Verkooporders - extra processenEen aantal processen is niet altijd onderdeel van de verkooporderprocedure, maar kan in specifieke situaties van toepassing zijn. Additionele kosten toevoegen aan een verkooporder Kostenartikelen worden gebruikt voor het definiëren van kostenbedragen, zoals transportkosten, afhandelingskosten en administratieve kosten. Deze kosten kunnen op een verkooporder worden gezet, zodat de order een nauwkeurige afspiegeling is van de kosten die de klant worden gefactureerd. U kunt verschillende kostenartikelen met additionele kosten toewijzen aan een order door ze te combineren in een kostenset. Additionele kosten kunnen zijn gebaseerd op orders of zendingen.
Voor meer informatie, zie: Verkooporders blokkeren en deblokkeren Er zijn verschillende redenen waarom een verkooporder of verkooporderregel kan worden geblokkeerd. Een order kan op ieder punt in de verkooporderprocedure om meerdere redenen geblokkeerd worden. Voor meer informatie, zie Verkooporders blokkeren. Verkoopgegevens wijzigen na vrijgave voor Facturering In sommige gevallen kunt u verkoopfactuurgegevens bijwerken nadat de verkoopgegevens zijn vrijgegeven voor Facturering. U kunt, afhankelijk van de status van de factuur, het volgende wijzigen:
Voor meer informatie, zie Verkoopgegevens wijzigen na vrijgave voor Facturering. Orders voor rechtstreekse leveringen aanmaken Op een verkooporder of serviceorder kunt u aangeven of u wilt dat de verkochte goederen rechtstreeks worden geleverd. In het geval van een rechtstreekse levering resulteert een verkooporder of serviceorder in een inkooporder. Omdat de kopen-van relatie de goederen rechtstreeks aan de verkopen-aan relatie levert, is Magazijnbeheer hierbij niet betrokken. Zie de volgende onderwerpen voor meer informatie over het genereren en verwerken van orders met rechtstreekse levering: Transportorders aanmaken op basis van verkooporders U kunt het pakket Vrachtbeheer gebruiken om transportbehoeften af te handelen. Tijdens het invoeren van orders kunt u vanuit een verkooporder een transportorder genereren om het juiste transportmiddel te vinden en te selecteren. Bij de integratie van Vracht en Verkoop gaat het om de volgende onderwerpen:
Voor meer informatie, zie: Productvarianten aanmaken Als u een configureerbaar artikel opgeeft op de verkooporderregel, kunt u een productvariant configureren of koppelen. Een artikel is configureerbaar als het selectievakje Configureerbaar is ingeschakeld in de sessie Artikelen (tcibd0501m000).
Voor meer informatie, zie Productvarianten in Verkoop. Artikelen waarvoor de Default leveringsbron is ingesteld op Job-shop U moet beslissen of u een Projectbeheer wilt gebruiken bij het produceren van productvarianten of dat u PCF (Productconfiguratie) zonder PCS wilt gebruiken. Een PCS-project wordt gebruikt om het productieproces te plannen, uit te voeren en te controleren. Dat betekent dat de structuur van de productvariant per project wordt gegenereerd. Het voordeel van het gebruik van PCS is dat voorzien wordt in een gedetailleerd kostenoverzicht voor het artikel. Bovendien is pegging mogelijk. In omgevingen waar wordt gewerkt met grote volumes, is een gedetailleerd kostenoverzicht echter vaak overbodig. Bovendien is als gevolg van het gebruik van PCS meer tijd nodig om de projectkosten te berekenen en om de projectstructuur na afloop te verwijderen. Als u PCS wilt gebruiken voor PCF, moet het selectievakje Met PCS in de sessie Artikelen (tcibd0501m000) zijn ingeschakeld. Als u PCF wilt gebruiken zonder PCS, moet het selectievakje Met PCS zijn uitgeschakeld. Nadat de productvariant is geconfigureerd in de sessie Productconfigurator (tipcf5120m000), moet u de sessie Structuur van PCS-project voor verkooporders genereren (tdsls4244m000) gebruiken om de projectstructuur en/of productstructuur te genereren voor de productvariant. Voor meer informatie, zie Productmodel in verkooporders gebruiken. Spoedorders aanmaken Elk bedrijf heeft te maken met verzoeken van klanten waarvoor spoed nodig is. Voor deze verzoeken zijn doorgaans speciale betalings- en leveringscondities nodig. Om te kunnen bepalen of een spoedorder redelijk is of niet en om de relatie over de leverdatum van een order te kunnen informeren, moeten er standaardcondities voor spoedorders worden gedefinieerd voor een bedrijf. Hiervoor zijn er twee mogelijkheden:
