Volgordebepaling

U kunt Volgordebepaling gebruiken als logistieke eenheden moeten worden verpakt in een voorgedefinieerde structuur en in een truck of ander voertuig moeten worden geladen in aflopende volgorde van de volgnummers die aan de logistieke eenheden zijn toegewezen.

Dit betekent dat de logistieke eenheid met het hoogste volgnummer als eerste wordt geladen en de logistieke eenheid met het laagste volgnummer als laatste. Hierdoor is de logistieke eenheid die als eerste moet worden gelost, de laatste die wordt geladen.

Om dit te realiseren, worden de referentienummers van de herkomstregels van het verkoopafroepschema gebruikt als laadvolgnummers voor de logistieke eenheden.

In het uitslagproces wordt voor elk referentienummer een uitslagadvies regel gegenereerd. Als er in de uitslagprocedure magazijnbonnen worden gebruikt, wordt voor elk referentienummer een magazijnbon gegenereerd.

Voor de logistieke eenheden worden er sjablonen gedefinieerd waarmee Enkele referentie en Enkele verpakkingsreferentie A worden geactiveerd voor de onderste knooppunten.

Tijdens de vrijgave van het uitslagadvies of de bevestiging van de magazijnbonnen, gebeurt het volgende:

  • De structuren van logistieke eenheden worden opgebouwd op basis van de referentienummers en de verpakkingsreferentie A-codes. Voor meer informatie, zie het Voorbeeld.
  • De adviesregels of pickregels worden vrijgegeven in aflopende volgorde op basis van de referentienummers.

Als deze volgorde niet wordt aangehouden, wordt het proces gestopt en wordt een foutmelding weergegeven. Als een regel van een magazijnbon bijvoorbeeld handmatig wordt gepickt en bevestigd terwijl andere regels met hogere volgnummers nog niet gepickt zijn, wordt een foutmelding weergegeven.

Op deze manier wordt in de applicatie de juiste volgorde bepaald waarin de logistieke eenheden moeten worden klaargezet en geladen. De applicatie controleert echter niet de daadwerkelijke laadactiviteiten van het personeel op het laadplatform.

Instellingen
  1. Definieer een emballagedefinitie voor de zendingsprocedure.
  2. Schakel in de sjabloon voor logistieke eenheden van de emballagedefinitie de volgende selectievakjes in voor het onderste knooppunt in de sessie Sjablonen logistieke eenheid (whwmd4160m000):

  3. Selecteer Nee op het veld Aanmaken van geprojecteerde zendingen in de sessie Artikelgegevens per magazijn (whwmd2110s000).
  4. Schakel de volgende selectievakjes in:

Details procesgegevens

Het referentienummer van de herkomstregel van het verkoopafroepschema wordt opgegeven op het veld Referentie in de sessie Verkoopafroepschemaregels (tdsls3107m000).

Vanaf de verkoopafroepschemaregels worden de referentienummers doorgegeven aan:

Omdat de functionaliteit voor volgordebepaling gebruikmaakt van geprojecteerde zendingen, wordt de structuur van ladingen en zendingen aangemaakt op het moment dat de uitslagorderregels worden aangemaakt.

Logistieke eenheden opbouwen

Als de functionaliteit voor volgordebepaling is geactiveerd, zijn de volgende regels van toepassing wanneer logistieke eenheden worden gegenereerd:

  • De logistieke eenheden worden aangemaakt op basis van referentie nummers.
  • Als de behoeften verschillende referentienummers maar dezelfde verpakkingsreferentie A-codes hebben, worden deze behoeften gegroepeerd in één logistieke eenheid, op voorwaarde dat de artikelhoeveelheid is toegestaan voor het parent-niveau. Dit houdt in dat de logistieke eenheid is gekoppeld aan meerdere referenties, maar slechts één Enkele referentie A.
Voorbeeld

In de sjabloon voor logistieke eenheden T1 is een emballageartikel van de soort Pallet voor het bovenste niveau gedefinieerd, en twee emballageartikelen van de soort Doos voor het onderste niveau. Elke doos bevat 20 artikelen. Voor de onderste knooppunten zijn Enkele referentie en Enkele verpakkingsreferentie A geactiveerd. In sjabloon T1 zijn logistieke eenheden met meerdere artikelen toegestaan.

Geprojecteerde zendingsregel SHP1000/10 is aanwezig met de volgende referentiegegevens in de sessie Verdeling referentie zendingregels (whinh4529m000):

RegelReferentieArtikelVerpakkingsreferentie AHoeveelheid
11111A18020
23333A11005
32222A21005

 

Volgens de volgordebepalingsregels wordt regel 2 met referentienummer 3333 als eerste gepickt, omdat deze artikelen als eerste moeten worden geladen. Voor regel 2 wordt deze structuur van logistieke eenheden gegenereerd op basis van sjabloon T1:

KnooppuntniveauLogistieke eenheidEmballageartikelReferentieVerpakkingsreferentie AArtikelArtikelhoeveelheid
1HU001Pallet3333100
2HU002Doos3333100A15

 

Vervolgens wordt regel 3 met referentienummer 2222 gepickt. De volgende structuur van logistieke eenheden wordt gegenereerd:

KnooppuntniveauLogistieke eenheidEmballageartikelReferentieVerpakkingsreferentie AArtikelArtikelhoeveelheid
1HU001Pallet
2HU002Doos100A1 + A25 + 5

 

Logistieke eenheid HU002 wordt gekoppeld aan meerdere artikelen en meerdere referenties, maar slechts één Enkele referentie A.

Ten slotte wordt regel 1 met referentienummer 1111 gepickt. Regel 1 heeft een verpakkingsreferentie A van 80 en een artikelhoeveelheid van 20. Er wordt een nieuwe logistieke eenheid, HU003, gegenereerd:

KnooppuntniveauLogistieke eenheidEmballageartikelReferentieVerpakkingsreferentie AArtikelArtikelhoeveelheid
1HU001Pallet
2HU002Doos100A1 + A25 + 5
2HU003Doos111180A120