Vestigingen (tcemm0150m000)

Deze sessie kunt u gebruiken om vestigingen op te vragen en te muteren.

Als u een nieuwe vestiging wilt aanmaken, klikt u op de werkbalk op Nieuw en geeft u de gegevens van de nieuwe vestiging op in de sessie Vestiging (tcemm0650m000) die wordt geopend.

Als u een vestiging wilt muteren, dubbelklikt u op de regel van de vestiging en corrigeert u de gegevens van de vestiging in de sessie Vestiging (tcemm0650m000) die wordt geopend.

 

Vestiging
Een bedrijfslocatie van een onderneming die haar eigen logistieke gegevens kan muteren. De locatie omvat een verzameling magazijnen, bedrijfsonderdelen en assemblagelijnen. Vestigingen worden gebruikt om de supply chain in een omgeving met meerdere vestigingen te modelleren.

Op vestigingen zijn de volgende beperkingen van toepassing:

  • Een vestiging kan zich niet in meerdere landen bevinden. De magazijnen en bedrijfsonderdelen van de locatie moeten zich in hetzelfde land bevinden als de locatie.
  • Een vestiging is onderdeel van een planningscluster. Alle magazijnen en afdelingen van een vestiging zijn dus onderdeel van hetzelfde planningscluster.
  • Een vestiging is gekoppeld aan één logistiek bedrijf.

U kunt een vestiging aan een enterprise-eenheid koppelen of een enterprise-eenheid aan een vestiging.

Als een enterprise-eenheid aan een vestiging is gekoppeld, behoren de entiteiten van de vestiging tot de enterprise-eenheid. Omgekeerd behoren de entiteiten van de enterprise-eenheid tot de vestiging als een vestiging aan een enterprise-eenheid is gekoppeld.

Planningscluster
Een object dat wordt gebruikt voor het groeperen van magazijnen waarvoor de inkomende en uitgaande goederen- en materiaalstromen collectief wordt gepland. Voor dit doel worden vraag en aanbod van de magazijnen in het planningscluster geaggregeerd. Binnen een planningscluster wordt één leveringsbron gebruikt, zoals productie, inkoop of distributie.

Als de functionaliteit voor meerdere vestigingen is geïmplementeerd, moet een planningscluster één of meer vestigingen bevatten. De vestigingen bevatten de magazijnen waarvoor de planningsprocessen worden uitgevoerd.

Externe locatie
Indien dit selectievakje is ingeschakeld, hoort de vestiging bij een externe partij, zoals een klant of een subcontractor.

Een externe vestiging kan magazijnen hebben waarin voorraad is opgeslagen die eigendom is van uw bedrijf en waarvoor uw bedrijf de planning uitvoert.

Indien dit selectievakje is ingeschakeld, kunt u een relatie, verkopen-aan relatie of een verzenden-aan relatie opgeven in de bijbehorende velden.

Alleen administratief
Indien dit selectievakje is ingeschakeld, is de vestiging een administratieve vestiging.

In een administratieve vestiging worden alleen administratieve taken uitgevoerd. In een administratieve vestiging vindt geen productie, logistiek of magazijnbeheer plaats. Voor een administratieve vestiging kunnen slechts de volgende bureausoorten worden ingesteld:

Ook zijn planningsclusters niet beschikbaar voor administratieve vestigingen.

Adres
Het adres van de vestiging.
NB

De entiteiten die aan de vestiging zijn gekoppeld, moeten zich in het land van de vestiging bevinden.

Tekst
Als dit selectievakje is ingeschakeld, is er tekst aanwezig.
Logistiek bedrijf
Het logistieke bedrijf van de vestiging.

Dit logistieke bedrijf moet door de entiteiten van de vestiging worden gedeeld als operationeel bedrijf.

Default waarde

Het bedrijf waarin de huidige sessie is gestart.

Kalendercode
De kalendercode van de vestiging.
Beschikbaarheidssoort
Een indicatie van het type activiteit waarvoor een resource beschikbaar is. Met beschikbaarheidssoorten kunt u meerdere sets werktijden voor één kalender definiëren.

Als een afdeling bijvoorbeeld beschikbaar is voor productiewerkzaamheden op maandag tot en met vrijdag en beschikbaar is voor serviceactiviteiten op zaterdag, kunt u twee beschikbaarheidssoorten definiëren, een voor productiewerkzaamheden en een voor serviceactiviteiten. Vervolgens kunt u deze beschikbaarheidssoorten koppelen aan de kalender voor de desbetreffende afdeling.

Enterprise-eenheid
De enterprise-eenheid van de entiteiten die aan de vestiging zijn gekoppeld.

U moet alleen de enterprise-eenheid opgeven die wordt gedeeld door alle entiteiten van de vestiging.

Default magazijn
Het default magazijn van de vestiging kan als default worden gebruikt in orderkoppen die worden gegenereerd vanuit de entiteiten van de vestiging.
Relatie
Als de vestiging extern is, kunt u desgewenst de relatie opgeven die eigenaar is van de vestiging.
Verkopen-aan relatie
Als de vestiging extern is, kunt u desgewenst de verkopen-aan relatie opgeven die eigenaar is van de vestiging.

Als er aan de vestiging een extern planningscluster is gekoppeld, wordt de verkopen-aan relatie opgehaald uit het planningscluster en kan deze niet worden gewijzigd.

Verkopen-aan relatie
De status die is toegewezen aan de relatie. De status bepaalt de acties die voor de relatie kunnen worden uitgevoerd.

U kunt bijvoorbeeld geen verkooporder opgeven voor een relatie met de status Prospect of goederen verzenden naar een relatie met de status Niet actief.

Als er openstaande verkooporders of openstaande facturen voor de relatie bestaan, kunt u de status niet wijzigen van Actief in Prospect.

Toegestane waarden

Status relatie

Gerelateerde onderwerpen

Verzenden-aan relatie
Als de vestiging extern is, kunt u desgewenst de verzenden-aan relatie opgeven die eigenaar is van de vestiging.

Als er aan de vestiging een extern planningscluster is gekoppeld, wordt de verkopen-aan relatie opgehaald uit het planningscluster en kan deze niet worden gewijzigd.

Verzenden-aan relatie
De status die is toegewezen aan de relatie. De status bepaalt de acties die voor de relatie kunnen worden uitgevoerd.

U kunt bijvoorbeeld geen verkooporder opgeven voor een relatie met de status Prospect of goederen verzenden naar een relatie met de status Niet actief.

Toegestane waarden

Status relatie

Gerelateerde onderwerpen

Vestigingscategorie
Een classificatie die informatie verschaft over de aard van een vestiging.
Aanmaakdatum
De datum en tijd waarop de record is opgegeven.
Aangemaakt door
De gebruiker die de record heeft opgegeven.
Vestigingsgegevens 1
Veld voor vrije tekst waarin u aanvullende informatie over de vestiging kunt invoeren.