Voor meer informatie, zie Spoedorders. Verkooporderregels aanmaken vanuit een catalogus U kunt een nieuwe verkooporderregel aanmaken met behulp van een catalogus. Voor meer informatie, zie Catalogi gebruiken in verkooporders en verkoopoffertes. Verkooporders aanmaken op basis van een sjabloon U kunt verkoopordersjablonen voor periodieke verkooporders van dezelfde (groep) relaties gebruiken. U kunt verkooporders of verkooporderregels genereren op basis van een ordersjabloon. Voor meer informatie, zie Sjablonen gebruiken in verkooporders. Vraag-pegging Als de functionaliteit voor vraagpegging in een bedrijf wordt gebruikt, wordt er voorraad toegekend zodra er verkooporders worden aangemaakt. Bovendien wordt een specificatie aan deze orders gekoppeld. Voor meer informatie, zie Overzicht vraagpegging. Exportnaleving voor verkooporders Als naleving internationale handelsregelgeving van toepassing is op exportdocumenten, worden verkooporders gevalideerd om te controleren of de exportnalevingsgegevens geldig zijn en de vereiste vergunningen aanwezig zijn. Voor meer informatie, zie Exportnaleving voor verkooporders. ATP/CTP afhandelen De ATP-functionaliteit maakt deel uit van een meer uitgebreide functionaliteit voor ordertoezeggingen, capable-to-promise (CTP) genaamd. U kunt de ATP/CTP voor planartikelen controleren gedurende de ATP/CTP-horizon, zoals opgegeven in de sessie Artikelen - planning (cprpd1100m000). Voordat u een planartikel kunt opgeven in de sessie Artikelen - planning (cprpd1100m000), moet u het veld Bestelsysteem op Gepland instellen in de sessie Artikelen (tcibd0501m000). Als u de ATP/CTP van een artikel wilt controleren bij het invoeren van een verkooporder, gaat u als volgt te werk:
Als de beschikbare voorraad (ATP) en aanvullende kritische componenten en capaciteit (CTP) onvoldoende zijn om de order volledig te leveren, is er een aantal mogelijkheden om het tekort af te handelen. Eén manier om het tekort voor een verkooporder af te handelen, is om een leverschema voor te stellen. U kunt een leverschema opgeven in de sessie Beheer ATP (cprrp4800m000). U kunt ook de sessie Beheer ATP (cprrp4800m000) gebruiken om offline ATP-/CTP-controles uit te voeren. U kunt bijvoorbeeld meerdere orders in geschreven vorm verzamelen en dan de sessie Beheer ATP (cprrp4800m000) gebruiken om de ATP-/CTP-controles uit te voeren. Voor meer informatie, zie Soorten ATP- en CTP-controles. Naleveringen afhandelen Als slechts een deel of geen van de goederen die worden vermeld op een verkooporder, wordt verzonden, kunnen naleveringen worden aangemaakt. U kunt naleveringen aanmaken in de volgende modules:
Voor meer informatie, zie Afhandeling van naleveringen voor verkooporders. Componenten afhandelen Als u geen hoofdartikelen maar componenten wilt leveren, kunt u in de verkooporderprocedure de manier definiëren waarop componenten worden afgehandeld. Voor meer informatie, zie Overzicht van de afhandeling van kits in Verkoop. Termijnorders afhandelen Het factureren van relaties is een normaal en noodzakelijk deel van zakendoen. De facturering kan op een aantal manieren worden uitgevoerd. Door per termijn te factureren, kunt u facturen verzenden voor gedeeltelijke bedragen of percentages van het totale nettobedrag voordat of nadat de bestelde goederen