De simulatie waarvoor een speciale vraag wordt aangemaakt.
Speciale vraag per artikel (cpdsp2100m000)Deze sessie kunt u gebruiken om de speciale vraag naar het opgegeven planartikel te muteren. Hoofdplan Een speciale vraag is een vraag waarvoor een reden moet worden opgegeven. LN beschouwt en behandelt de speciale vraag als een vraagprognose. U kunt de volumes van de speciale vraag per planperiode opvragen in de sessie Artikelhoofdplan (cprmp2101m000). LN werkt de speciale vraag automatisch bij in het artikelhoofdplan. Geen hoofdplan Als aan een artikel geen artikelhoofdplan is gekoppeld, kunt u de speciale vraag gebruiken als vraagprognose voor de orderplanning. NB Indien u een simulatie bijwerkt met de sessie Simul. initialiseren, rollen en bijwerk. (cprpd4200m000), verwijdert LN de speciale vraag als deze vóór de startdatum van de simulatie ligt. U kunt geen speciale vraag aanmaken voor planartikelen waaraan een afzetkanaal is gekoppeld. Speciale vraag kopiëren Ga als volgt te werk om een regel met speciale vraag voor een planartikel en simulatie te kopiëren:
Als u speciale vraag wilt kopiëren naar een ander planartikel of een andere simulatie, kiest u Dupliceren in het menu Groep en volgt u de instructies op de statusbalk.
Simulatie De simulatie waarvoor een speciale vraag wordt aangemaakt. Planartikel Het planartikel waarvoor u een speciale vraag wilt opgeven. Time fence prognose De einddatum van de time fence van de prognose. LN negeert de speciale vraag die vóór of binnen de time fence van de prognose ligt. In de hoofdplanning negeert LN de speciale vraag tot het einde van de planperiode waarin de time fence valt. In de ordergestuurde planning negeert LN de speciale vraag tot het einde van de dag waarin de time fence valt. De speciale vraag wordt meegenomen vanaf 0:00 uur (middernacht) de volgende dag. NB U kunt de time fence van het planartikel opgeven in de sessie Artikelen - planning (cprpd1100m000). Datum vraag De verwachte datum van de speciale vraag. In de hoofdplanning negeert LN de speciale vraag die vóór of binnen de time fence van de prognose ligt. Volgnummer Het nummer dat wordt gebruikt om een gegevensrecord of een stap in een aantal opeenvolgende activiteiten aan te duiden. Volgnummers worden gebruikt in vele contexten. LN genereert doorgaans het volgnummer voor het volgende artikel of de volgende stap. Afhankelijk van de context kunt u dit nummer overschrijven. NB LN kent volgnummers toe voor elke datum waarop een speciale vraag zich voordoet. Bij elke nieuwe datum begint LN weer met volgnummer 1. Prognosehoeveelheid De hoeveelheid van de speciale vraag, uitgedrukt in het aantal planartikelen. Hoeveelheidniet-geconsumeerde prognose Het deel van de vraagprognose dat nog niet door de werkelijke vraag is geconsumeerd. De vraagprognose, de extra vraag en de speciale vraag worden doorgaans geleidelijk vervangen door werkelijke orders. Dit houdt in dat de vraagprognose wordt geconsumeerd door de werkelijke vraag. LN consumeert automatisch prognoses tijdens een ordersimulatie. In de huidige sessie kunt u de prognose ook handmatig consumeren met de optie Prognose consumeren in het menu Beeld, Referentie en/of Acties. Reden van vraag Op dit veld kunt u aangeven wat de reden is van de speciale vraag. U kunt bijvoorbeeld aangeven dat de speciale vraag het gevolg is van een actie of van een aanvraag van een specifieke klant. Specificatie Effectivity-unit nummer Een methode om de geldigheid van variaties te bewaken via effectivity units. Met unit-effectivity kunt u de verschillen modelleren voor de volgende entiteiten:
Relatie De voorraad waarmee aan de vraag wordt voldaan, moet zijn gereserveerd of vast gekoppeld aan de verkopen-aan relatie die hier wordt weergegeven. LN gebruikt dit kenmerk om een geschikte levering voor deze vraag te vinden. Referentie De voorraad waarmee aan de vraag wordt voldaan, moet zijn gereserveerd of vast gekoppeld aan de referentiecode die hier wordt weergegeven. LN gebruikt dit kenmerk om een geschikte levering voor deze vraag te vinden. LN gebruikt het veld Referentie om een interne referentie vast te leggen. Met een referentiecode kunt u een verzameling onderdelen aan elkaar koppelen. De onderdelen blijven gekoppeld, zelfs als ze verschillende routings volgen, bijvoorbeeld wanneer bepaalde onderdelen naar een toeleverancier worden verzonden en later weer worden teruggestuurd. Niet-gereserveerde voorraad gebruiken Indien dit selectievakje is ingeschakeld, kan Enterprise Planning niet-gereserveerde voorraad gebruiken om aan de vraag te voldoen. Enterprise Planning gebruikt eerst gereserveerde voorraad. Als de gereserveerde voorraad niet toereikend is, gebruikt Enterprise Planning ook niet-gereserveerde voorraad. Indien dit selectievakje is uitgeschakeld, kan Enterprise Planning alleen de gereserveerde voorraad gebruiken. Project Een verzameling van productie- en inkoophandelingen die worden verricht voor een bepaalde klantorder. Er wordt een project geïnitieerd om de productie van deze te produceren artikelen te plannen en te coördineren. Bij het op order produceren van standaardartikelen wordt het project alleen gebruikt om artikelen aan de klantorder te koppelen. Een project kan ook de volgende gegevens bevatten:
Structuurdeel De structuurdeelcode die gebruikt wordt om de projectcode te peggen. Activiteit De activiteitscode die gebruikt wordt om het project te peggen.
Prognose consumeren Hiermee wordt de prognose geconsumeerd. Zie ook het onderwerp Consumptie van prognoses zonder een artikelhoofdplan.
| |||