuze van kenmerkopties voor de productvariant. Zo nodig kunt u ook het veld Constraintcode vullen. Tekstblok Indien dit selectievakje is ingeschakeld, is er een tekstblok aanwezig dat deel uitmaakt van een tekstblok van een generiek artikel. U kunt dit tekstblok opvragen of muteren door de cursor naar het veld te verplaatsen en vervolgens te klikken of door te klikken op de knop Teksteditor. Indien dit selectievakje is uitgeschakeld, is er geen tekstblok dat deel uitmaakt van de generieke artikeltekst. Constraintcode De constraintcode die u invoert moet vooraf zijn vastgelegd in de sessie Configureerbaar artikel - constraintcodes (tipcf2101m000). U moet alleen een constraintcode invoeren als deze code ook is vastgelegd in de sessie Configureerbaar artikel - constraints (tipcf2110m000). Als u de sessie Configureerbaar artikel - constraints (tipcf2110m000) activeert, kunt u direct constraints per generiek artikel definiëren. In dat geval wordt u in LN gevraagd of u een nieuwe constraintcode wilt aanmaken als er eerder nog geen constraintcode is ingevoerd. Met de constraintsectie Parametervervanging kunt u vastleggen onder welke voorwaarden de gegevens van generieke artikelen moeten worden opgenomen in de specifieke artikelgegevens van de productvariant.
| |||