feitelijk worden geleverd. U kunt de termijnen bepalen door termijnregels aan de verkooporder te koppelen. Voor meer informatie, zie Termijnen. Promoties afhandelen In Prijsbeheer worden bij Algemeen promoties gedefinieerd voor artikelen en relaties. Met promoties kunnen extra kortingen en/of gratis artikelen (bonusartikelen) worden aangeboden in verkooporders of op verkooporderregels. LN controleert met behulp van promotiematrices of er een promotie is gedefinieerd voor het artikel en/of de relatie van een verkooporder. LN zoekt naar geldige promoties in de promotiematrices waarvoor een matrixvolgnummer is gedefinieerd. Hoe de promotiematrices worden opgehaald, is afhankelijk van de parameterinstellingen in de sessie Parameters prijsbeheer (tdpcg0100m000). Om promoties uit een promotiematrix op te halen, zoekt LN naar promotiematrices met een matrixdefinitie en matrixattributen die overeenkomen met de eigenschappen van de betreffende verkooporder. Alle matrixkenmerken moeten overeenkomen met de eigenschappen van de order. Wanneer een promotiematrix is gevonden, wordt de promotie die is gekoppeld aan de promotiematrix, toegepast op de verkooporder. NB Als u een verkooporder of een verkooporderregel invoert, kunt u geschikte en/of toegepaste promoties selecteren in de sessie Koppeling promotiegegevens verkooporder (tdsls4536m000). Zie Een promotiematrix instellen voor meer informatie over het instellen van promoties. Retourorders afhandelen Als goederen van een verkooporder moeten worden geretourneerd, kan een retourorder worden aangemaakt. Een retourorder kan alleen negatieve bedragen bevatten. Het proces voor retourorders bestaat uit een aantal stappen. Voor meer informatie, zie Retourorders verkoop. Documentair krediet voor verkooporders Als er betaald moet worden met documentair krediet, moet er export- of binnenlands documentair krediet zijn gekoppeld aan een verkooporder of verkooporderregel. Een order of orderregel die aan documentair krediet is gekoppeld, kan alleen worden goedgekeurd als deze is gekoppeld aan goedgekeurd documentair krediet. De order of orderregel kan alleen worden vrijgegeven als deze is gekoppeld aan documentair krediet met de status Geaccepteerd, die aangeeft dat de verkoper de voorwaarden van het documentaire krediet accepteert. Voor meer informatie, zie Documentair krediet en Procedure voor documentair exportkrediet. Materiaalprijzen op verkooporders Als het selectievakje Materiaalprijzen in Verkoop is ingeschakeld in de sessie Parameters materiaalprijzen (tcmpr0100m000), kan LN na het instellen van de basisgegevens voor prijsbeheer van het materiaal, materiaalprijzen ophalen en berekenen voor een verkooporder. Gekoppelde gegevens van materiaalprijzen kunnen worden opgevraagd in de sessie Prijsinformatie materialen (tcmpr1600m000). Voor meer informatie, zie Materiaalprijsinformatie - verkooporders. Projectpegging Projectpegging in Verkoop omvat het peggen van projectkosten voor verkooporderregels en verkoopofferteregels. Als projectpegging verplicht is voor het artikel op de verkooporderregel of offerteregel, moet een peg worden opgegeven. Dit is een combinatie van een project/budget, projectelement en/of projectactiviteit. Bijvoorbeeld: als de vraag voor een verkooporderregel is gepegd, worden de goederen verkocht en de kosten geboekt voor het project, het element en de activiteit op de verkooporderregel. Voor meer informatie, zie Projectpegging in Verkoop. Retrobilling bij verkooporders Als de prijzen van een verkoopcontract of een artikel worden gewijzigd na nieuwe prijsonderhandelingen, kan de functionaliteit voor retrobilling worden gebruikt om eerder gefactureerde artikelen voor verkooporders opnieuw te factureren. Prijsverschillen worden door middel van terugwerkende verkooporders afgehandeld. Deze hebben een artikelhoeveelheid