Lijnvolgordebepaling en regelsoorten in AssemblagebeheerAssemblageorders die in de module Assemblageplanning worden gegenereerd, kunnen op volgorde worden gezet met behulp van de volgordebepalingsmachine. Daarmee wordt een lijnmix en een lijnvolgorde gegenereerd. Tijdens de volgordebepaling wordt rekening gehouden met lijnregels, zoals het clusteren van assemblageorders op basis van de kenmerken van artikelen of het blokkeren van assemblageorders vanwege capaciteitsregels. De assemblagelijn kan gericht zijn op één model of op een mixmodel. Er kan bijvoorbeeld een groot aantal productvarianten op dezelfde assemblagelijn worden geproduceerd. Hieronder worden vier belangrijke aspecten van lijnvolgordebepaling besproken:
VOLGORDEREGELS Volgorderegels bestaan uit de volgende elementen:
Het (re)mixproces in Assemblagebeheer U kunt de orders remixen in de module Assemblagebeheer met de sessie Lijnmix opnieuw genereren (tiasl3220m000). Regels worden gedefinieerd voor bepaalde optiecombinaties. Met remixen wordt geprobeerd de orders zo te plannen dat het aantal orders per optiecombinatie zo dicht mogelijk ligt bij het maximum aantal orders per optiecombinatie. Hoe beter de mix, des te beter de resultaten van de volgordebepaling. Mixregels Er zijn drie soorten mixregels:
Tijdens het remixen wordt de prioriteit van orders meegenomen, zoals verderop wordt beschreven. Omdat regels met elkaar in conflict kunnen zijn, wordt mogelijk niet aan alle volgorderegels voldaan. In dat geval kunt u sommige regels een hogere prioriteit geven. Dit resulteert echter in een minder efficiënte ordervolgorde. U moet deze conflicten oplossen door het assemblageproces opnieuw te ontwerpen, niet door nog een aantal lijnvolgordebepalingen uit te voeren. Volgordebepalingsregels Volgordebepalingsregels worden gebruikt om de volgorde van producten in relatie tot andere producten te bepalen. Er zijn drie soorten volgordebepalingsregels:
Clusteren Voorbeeld In dit voorbeeld worden de assemblageorders met de bijbehorende optiecombinaties voor een dag gepland op lijnsegment 1.
De optiecombinatielijst Kleur is in Assemblagebeheer als volgt gedefinieerd:
Wanneer de assemblageorders in Assemblagebeheer uitsluitend op basis van de clusterregel Kleur op volgorde zijn gezet, is het resultaat voor lijnsegment 1 als volgt:
Blokkeren Voorbeeld In dit voorbeeld worden de assemblageorders met de bijbehorende optiecombinaties voor een dag gepland op lijnsegment 1.
De optiecombinatielijst Kleur is in Assemblagebeheer als volgt gedefinieerd:
De lijst Kleur is gekoppeld aan de blokkeerregel Kleur, die gekoppeld is aan assemblagelijn 1. Deze regel bepaalt dat de kleur rood niet gevolgd kan worden door de kleur blauw of rood. Eén resultaat van deze regel is de onderstaande volgorde:
Prioriteit Prioriteitsregels worden in de onderstaande volgorde toegepast:
VOLGORDEBEPALING Wanneer u nieuwe orders aan een assemblagelijn toevoegt, genereert LN voor de assemblagelijn een beginvolgorde voor de betreffende afleverdatum met behulp van de sessie Lijnvolgorden simuleren en aanmaken (tiasl4200m000). Een lijnsegment dat na een buffer komt, kan alleen in volgorde zijn als de buffer over meer dan één willekeurige toegangsplaats beschikt. Het aantal willekeurige toegangsplaatsen voor een buffer kunt u definiëren door een waarde op het veld Aantal willekeurige toegangsplaatsen in de sessie Stations (tiasl1545m000) in te voeren. NB Als u een volgorde bevestigt, genereert LN de as-built structuur voor het eindproduct, zoals VIN-nummer en -kopregel bij auto's. U kunt de structuur wijzigen met de sessies Seriedragend eindproduct - as-built kopregels (timfc0110m000) en Seriedr. eindproduct - as-built componenten (timfc0111m000). De serienummers van de componenten worden gegenereerd zodra u de volgorde bevriest. Wanneer u de sessie Werkinstructies afdrukken (tiasc5450m000) gebruikt, is er ruimte beschikbaar op het afgedrukte formulier voor het invullen van het serienummer van de componenten. HERPLANNEN U kunt ook de volgorde handmatig wijzigen met de sessie Assemblageorders herplannen (tiasl4220m000). De sessie gebruikt twee soorten regels:
Bij automatische volgordebepaling wordt de omwisselmethode gebruikt. In de sessie Parameters remixen/volgordebepaling (tiasl4110m000) kunt u de maximale afstand voor omwisselen/invoegen wijzigen die wordt gebruikt bij het automatisch bepalen van de volgorde. Als u orders naar een andere lijnmix hebt overgezet, kunt u met de sessie Lijnmix opnieuw genereren (tiasl3220m000) een betere volgorde bepalen. STATUS VAN LIJNVOLGORDE Een lijnvolgorde kan een van de volgende statussen hebben:
Een nieuw aangemaakte lijnvolgorde heeft de status Gepland. Wanneer de eerste lijnstationorder gereed is, wordt de status Gestart. Wanneer de laatste lijnstationorder gereed is, wordt de status van dat segment Gereed. U kunt de status bekijken in de sessie Lijnsegment - lijnvolgorde (tiasl4500m000). U kunt de volgorde van de assemblageorders bepalen op twee niveaus:
![]() Een initiële lijnmix wordt gegenereerd door Assemblageplanning. Voor assemblageorders voor remixen wordt rekening gehouden met assemblageorders met de status Gepland en Op volgorde, en wordt de bestaande assemblagelijnmix gebruikt als beginpunt. Het remixproces is in de volgende omstandigheden van belang:
Een lijnvolgorde wordt gegenereerd op basis van de lijnmix. Een lijnvolgorde geeft de volgorde aan waarin assemblageorders moeten worden gestart op de corresponderende lijnsegmenten. Voor elk lijnsegment dat aanwezig is in het assemblageproces, moet een lijnvolgorde worden gegenereerd. Voor het algoritme voor de lijnvolgorde wordt de assemblageorder met de status Gepland en Op volgorde binnen een specifieke productieperiode gebruikt als invoer. Op het laatste lijnsegment van een aanvoerlijn is een lijnvolgorde vast. De lijnvolgorde van het lijnsegment dat aan de parent-lijn is gekoppeld, bepaalt de lijnvolgorde van het laatste lijnsegment van de aanvoerlijn. ![]() Nadat de volgorde is bepaald, kunt u de assemblageorders opnieuw plannen per lijnsegment. Er wordt onderscheid gemaakt tussen twee manieren om opnieuw te plannen:
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||