| BedragformaatIn de volgende tabel ziet u de opmaaktekens die u kunt opgeven. Als u geen waarde opgeeft op het veld Bedragnotatie in de sessie XML-layout-regels betalingen/ontvangsten (tfcmg0524m000), wordt de default waarde ZZZZZZZZZZZZZZ9V.99 toegepast. 9 | Reserveert een positie voor een cijfer. Voegt een 0 in als er geen betekenisvol cijfer is op die positie. | Z | Reserveert een positie voor een cijfer. Voegt een spatie in als er geen betekenisvol cijfer is op die positie. U kunt dit teken zowel vóór als na het decimaalteken gebruiken. | V | Geeft de positie van het decimaalteken aan. Er wordt geen decimaalteken weergegeven. Als u een decimaalteken wilt weergeven, moet u direct na dit teken ‘D’ invoeren, gevolgd door een punt [.] of een komma [,], afhankelijk van welk decimaalteken u wilt gebruiken. | D | Geeft het decimaalteken weer, zoals gedefinieerd in de data-dictionary. | T | Geeft een scheidingsteken voor duizendtallen weer. De weergave van het scheidingsteken voor duizendtallen wordt gedefinieerd in de data-dictionary. | - | Als dit het eerste of laatste teken in een formaattekenreeks is, krijgt een negatieve waarde als prefix of suffix een minteken [-] en krijgt een positieve waarde als prefix of suffix een spatie. Mintekens op andere posities hebben dezelfde betekenis als 'Z'. | + | Als dit het eerste of laatste teken in een formaattekenreeks is, krijgt een negatieve waarde als prefix of suffix een minteken [-] en krijgt een positieve waarde als prefix of suffix een plusteken [+]. Plustekens op andere posities hebben dezelfde betekenis als 'Z'. | * | Als dit het eerste teken in een formaattekenreeks is, worden alle spaties links van het meest significante cijfer opgevuld met sterretjes [*]. |
Voorbeeld Geef %@ZZZZVD99@ op om '3.1' weer te geven als '-3.10'. | |