Beheer ATP (cprrp4800m000)

Deze sessie kunt u gebruiken om de available-to-promise (ATP) en/of capable-to-promise (CTP) van een artikel te controleren voor het geselecteerde planningscluster. Met deze functies kunt u de beschikbare voorraad eindproducten, de beschikbare halffabricaten en componenten en de beschikbare capaciteit controleren. De resultaten zijn cumulatief voor alle vestigingen die aan het geselecteerde planningscluster zijn gekoppeld.

Dat betekent dat u het volgende kunt controleren:

  • Waar en wanneer de artikelen beschikbaar zijn.
  • Waarom artikelen (op een bepaald tijdstip) niet beschikbaar zijn.
  • Of de artikelen in andere planningsclusters beschikbaar zijn.
NB

Als er een vraagpeg aan de verkooporderregel is gekoppeld of als u handmatig de velden voor de vraagpeg invoert in deze sessie, wordt de peg meegenomen in de ATP-controle.

 

ATP
Simulatie
Deze code identificeert de simulatie voor het planartikel.

Gerelateerde onderwerpen

Artikel
Het planartikel waarvoor de ATP/CTP moet worden gecontroleerd.
Afzetkanaal
Een verkoop- of distributiekanaal dat gebruikt wordt om goederen aan klantgroepen toe te wijzen.

U kunt afzetkanalen koppelen aan verkopen-aan relaties en aan artikelen. Afzetkanalen kunnen worden gebruikt in verband met vrije voorraad (available-to-promise, ATP).

U kunt een bepaald ATP-volume toekennen aan een afzetkanaal. Dit volume beperkt de vrije voorraad voor dat afzetkanaal tot een maximum.

Gerelateerde onderwerpen

Productvariant
De productvariant waarvoor de ATP/CTP moet worden berekend.
Effectivity-unit
De effectivity unit waarvoor de ATP/CTP moet worden berekend.
Orderdatum
Bedrijf
Het bedrijf waaruit u het artikel wilt leveren.
Planningscluster
Een object dat wordt gebruikt voor het groeperen van magazijnen waarvoor de inkomende en uitgaande goederen- en materiaalstromen collectief wordt gepland. Voor dit doel worden vraag en aanbod van de magazijnen in het planningscluster geaggregeerd. Binnen een planningscluster wordt één leveringsbron gebruikt, zoals productie, inkoop of distributie.

Als de functionaliteit voor meerdere vestigingen is geïmplementeerd, moet een planningscluster één of meer vestigingen bevatten. De vestigingen bevatten de magazijnen waarvoor de planningsprocessen worden uitgevoerd.

De Available-to-promise wordt per cluster berekend, omdat de planning wordt uitgevoerd op clusterniveau.

U kunt de ATP op magazijnniveau berekenen, maar default geldt dat als magazijn 1 en magazijn 2 tot hetzelfde cluster behoren, de ATP voor beide magazijnen hetzelfde is.

Bestelvestiging
De code van de vestiging.

Gerelateerde onderwerpen

Bestelmagazijn
Het magazijn waaruit u het artikel wilt leveren.
Hoeveelheid
De orderhoeveelheid op de verkooporder of offerte, uitgedrukt in de voorraadeenheid.
Leverdatum
De geplande leverdatum waarvoor de ATP/CTP moet worden gecontroleerd.
Minimum beschikbaar
De seriegrootte die het toeleveringsmagazijn moet leveren.

Tijdens het zoeken negeert LN voorraadregels die niet aan de opgegeven seriegrootte voldoen.

Rechtstreekse levering
Indien dit selectievakje is ingeschakeld, kunt u het magazijn voor een rechtstreekse levering wijzigen. Als de ATP-/CTP-controle een ander magazijn voorstelt dan het magazijn waarvoor u de ATP-/CTP-controle hebt uitgevoerd, kunt u het magazijn van de verkooporder-/offerteregel wijzigen.
Soort controle
Familie
Indien dit selectievakje is ingeschakeld, kunt u ook de ATP-hoeveelheid controleren van het familieartikel waarbij het eindproduct hoort.

