Parameters assemblagebeheer (tiasc0100m000)Deze sessie kunt u gebruiken om parameters te definiëren voor Assemblagebeheer. Als u dubbelklikt op een bestaande parameterset, kunt u de waarden alleen weergeven. Als u dubbelklikt op de huidige set en u over de vereiste bevoegdheid beschikt, kunt u nieuwe waarden invoeren.
Ingangsdatum De datum en tijd waarop de parameters geldig zijn. De parameters zijn geldig tot en met de ingangsdatum van een meer recente parameterinstelling. Omschrijving Als u een nieuwe parameterset aanmaakt, voert u een omschrijving in voor de parameters. Default wordt de omschrijving van de vorige parameterset overgenomen. Om verwarring te voorkomen kunt u deze default tekst beter verwijderen en een nieuwe tekst invoeren. Mutatieverwerking Selecteer het niveau waarop u mutaties wilt verwerken. Mutatieverwerking houdt het volgende in:
NB Als er al assemblageorders aanwezig zijn, kunt u deze parameter niet wijzigen. Prestatieaspecten De instelling van dit veld kan invloed hebben op de systeemprestaties en de databasegroei. Voor meer informatie, zie Mutatieverwerking in ASC. Toegestane waarden Assemblagedelen in as-built structuur Geef de soorten assemblagedelen op die in de as-built structuur worden opgenomen. Toegestane waarden Nalevering voor magazijnoverboekingsorders aanmaken Indien dit selectievakje is ingeschakeld, en er onvoldoende voorraad beschikbaar is voor het uitvoeren van de overboekingsorder naar het productiemagazijn, wordt een nalevering gegenereerd. Indien dit selectievakje is uitgeschakeld, en er onvoldoende voorraad beschikbaar is voor het uitvoeren van de overboekingsorder naar het productiemagazijn, moet u de resterende hoeveelheid materiaal handmatig overzetten wanneer er materiaal beschikbaar komt. NB De instelling van dit selectievakje is niet relevant voor de afgifte van materialen, alleen voor de overboeking naar een productiemagazijn. Default waarde De default instelling van het selectievakje Naleveringen aanmaken in de sessie Uitslagorderregels (whinh2120m000) wordt overgenomen voor uitslagorderregels voor overboekingsorders die de orderherkomst Productie ASC hebben. Lijnbezetting automatisch bijwerken Indien dit selectievakje is ingeschakeld, wordt de gebruikte capaciteit van de lijn automatisch bijgewerkt als er wijzigingen hebben plaatsgevonden. Aantal dagen lijnbezetting bewaren De periode in dagen waarin de lijnbezetting actueel blijft. Backflushen Loonsoort voor backflushing Selecteer de loonsoort die wordt gebruikt voor backflushing. Reservering assemblagedelen Orderstatus materiaalreservering De status die de assemblageorder moet hebben voordat de bijbehorende lijnstationorders kunnen worden geselecteerd voor het reserveren van materialen. Toegestane waarden Te reserveren hoeveelheid Selecteer het criterium dat wordt gebruikt voor de reservering van assemblagedelen in de sessie Reservering assemblagedelen opbouwen (tiasc7240m000) voor assemblageorders met de status Bevroren. NB
Toegestane waarden Reserveringshorizon Het aantal dagen dat de assemblagedelen gereserveerd blijven voor de assemblageorder. Assemblageorder Nummergroep Selecteer de nummergroep die u wilt gebruiken voor assemblageorders. De nummergroep moet verschillen van de andere nummergroepen die u in deze sessie selecteert en moet een nummergroep zijn die bij Assemblagebeheer hoort. Serienummer Selecteer de serie die u wilt gebruiken voor assemblageorders. Nummergroep geclusterde lijnstationorders Selecteer de nummergroep die u wilt gebruiken voor geclusterde lijnstationorders. Deze nummergroep moet verschillen van de andere nummergroepen die u in deze sessie selecteert en moet een nummergroep zijn die bij Assemblagebeheer hoort. Dit veld wordt zowel voor de verwerking op orderniveau als voor de verwerking op lijnstationniveau gebruikt. Daarom moet u op dit veld een waarde invoeren. Serie geclusterde lijnstationorders Selecteer de serie die u wilt gebruiken voor geclusterde lijnstationorders. Dit veld wordt zowel voor de verwerking op orderniveau als voor de verwerking op lijnstationniveau gebruikt. Daarom moet u op dit veld een waarde invoeren.
Lijnstationvariant Nummergroep Selecteer de nummergroep die u wilt gebruiken voor lijnstationvarianten. Deze nummergroep moet verschillen van de andere nummergroepen die u in deze sessie selecteert en moet een nummergroep zijn die bij Assemblagebeheer hoort. Serienummer Selecteer de serie die u wilt gebruiken voor lijnstationvarianten. Als de parameter Mutatieverwerking is ingesteld op Op lijnstationniveau, moet u een waarde op dit veld invoeren. Referentienummer Nummergroep Selecteer het referentienummer voor de nummergroep. Serienummer Selecteer de serie waarvan de referentienummers deel uitmaken.
| |||