van nul en een orderbedrag waaruit het prijsverschil blijkt. Voor meer informatie, zie Retrobilling in Verkoop. Alternatieve artikelen instellen en gebruiken Wanneer er van een bepaald artikel niet voldoende voorraad is, kunt u de verkopen-aan relatie een alternatief artikel aanbieden. Om te voorkomen dat een artikel verouderd raakt, kunt u eerst het op voorraad zijnde, originele artikel leveren en vervolgens een alternatief artikel aanbieden als het bestelde artikel niet meer op voorraad is. Voor meer informatie, zie Alternatieve artikelen en vervangingsartikelen gebruiken. Aftersales-services opgeven Een artikel kan worden verkocht met de gerelateerde aftersales-services. U kunt een verkoopofferte of verkooporder gebruiken om de aftersales-services op te geven die na levering van toepassing zijn op het verkochte artikel. U kunt de volgende instellingen voor aftersales-services opgeven voor een artikel:
Op basis van deze instellingen worden de aftersales-serviceacties uitgevoerd wanneer een geleverde aftersales-serviceregel (artikel) wordt verwerkt in Service. Voor meer informatie, zie Uitgebreide integratie tussen Verkoop en Service voor aftersales-services. Statische crossdocking-order Als u een bestaande verkooporder wilt uitvoeren terwijl er geen voorraad beschikbaar is, kunt u inslaggoederen direct van de ontvangstlocatie verplaatsen naar de uitslaglocatie voor uitgifte. Om dit proces te starten, moet u een crossdocking-order genereren. Voor meer informatie, zie Statische crossdocking. Consignatievoorraad gebruiken Als u in de verkooporderprocedure consignatie voorraad wilt gebruiken, kunt u de manier definiëren waarop consignatievoorraad moet worden afgehandeld. Voor meer informatie, zie Consignatie in Verkoop en Inkoop. Kopieersjablonen gebruiken U kunt in LN aangeven of er kopieersjablonen worden gebruikt in het kopieerproces voor verkooporders of verkooporderregels. Met behulp van kopieersjablonen kunt u de manier opgeven waarop order(regel)gegevens worden gekopieerd. Een kopieersjabloon bevat een standaardset uitzonderingen voor kopiëren met behulp waarvan u het volgende kunt doen:
Voor meer informatie, zie Sjablonen kopiëren. Door de klant verstrekte materialen gebruiken U kunt Door klant verstrekte materialen implementeren om klanten of hun leveranciers in staat te stellen de materialen te verstrekken die nodig zijn voor het produceren van een specifiek klantartikel. Het verstrekken van materialen door de klant wordt geïnitieerd vanaf een verkooporderregel, die het artikel met door de klant verstrekte materialen bevat. Aan de verkooporderregel is een vraagpeg voor de vraag van de klant gekoppeld. Voor meer informatie, zie Door de klant verstrekte materialen in Verkoop en Inkoop. Prijsstadia gebruiken Gebruik prijsstadia om de prijs te categoriseren op basis van de fase in het prijsonderhandelingsproces. Zolang de prijs niet definitief is, wordt er gebruikgemaakt van prijsstadia om voortzetting van het orderproces toe te staan. De activiteiten die u tijdens dit proces kunt uitvoeren, zijn dan echter beperkt. De blokkeerdefinitie die aan het prijsstadium is gekoppeld, bepaalt de fase waarin de verkooporderregel moet worden geblokkeerd of een signaleringsbericht moet worden weergegeven. Voor meer informatie, zie Prijsstadia - overzicht. Prioriteitssimulaties gebruiken Met behulp van simulaties van orderprioriteiten kunt u de prioriteit bepalen waarmee verkooporders in het magazijn worden afgehandeld. U kunt een prioriteitssimulatie gebruiken om de prioriteit te berekenen waarmee voorraad wordt toegewezen aan orders. Als u de werkelijke prioriteiten voor verkooporders wilt instellen, moet u de resultaten van de simulatie accepteren. U kunt de resultaten wijzigen voordat u ze accepteert. Voor meer informatie, zie Orderprioriteit (simulaties).
| |||