Voorbeeld

Het artikel mountainbike maakt deel uit van de familie "fiets".

Bij een ATP-controle op mountainbikes controleert LN in feite de beschikbare hoeveelheid van het artikel "fiets".

Gerelateerde onderwerpen

Capaciteit
Indien dit selectievakje is ingeschakeld, wordt bij het uitvoeren van een ATP-controle voor een eindproduct rekening gehouden met de capaciteit van kritische resources en/of afdelingen.
NB
  • De ATP-capaciteitscontrole wordt uitgevoerd voor resources in de stuklijst met kritische capaciteiten die zijn gedefinieerd als kritisch voor ATP.
  • Als u dit selectievakje inschakelt, wordt de knop Waar beschikbaar uitgeschakeld.

Gerelateerde onderwerpen

Component
Indien dit selectievakje is ingeschakeld, wordt de beschikbaarheid van kritische componenten gecontroleerd wanneer u een ATP-controle voor een eindproduct uitvoert.
NB
  • Alleen componenten waarvan de ATP kritisch is, worden gecontroleerd.
  • Als u dit selectievakje inschakelt, wordt de knop Waar beschikbaar uitgeschakeld.
  • Bij de controle op de component-CTP wordt de specificatie genegeerd, ongeacht de waarde van het veld Vraagpeg overerven in de sessie Stuklijst (tibom1110m000). LN gaat ervan uit dat de volledige ATP van de componenten beschikbaar is.

Gerelateerde onderwerpen

Afzetkanaal
Indien dit selectievakje is ingeschakeld, wordt er een controle op de afzetkanaal-ATP uitgevoerd.
Belangrijk!

Als het selectievakje Leverschema op basis van magazijnkalender in de sessie Planningsparameters (cprpd0100m000) is ingeschakeld, kunnen controles op de afzetkanaal-ATP onjuiste resultaten opleveren.

Een hoeveelheid voor een afzetkanaal-ATP is slechts geldig voor een bepaalde periode. LN kan niet-geconsumeerde afzetkanaal-ATP niet naar de volgende periode verplaatsen. Als u het selectievakje Leverschema op basis van magazijnkalender inschakelt, is het mogelijk dat LN de geplande leverdatum verschuift naar een toekomstige periode met onvoldoende afzetkanaal-ATP.

Gerelateerde onderwerpen

Toeleveringsgegevens
Ontv bd
Een werkomgeving waarin u logistieke of financiële mutaties kunt uitvoeren. Alle gegevens die betrekking hebben op de mutaties worden opgeslagen in de database van het bedrijf.

Afhankelijk van de soort gegevens die het bedrijf beheert, is het bedrijf:

  • Een logistiek bedrijf
  • Een financieel bedrijf
  • Zowel een logistiek als een financieel bedrijf

In een multi-company structuur kan de database van het bedrijf gedeeltelijk alleen voor het bedrijf fungeren en gedeeltelijk bestaan uit databasetabellen die het bedrijf deelt met andere bedrijven.

NB

Alleen van toepassing als de functionaliteit voor meerdere vestigingen niet actief is.

Magazijn
Het toeleverings magazijn.
NB

Alleen van toepassing als de functionaliteit voor meerdere vestigingen niet actief is.

Waar beschikbaar
Waar beschikbaar
Het planningscluster waarin de benodigde hoeveelheid componenten beschikbaar is.

Naast de controle op de beschikbaarheid in het geselecteerde planningscluster kunt u de controle Waar beschikbaar gebruiken om de beschikbaarheid van materialen in andere clusters te controleren, door:

  • Beschikbaarheid te controleren in alle clusters.
  • Een specifieke set clusters te controleren die gerelateerd zijn aan een bepaald verkoopbureau. Deze set kan zo worden ingesteld dat eerst de dichtstbijzijnde clusters worden gecontroleerd.
NB

Alleen van toepassing als de functionaliteit voor meerdere vestigingen actief is.

