Afdeling 360 (timfc1501m000)Deze sessie kunt u gebruiken om de capaciteit en bezetting van afdelingen te controleren, zodat productieorders op tijd worden uitgevoerd. Daarmee kunnnen problemen vroegtijdig worden gesignaleerd en de juiste maatregelenen worden genomen.
Basiscapaciteit per week De weekcapaciteit van elke capaciteitseenheid op de afdeling. Met deze waarde berekent u de basiscapaciteit van een afdeling op weekbasis. De capaciteit wordt dan weergegeven op de bezettingsoverzichten van de afdeling. Buffertijd De tijd dat een order op een afdeling aanwezig is voordat er een omstelling of bewerking voor wordt uitgevoerd. De buffertijd dient voor het berekenen van doorlooptijden en wordt uitgedrukt in dagen of uren. De dagen of uren moeten geïnterpreteerd zijn als dagen en uren in de werktijdenkalender die aan de afdeling is gekoppeld. Basiscapaciteit per dag De dagcapaciteit van elke capaciteitseenheid op de afdeling. Met deze waarde berekent u de basiscapaciteit van een afdeling op dagbasis. De capaciteit wordt dan weergegeven op de bezettingsoverzichten van de afdeling. Wachttijd De tijd dat een order op een afdeling blijft nadat een bewerking is gereedgemaakt . LN plant geen wachttijden volgens een specifieke kalender. De planning van de wachttijd is gebaseerd op 7 dagen per week en 24 uur per dag. Een typisch voorbeeld is de tijd die na het verven nodig is voor het drogen. Als LN de start- en eindtijden van geplande orders berekent op basis van de routing, houdt LN rekening met de wachttijd. Met behulp van de planningsbuffer kunt u een speling inbouwen tussen opeenvolgende bewerkingen, waardoor u met bewerkingen kunt schuiven. De wachttijd wordt uitgedrukt in dagen of uren. Dit zijn geen kalenderdagen of kalenderuren. Er wordt uitgegaan van 24 uur per dag en 7 dagen per week. NB Dit veld wordt niet gebruikt als het veld Afdelingssoort op Kostprijscalculatie staat. Aantal machines Het aantal machines dat voor productie op de afdeling beschikbaar is. Deze waarde kan worden berekend en bijgewerkt in de sessie Resources berekenen (tirou0201m000). LN zoekt naar alle machines die aan een afdeling zijn toegekend via de sessie Machines (tirou0102m000). De berekening voor het aantal machines voor een afdeling luidt als volgt: Aantal machines = Totaal van de weekcapaciteit van alle machines die aan de afdeling zijn gekoppeld / Weekcapaciteit van de afdeling. De weekcapaciteit van de afdeling wordt vastgelegd op het veld Basiscapaciteit per week. Het aantal machines en operators dat aan een afdeling is gekoppeld wordt gebruikt om de beschikbare capaciteit van de afdeling te berekenen. Voorbeeld
Aantal machines = (40+60)/40 = 2,50 Verplaatsingstijd De tijd die nodig is om een halffabricaat van de ene bewerking naar de andere te verplaatsen. Na de laatste bewerking is de verplaatsingstijd de tijd die nodig is om het eindproduct naar het magazijn over te zetten. De verplaatsingstijd is een van de doorlooptijd-elementen waarmee LN plant met gebruikmaking van een bepaalde kalender. Aantal operators Het aantal operators dat beschikbaar is voor de afdeling. Deze waarde kan worden berekend en bijgewerkt in de sessie Resources berekenen (tirou0201m000). Elke afdeling is een bedrijfsonderdeel. LN zoekt naar alle operators die aan het bedrijfsonderdeel zijn toegekend via de sessie Medewerkers - Algemene gegevens (tccom0101m000) en berekent de weekcapaciteiten. De berekening voor het aantal operators voor een afdeling luidt als volgt: Aantal operators = Totaal van de weekcapaciteit van alle operators die aan de afdeling zijn gekoppeld / Weekcapaciteit van de afdeling De weekcapaciteiten van de medewerkers worden ingevoerd op het veld Beschikbare uren in de detailsessie Medewerkers - Medewerkersbeheer (bpmdm0101m000). De weekcapaciteit van de afdeling wordt gedefinieerd in de sessie Afdelingen (tirou0101m000). Het aantal machines en operators dat aan een afdeling is gekoppeld, wordt gebruikt om de beschikbare capaciteit van de afdeling te berekenen. Voorbeeld Huidige datum: 07-11-2000 Afdeling A: 40 uur/week
Aantal operators = (40 + 30) /40 = 1,75 Gewenste buffer Het door de gebruiker gewenste verschil tussen de input en output van een afdeling. Dit is de default waarde voor de begincalculaties van buffers. Instructies afdrukken Als u gebruikmaakt van een micro-routing, kunt u instructies voor productieorders vastleggen ten behoeve van elke bewerking en elke bewerkingsstap. Als het veld op Ja staat, worden de betreffende instructies afgedrukt. Afdeling Een productiegebied dat uit een of meer mensen en/of machines bestaat en als één geheel wordt beschouwd. Een afdeling dient voor capaciteitsbehoefteplanningen en detailplanningen. Afdelingssoort De soort afdeling. Toegestane waarden Parentafdeling Een afdeling die wordt onderverdeeld in andere afdelingen. Type gezamenlijke afdeling Specificatie van de afdeling. Toegestane waarden Kritisch in planning Indien dit selectievakje is ingeschakeld, is de afdeling als kritisch gedefinieerd. De afdeling maakt daardoor deel uit van de lijst van kritische capaciteiten in Enterprise Planning. Bedrijf Een werkomgeving waarin u logistieke of financiële mutaties kunt uitvoeren. Alle gegevens die betrekking hebben op de mutaties worden opgeslagen in de database van het bedrijf. Afhankelijk van de soort gegevens die het bedrijf beheert, is het bedrijf:
In een multi-company structuur kan de database van het bedrijf gedeeltelijk alleen voor het bedrijf fungeren en gedeeltelijk bestaan uit databasetabellen die het bedrijf deelt met andere bedrijven. Toeleverancier De toeleverancier, als het veld Afdelingssoort op Uitbesteding staat. NB U kunt dit veld niet gebruiken als het selectievakje Onafhankelijk vantoeleverancier is ingeschakeld in de sessie Afdelingen (tirou0101m000). Enterpriseeenheid Een financieel onafhankelijk onderdeel van uw organisatie, dat is opgebouwd uit entiteiten, zoals bedrijfsonderdelen, afdelingen, magazijnen en projecten. De entiteiten van de enterprise-eenheid moeten allemaal tot hetzelfde logistieke bedrijf behoren, maar een logistiek bedrijf kan meerdere enterprise-eenheden bevatten. Een enterprise-eenheid is gekoppeld aan één financieel bedrijf. Wanneer u logistieke mutaties tussen enterprise-eenheden uitvoert, worden de resulterende financiële mutaties geboekt naar de financiële bedrijven waaraan de enterprise-eenheid is gekoppeld. Tarief De code die aan de afdeling is gekoppeld en als afdelingstarief wordt gebruikt. NB U definieert bewerkingscodes in de sessie Bewerkingstariefcodes (ticpr0150m000). Dit veld is alleen toegankelijk als:
Productiemagazijn Een magazijn voor de opslag van tussenvoorraden om afdelingen te bevoorraden. Een productiemagazijn is gekoppeld aan een afzonderlijke werkcel, een assemblagelijn of een of meer afdelingen. Een productiemagazijn kan van goederen worden voorzien via aanvulorders of middels een pull-gestuurde levering van materialen. Als het gaat om de pull-gestuurde levering van materialen, kunt u uit twee methoden kiezen:
De artikelen in het productiemagazijn maken geen deel uit van het onderhanden werk (OHW). Wanneer artikelen vanuit het productiemagazijn naar de productie worden overgezet, wordt hun waarde bij het onderhanden werk opgeteld. U kunt alleen een waarde intoetsen indien het selectievakje Gebruik productiemagazijn in de sessie Parameters productieorders (tisfc0100s000) is ingeschakeld. Het veld Magazijnsoort in de sessie Magazijnen (tcmcs0103s000) moet op Productie staan. Medewerker backflushing Het medewerkersnummer waarop uren worden geboekt in Medewerkers door middel van backflushing. Buffertijd De tijd dat een order op een afdeling aanwezig is voordat er een omstelling of bewerking voor wordt uitgevoerd. De buffertijd dient voor het berekenen van doorlooptijden en wordt uitgedrukt in dagen of uren. De dagen of uren moeten geïnterpreteerd zijn als dagen en uren in de werktijdenkalender die aan de afdeling is gekoppeld. Als het veld Tijdseenheid op Dagen staat, rondt LN de ingevoerde waarden van de doorlooptijd af op gehele getallen. Kostenafdeling Een aan een planningsafdeling gekoppelde afdeling die wordt gebruikt voor het berekenen van de kosten per eenheid eindproduct, OHW-overboekingen en productieresultaten. Deze resultaten bevatten de financiële mutaties die zijn gerelateerd aan productieorders. De koppeling tussen een kostenafdeling en een planningsafdeling stelt u in staat productiebewerkingen nog een keer opnieuw te plannen. Indien nodig kunt u de afdeling waar de bewerking wordt uitgevoerd, wijzigen zonder dat dit van invloed is op het calculatieproces. NB Als de afdeling een Subafdeling is, wordt de kostenafdeling van de bijbehorende hoofdafdeling automatisch weergegeven. Op dit veld kunt u echter een andere kostenafdeling intoetsen. Constraintsoort Geef de constraintsoort op voor de afdeling. Toegestane waarden
Time fence constraints Een peildatum voor de evaluatie van processen of statussen. Voorbeeld De time fence van de assemblageorder op een assemblagelijn is bepalend voor de einddatum van de periode waarvoor assemblageorders moeten worden aangemaakt. Als deze time fence 100 dagen is, moeten assemblageorders worden aangemaakt voor productvarianten waarvan de geplande afleverdatum tussen nu en 100 dagen ligt. Zo kan een time fence van 100 dagen ook bepalen wanneer lijnstationorders moeten worden bevroren, bijgewerkt enzovoort. Globale capaciteitsbehoefte PCS gebruiken Bij een netwerkplanning in PCS kan de capaciteit van de afdeling worden verbruikt door:
Aan de hand van dit selectievakje wordt bepaald hoe de capaciteit van de afdeling wordt verbruikt:
Apparaat voor labels afdrukken De printer waarop u de labels voor gereedgemelde productieorders afdrukt.
| |||||||||||||||||||||||||