Lichte PCS-projectenIn een make-to-order productieomgeving begint de productie pas als een klant een order heeft geplaatst. Anders dan bij een engineer-to-order omgeving, heeft een product in een make-to-order omgeving meestal vaste kenmerken en specificaties die waarschijnlijk niet worden gewijzigd. In LN wordt het type make-to-order zonder engineering ook standaard op-order genoemd. Het product heeft dan een standaard stuklijst en een standaard routing en is daarom een standaardproduct. Standaard op-order producten zijn meestal producten waarvan het onwenselijk is deze op voorraad te houden, bijvoorbeeld omdat het product erg duur is of veel ruimte inneemt. Voltooide standaard op-order producten kunnen direct naar de klant worden verzonden die ze besteld heeft, zodat u voorraadkosten bespaart. Er zijn twee soorten projecten die u kunt gebruiken in Projectbeheer voor de productie van op order te produceren standaardartikelen (STO):
Met een licht PCS-project kunnen activiteiten aan specifieke verkooporders worden gepegd, waarbij de kosten bekend zijn per PCS-project. Als een project wordt gegenereerd voor het produceren van het opgegeven artikel, wordt geen stuklijstrouting naar het project gekopieerd, aangezien deze standaard zijn en geen constructie mogelijk is als het artikel eenmaal wordt geproduceerd. De stuklijst en routing van een standaard op-order artikel worden onafhankelijk opgeslagen van de projecten die gebruikmaken van die artikelen. Dit voorkomt redundantie van gegevens. Stap 1. Maak een verkooporder voor het standaard op-order artikel. Voor het bestelbeleid van het artikel op de verkooporderregel moet het selectievakje Klantspecifiek maken zijn ingeschakeld. U definieert dit in de sessie Artikelen (tcibd0501m000). Het selectievakje Klantspecifiek maken in de detailsessie Verkooporderregels (tdsls4101m000) is dan ingeschakeld, wat aangeeft dat een PCS-project gegenereerd kan worden. Stap 2. Productie van een standaard op-order artikel triggeren In LN kunt u de productie van een standaard op-order artikel direct vanuit de verkooporder triggeren. Selecteer een verkooporderregel en start de sessie Structuur van PCS-project voor verkooporders genereren (tdsls4244m000) in het menu Beeld, Referentie en/of Acties om de projectstructuur voor het standaardartikel te genereren. Selecteer Standard-to-order op het veld Genereermethode. Het artikel op de verkooporderregel wordt als een klantspecifiek artikel naar het PCS-project gekopieerd. Met andere woorden, er wordt een projectcode aan het standaardartikel toegevoegd, waarmee het artikel een klantspecifiek artikel wordt. De stuklijst en de routing worden echter niet naar het project gekopieerd, dus op geen enkel niveau in de projectstructuur wordt een klantspecifieke stuklijst of routing aangemaakt. Afhankelijk van de instellingen in de sessie Structuur van PCS-project voor verkooporders genereren (tdsls4244m000) wordt de projectcode van het nieuwe klantspecifieke artikel gebaseerd op het verkoopordernummer (indien het selectievakje Projectnummer aan verkoopordernummer gelijkstellen is ingeschakeld) of op een projectserie (indien het veld Projectserie is ingevuld). Stap 3. Geplande orders genereren Nadat met de sessie Structuur van PCS-project voor verkooporders genereren (tdsls4244m000) een projectstructuur is aangemaakt voor het standaard op-order artikel, kunnen geplande orders gegenereerd worden voor alle artikelen onder het PCS-project in de sessie Orderplanning genereren (cprrp1210m000) in Enterprise Planning. Geplande orders worden aangemaakt voor materialen in het project die standaard op-order artikelen zijn, maar ook voor artikelen die Nee zijn. Voor dit doel wordt de stuklijst gedesaggregeerd. De stuklijst die voor desaggregatie wordt gebruikt, is de standaard stuklijst van het artikel waarvan het klantspecifieke artikel is afgeleid. Het artikel waarvan het klantspecifieke artikel is afgeleid, staat op het veld Afgeleid van artikel in de detailsessie Artikelen (tcibd0501m000) voor het klantspecifieke artikel. De stuklijst wordt als volgt gedesaggregeerd: als het materiaal in de stuklijst een klantspecifiek artikel is, controleert Enterprise Planning de voorraad van het artikel om het laagste voorraadniveau in de toekomst te bepalen. De berekening is als volgt: werkelijke voorraad + toekomstige ontvangsten - toekomstige leveringen Niet opgenomen in de berekening zijn:
Indien voldoende voorraad beschikbaar is, maakt Enterprise Planning een klantspecifiek artikel aan voor het STO-artikel en reserveert voorraad voor het klantspecifieke artikel i.p.v. het standaardartikel. Hierna stopt de desaggregatie van de stuklijst. Als er voldoende voorraad is, maakt Enterprise Planning een klantspecifiek artikel aan voor het STO-artikel, waarna de desaggregatie van de stuklijst wordt voortgezet. Als het materiaal op de stuklijstregel een anoniem artikel is, wordt er een geplande order gemaakt in het geval van onvoldoende voorraad. Van het artikel wordt echter geen klantspecifiek artikel afgeleid. Samengevat: elk materiaal in de stuklijst dat tijdens de desaggregatie van de stuklijst wordt tegengekomen en waarvoor het selectievakje Klantspecifiek maken is ingeschakeld, wordt in Enterprise Planning gewijzigd in een klantspecifiek artikel. De desaggregatie van een stuklijst stopt zodra er voldoende voorraad is voor een materiaal.
| |||