Ordersoort
Het soort bureau waarin de benodigde hoeveelheid componenten beschikbaar is.

Toegestane waarden

  • Verkoopbureau
  • Servicebureau
Bureau
De bureau-ID.
Prioriteit uitzonderingsboodschap
De clusters die aan het opgegeven bureau zijn gekoppeld, worden geselecteerd tot aan de clusters met de geselecteerde prioriteit. De lijst met clusters per bureau, inclusief de prioriteit, wordt gedefinieerd in de sessie ATP-prioriteiten (tcmcs0168m000).
Opties
Toeleveringsrelaties negeren
Indien dit selectievakje is ingeschakeld, controleert LN de ATP van artikelen met dezelfde algemene artikelcode. Deze controle wordt echter niet uitgevoerd op een multi-company niveau. Hierdoor worden de toeleveringsrelaties die in Enterprise Planning zijn gedefinieerd, genegeerd. LN zoekt naar available-to-promise (ATP) in alle magazijnen van het huidige bedrijf.

Indien dit selectievakje is uitgeschakeld, controleert LN de ATP voor het artikel en ook voor alle toe te leveren artikelen op een multi-company niveau. De ATP-controle omvat alle magazijnen van het niet-geclusterde planartikel plus alle magazijnen die er door middel van een toeleveringsrelatie aan zijn gekoppeld. Hierdoor worden de toeleveringsrelaties die in Enterprise Planning zijn gedefinieerd, niet genegeerd. Er worden alleen voorstellen gedaan voor bedrijven/magazijnen die een geldige toeleveringsrelatie hebben met het magazijn waarin het tekort is geconstateerd.

NB

Alleen van toepassing als de functionaliteit voor meerdere vestigingen niet actief is.

CTP-gegevens tonen
Indien dit selectievakje is ingeschakeld, toont LN de CTP-uitvoer in een Graphical Browser Framework.
Orderregels aanmaken
Aan de hand van dit selectievakje wordt bepaald hoe het leverschema wordt verwerkt op verkooporderniveau.

Indien dit selectievakje is ingeschakeld, worden extra verkooporderregels gegenereerd in de sessie Verkooporderregels (tdsls4101m000).

Indien dit selectievakje is uitgeschakeld, worden leveringsregels gegenereerd voor de verkooporderregel in de sessie Leveringsregels verkooporder (tdsls4101m100).

NB
  • Voor artikelen waarvoor het selectievakje Klantspecifiek maken is ingeschakeld in de sessie Artikelen (tcibd0501m000) en generieke artikelen die nog klantspecifiek moeten worden gemaakt, wordt dit selectievakje uitgeschakeld en geselecteerd. De reden hiervoor is dat voor deze artikelen een voorgesteld (ATP-)leverschema kan worden geaccepteerd als er meerdere orderregels zijn aangemaakt. Dit betekent dat er verkooporderregels worden gegenereerd met verschillende datums en/of magazijnen.
  • Voor klantspecifieke artikelen kan een leverschema worden opgesteld. Hierdoor kunnen verkooporderleveringsregels worden aangemaakt die het leverschema vormen nadat voor de regels een product- of projectstructuur is gegenereerd in de sessie Structuur van PCS-project voor verkooporders genereren (tdsls4244m000).
Eenheid is bestemd voor planning
Indien dit selectievakje is ingeschakeld, geldt de geselecteerde planeenheid voor alle verdere planningsactiviteiten voor de order.
Specificatie
Relatie
De verkopen-aan relatie waarvoor de voorraad waarmee aan deze vraag kan worden voldaan, gereserveerd moet zijn of waarvoor de order waarmee aan deze vraag kan worden voldaan, aan vraag gepegd moet zijn.

Als u hier een relatie invoert, zoekt LN naar leveringen die gereserveerd of aan vraag gepegd zijn voor deze relatie.

