| Inspectiemethoden voor bewerkingen instellenIndien het selectievakje Routingbeheer (TI) in de sessie Parameters Kwaliteitsbeheer (qmptc0100m000) is ingeschakeld, kunt u in Kwaliteit een controle uitvoeren op de producten van de bewerkingen. U kunt de sessie Orderspecifieke testprocedures (qmptc0149m000) starten via de sessie Productieplanning (tisfc0110m000). U kunt de kwaliteitsbehoeften voor elke bewerking definiëren. De volgende velden bepalen welke van de in het gedeelte over productiebewerkingen genoemde methoden wordt gebruikt: - Methode voor het blokkeren van inspecties
- Alleen QMadvies
Deze velden zijn beschikbaar zijn in de sessie Orderinspecties (qmptc1120m000). - Infor LN gebruikt methode A als aan de volgende condities wordt voldaan:
- Methode voor het blokkeren van inspecties = Doorgaan
- Het selectievakje Alleen QMadvies is ingeschakeld
- Infor LN gebruikt methode B als aan de volgende condities wordt voldaan:
- Methode voor het blokkeren van inspecties = Blokkeren bij voltooide bewerking
- Het selectievakje Alleen QMadvies is ingeschakeld
- Infor LN gebruikt methode C als aan de volgende condities wordt voldaan:
- Methode voor het blokkeren van inspecties = Blokkeren tijdens bewerking
- Het selectievakje Alleen QMadvies is ingeschakeld
- Infor LN gebruikt methode D als aan de volgende condities wordt voldaan:
- Methode voor het blokkeren van inspecties = Blokkeren tijdens bewerking
- Het selectievakje Alleen QMadvies is uitgeschakeld
Infor LN bepaalt de waarde van deze velden op basis van de gegevens die u invoert in de sessies Orderspecifieke testprocedures (qmptc0149m000). | |