Kalenders in Enterprise PlanningMet andere woorden, Enterprise Planning gebruikt kalenders voor het volgende:
Kalenderselectie voor productieplanning Als LN geen kalender kan vinden, wordt een andere kalender voor de productieplanning geselecteerd aan de hand van de onderstaande prioriteitsvolgorde:
Als de vereiste leverdatum van een geplande productieorder na de einddatum van de productieplanningskalender ligt, gaat LN uit van de werkweek. Voor de planning die betrekking heeft op een resource, gebruikt Enterprise Planning de kalender die aan de resource is gekoppeld. Als er geen resourcekalender aanwezig is, kijkt Enterprise Planning naar de kalender van het bedrijfsonderdeel. Als de planning betrekking heeft op een afdeling die geen resource is, gebruikt Enterprise Planning de kalender die u voor het bedrijfsonderdeel hebt gedefinieerd in de sessie Bedrijfsonderdelen (tcmcs0565m000). Als de planning geen betrekking heeft op een afdeling en er bijvoorbeeld vaste doorlooptijden worden gehanteerd, gebruikt Enterprise Planning de kalender die u hebt gedefinieerd voor de enterprise-eenheid waartoe het betreffende artikel behoort. Kalenderselectie voor inkoopplanning Bij de inkoopplanning bepaalt LN eerst de veiligheidstijd van de relatie, waarvoor een kalender wordt geselecteerd op volgorde van onderstaande prioriteit:
Vervolgens maakt LN onderscheid tussen situaties waarin u een leverancier hebt ingevoerd op het veld Kopen-van relatie in de sessies Artikelen - inkoop (tdipu0101m000) of Artikelen - kopen-van relaties (tdipu0110m000) en situaties waarin u dat niet hebt gedaan. Inkoopplanning met leverancier Als u een leverancier hebt opgegeven, maakt LN verder onderscheid tussen artikelen die binnen de doorlooptijdhorizon kunnen worden gepland en artikelen waarvoor dat niet mogelijk is. Bij artikelen die binnen de doorlooptijdhorizon kunnen worden gepland, zal LN vervolgens de transporttijd offsetten. Hiervoor selecteert LN een kalender op volgorde van onderstaande prioriteit:
Ten slotte moet LN de verwerkingstijd van de inkooporder offsetten. De kalender waarmee dit type doorlooptijd wordt berekend, wordt geselecteerd aan de hand van de onderstaande prioriteitsvolgorde:
Bij artikelen die Enterprise Planning niet binnen de doorlooptijdhorizon kan plannen, moet LN de berekende doorlooptijd offsetten. Hiervoor maakt LN gebruik van de bedrijfskalender. Inkoopplanning zonder leverancier Als u voor het artikel geen leverancier hebt opgegeven, moet LN, na het offsetten van de uitslagtijd, inslagtijd, extra doorlooptijd en veiligheidstijd, alleen de levertijd van het artikel offsetten. Hiervoor gebruikt LN de bedrijfskalender. Kalenderselectie voor distributieplanning Bij de distributieplanning maakt Enterprise Planning gebruik van verschillende distributiegerelateerde kalenders. Voor het offsetten van de inslag- en uitslagtijd selecteert LN een kalender op volgorde van onderstaande prioriteit:
Daarna offset LN de extra doorlooptijd en de veiligheidstijd van het artikel op volgorde van onderstaande prioriteit:
Bij de volgende stap controleert LN of u een vervoerder hebt opgegeven. In dat geval zal LN de transporttijd offsetten. Hiervoor selecteert LN een kalender op volgorde van onderstaande prioriteit:
Als u geen vervoerder hebt opgegeven, controleert LN of u een resource hebt opgegeven in de sessie Leveringsrelaties (cprpd7130m000). In dat geval berekent LN de levertijd van de distributie. Hiervoor selecteert LN een kalender op volgorde van onderstaande prioriteit:
Als u geen vervoerder of geen resource hebt opgegeven, berekent LN ook de levertijd van de distributie. Als u echter geen resource hebt opgegeven, selecteert LN een kalender op volgorde van onderstaande prioriteit:
| |||