Gerelateerde onderwerpen

Type business-object
De soort order waarvoor de voorraad waarmee aan deze vraag kan worden voldaan, gereserveerd moet zijn of waarvoor de order waarmee aan deze vraag kan worden voldaan, aan vraag gepegd moet zijn, bijvoorbeeld Verkooporder of Serviceorder.

Als u hier een type business-object en een business-object invoert, zoekt LN naar leveringen die gereserveerd of aan vraag gepegd zijn voor dit business-object.

NB

De volgende velden worden altijd in combinatie gebruikt en geven samen de relevante order of orderregel aan:

  • Type business-object
  • Business-object
  • Business-object referentie

Gerelateerde onderwerpen

Business-object
Dit veld geeft de order of orderregel aan waarvoor de voorraad waarmee aan deze vraag kan worden voldaan, gereserveerd moet zijn of waarvoor de order waarmee aan deze vraag kan worden voldaan, aan vraag gepegd moet zijn.

Als u hier een type business-object en een business-object invoert, zoekt LN naar leveringen die gereserveerd of aan vraag gepegd zijn voor dit business-object.

NB

De volgende velden worden altijd in combinatie gebruikt en geven samen de relevante order of orderregel aan:

  • Type business-object
  • Business-object
  • Business-object referentie

Gerelateerde onderwerpen

Business-object referentie
Referentie
Dit veld geeft de referentiecode aan waarvoor de voorraad waarmee aan deze vraag kan worden voldaan, gereserveerd moet zijn of waarvoor de order waarmee aan deze vraag kan worden voldaan, aan vraag gepegd moet zijn.

Als u hier een referentie invoert, zoekt LN naar leveringen die gereserveerd of aan vraag gepegd zijn voor deze referentiecode.

In LN kan dit veld op twee manieren worden gebruikt:

  • Als het veld Relatie is gevuld, gebruikt LN het veld Referentie om een door een klant gedefinieerde referentiecode vast te leggen.
  • Als het veld Relatie leeg is, wordt in LN het veld Referentie gebruikt om een interne referentiecode vast te leggen.

Met een referentiecode kunt u een verzameling onderdelen aan elkaar koppelen. De onderdelen blijven gekoppeld, zelfs als ze verschillende routings volgen, bijvoorbeeld wanneer bepaalde onderdelen naar een toeleverancier worden verzonden en later weer worden teruggestuurd.

Gerelateerde onderwerpen

Niet-gereserveerde voorraad gebruiken
Indien dit selectievakje is ingeschakeld, kan Enterprise Planning niet-gereserveerde voorraad gebruiken om aan de vraag te voldoen. Enterprise Planning gebruikt eerst gereserveerde voorraad. Als de gereserveerde voorraad niet toereikend is, gebruikt Enterprise Planning ook niet-gereserveerde voorraad.

Indien dit selectievakje is uitgeschakeld, kan Enterprise Planning alleen gereserveerde voorraad gebruiken om aan de vraag te voldoen.

NB

Als het planartikel de leveringsbron Repeterend heeft, kan dit veld niet worden geselecteerd.

Gerelateerde onderwerpen

Projectpeg
Project
Een verzameling van productie- en inkoophandelingen die worden verricht voor een bepaalde klantorder. Er wordt een project geïnitieerd om de productie van deze te produceren artikelen te plannen en te coördineren.

