Planningsclusters in Enterprise Planning

Planningsclusters worden gebruikt voor het uitvoeren van bedrijfsprocedures, zoals vraagvoorspelling, verkoop, voorraadplanning, orderacceptatie en voorraadaanvulling per vestiging die aan een bedrijf is gekoppeld.

Door gebruik te maken van planningsclusters, kan LN tijdens het plannen gebruikmaken van de magazijnen, verkoopbureaus, distributiecentra en productielocaties in één specifieke geografische locatie en daarbij rekening houden met de goederenstroom binnen een bedrijf.

NB
  • Als de functionaliteit voor meerdere vestigingen actief is, zijn planningsclusters verplicht.
  • Elke vestiging moet aan een planningscluster zijn gekoppeld. Als er voor een geselecteerde vestiging geen planningsclusters worden gevonden, verschijnt er een foutmelding.

Een planningscluster vertegenwoordigt een of meer bedrijfslocaties waarvoor planningsprocessen worden uitgevoerd. Magazijnen, afdelingen, verkoopbureaus en inkoopbureaus worden voor planningsdoeleinden gegroepeerd.

Elk artikel dat in een bedrijf is gedefinieerd kan worden gekoppeld aan meerdere vestigingen en aan een of meer planningsclusters. In elk planningscluster wordt er een apart planartikel aangemaakt met specificaties die uniek zijn voor de vestiging waar het artikel wordt gemaakt.

U kunt leveringsrelaties tussen planningsclusters instellen. Deze relaties stellen u in staat om het netwerk op te bouwen dat in Enterprise Planning wordt gebruikt wanneer u distributiebehoefteplanning uitvoert.

Voor het voorspellen van de vraag ondersteunt LN de hoofdplanning voor geplande artikelen. Dit betekent dat u gebruik kunt maken van functies voor vraagvoorspellingen, voorraadplanning, available-to-promise (ATP) en (des)aggregatie.

Als u een hoofdplan gebruikt voor planartikelen, kunt u bijv. prognoses, plannen en orders (des)aggregeren tussen een centraal bureau en een regionaal distributiecentrum of verkoopbureau.

Een planningscluster instellen

  • Definieer een planningscluster in de sessie Planningsclusters (tcemm1135m000).

  • Op het veld Planningscluster van de sessie Vestigingen (tcemm0150m000) moet u een bestaand planningscluster selecteren voor de geselecteerde vestiging. Door op het veld te klikken opent u de sessie Planningsclusters (tcemm1135m000).

  • In de sessie Magazijnen (tcemm1112m000) kunt u magazijnen aan een specifiek planningscluster koppelen. NB: Alle magazijnen moeten aan dezelfde vestiging worden gekoppeld als het planningscluster.

    Enterprise Planning aggregeert altijd de planning naar dat default magazijn, ook als er sprake is van meerdere magazijnen.

NB

U kunt de sessie Planningsclusters (tcemm1135m000) gebruiken om gegevens te definiëren en te muteren voor een planningscluster zonder magazijnen te koppelen.

Een planningscluster zonder gekoppelde magazijnen wordt als leeg beschouwd, maar kan worden gebruikt voor het muteren van default gegevens wanneer de functionaliteit voor meerdere vestigingen actief is. Het functioneert dan als een terugvalplek wanneer er geen defaults worden aangetroffen voor de sessie Artikelen - defaults bestelgegevens per vestiging (tcibd2151m000).

ATP voor geplande artikelen

LN ondersteunt vier soorten available-to-promise (ATP) voor geplande artikelen:

Voor geclusterde artikelen gelden er beperkingen aan het gebruik van controles op component-CTP en controles op capaciteit-CTP. Zie het online onderwerp Component- en capaciteit-CTP voor planningsclusters voor meer informatie.

NB

In het menu Beeld, Referentie en/of Acties in de sessie Artikelen - planning (cprpd1100m000) kunt u een reeks artikelen genereren op basis van een planartikel (voor een reeks planningsclusters) of een planningscluster (voor een reeks planartikelen). In beide gevallen kopieert Enterprise Planning ook de relevante planartikelgegevens.

Gerelateerde onderwerpen