Bij het op order produceren van standaardartikelen wordt het project alleen gebruikt om artikelen aan de klantorder te koppelen. Een project kan ook de volgende gegevens bevatten:

  • Klantspecifieke artikelgegevens (stuklijsten en routings)
  • Projectplanning (activiteitenplanning)
Structuurdeel
Activiteit
Doorlooptijden
Doorlooptijd inslag
Het tijdsinterval tussen de aankomst van de artikelen en de werkelijke opslag in het magazijn.
Doorlooptijd uitslag
Het tijdsinterval tussen het moment dat de artikelen uit het magazijn worden gehaald en het vertrek van het transportmiddel waarop de artikelen zijn geplaatst.
Veiligheidstijd
De tijd die u aan de normale doorlooptijd kunt toevoegen om de levering van goederen te beschermen tegen schommelingen in de doorlooptijd zodat de order kan worden gereedgemeld vóór de datum waarop deze werkelijk nodig is.
Voorbeeld

De gekoppelde activiteit duurt 30 dagen en heeft 30 januari als vroegste einddatum. Wanneer u een veiligheidstijd van 10% opgeeft, plant GOP het materiaal 3 werkdagen vóór 30 januari.

Extra doorlooptijd
De tijd die gereserveerd is voor extra activiteiten die nodig zijn om een geplande order volledig te kunnen uitvoeren.

Enterprise Planning behandelt de extra doorlooptijd op dezelfde wijze als de veiligheidstijd: de order moet eerder worden geleverd vanwege de extra doorlooptijd.

De extra doorlooptijd wordt uitgedrukt in dagen of uren.

Vaste levering
Een code die een reeks vaste datums en tijden aangeeft waarop externe leveranciers en interne leveranciers hun leveringen op uw adres moeten verrichten.

Per planartikel kunt u de juiste code vaste levering selecteren.

Seriegrootteregels
Bestelgegevens artikelen gebruiken
Indien dit selectievakje is ingeschakeld, worden op basis van de besteldefaults voor artikelen bestelgegevens voor nieuwe artikelen aangemaakt in de sessie Artikelen - bestellen (tcibd2600m000).

Indien dit selectievakje is uitgeschakeld, worden geen bestelgegevens aangemaakt voor artikelen.

Bestelmethode
De orderparameter die de bestelde hoeveelheden van aanbevolen inkoop- en productieorders bepaalt.
Optimale seriegrootte
De optimale seriegrootte voor het artikel.

Voorbeeld

LN genereert een geplande order voor 20 eenheden van een artikel met een SIC- bestelsysteem en de bestelmethode Optimale seriegrootte.

  • De optimale seriegrootte is 30 units
  • De minimum orderhoeveelheid is 25

De order wordt gewijzigd in 30 units.

Vaste orderhoeveelheid
Een voorgedefinieerde, vaste hoeveelheid van een artikel waarvoor geplande of werkelijke orders worden gegenereerd. Indien de nettobehoeften voor de periode de vaste orderhoeveelheid overschrijden, wordt een veelvoud van de vaste hoeveelheid besteld.

Gegenereerde orders hebben altijd een vaste orderhoeveelheid.

Minimum orderhoeveelheid
De minimumhoeveelheid van in te kopen of te produceren artikelen. Bij het genereren van geplande orders, is de hoeveelheid in te kopen of te produceren artikelen nooit kleiner dan de minimum orderhoeveelheid. De minimum orderhoeveelheid voorkomt dat er een te kleine hoeveelheid van het artikel wordt ingekocht of geproduceerd.
Maximum orderhoeveelheid
De maximale hoeveelheid artikelen die tegelijk wordt ingekocht of geproduceerd.

Wanneer geplande orders worden gegenereerd, is de hoeveelheid artikelen die moet worden ingekocht of geproduceerd, nooit groter dan de maximum orderhoeveelheid. De maximum orderhoeveelheid voorkomt dat er te grote hoeveelheden van een artikel worden ingekocht of geproduceerd.

Veelvoud orderhoeveelheid
De stapgrootte waarmee de orderhoeveelheid wordt vergroot.

De adviesorderhoeveelheid moet een veelvoud zijn van de hoeveelheid die is ingevoerd als de veelvoud orderhoeveelheid. LN controleert dit tijdens het genereren van geplande orders.

Voorbeeld

Indien de benodigde orderhoeveelheid 62 is en de veelvoud orderhoeveelheid 8, adviseert LN een orderhoeveelheid van 64.