Beheer ATP (cprrp4800m000)

Deze sessie kunt u gebruiken om de available-to-promise (ATP) en/of capable-to-promise (CTP) van een artikel te controleren. Met deze functies kunt u de beschikbare voorraad eindproducten, de beschikbare halffabrikaten en componenten en de beschikbare capaciteit controleren.

Dat betekent dat u het volgende kunt controleren:

  • Waar en wanneer de artikelen beschikbaar zijn.
  • Waarom artikelen (op een bepaald tijdstip) niet beschikbaar zijn.
  • Of de artikelen in andere magazijnen of bij andere bedrijven beschikbaar zijn.
NB

Als er een specificatie aan de verkooporderregel is gekoppeld of als u handmatig specificatievelden invoert in deze sessie, worden deze specificatiegegevens meegenomen in de ATP-controle.

Procedure

Stel dat in uw bedrijven en magazijnen op 2 januari de volgende ATP-hoeveelheid aanwezig is:

LocatieMagazijnATP (2 januari)
100A1-
100A2100
200B180
200B230

 

Alle andere magazijnen kunnen leveren aan magazijn A1. Magazijn A2 heeft de hoogste leveringsprioriteit en magazijn B2 de laagste.

Van uw relatie hebt u een order ontvangen voor de levering op 2 januari van een hoeveelheid van 150 artikelen uit magazijn A1. Maar in magazijn A1 zijn niet voldoende artikelen op voorraad.

Als u op Waar beschikbaar klikt, controleert LN alle gedefinieerde toeleveringsbedrijven en magazijnen en worden het voorraadniveau en de available-to-promise (ATP) voor de opgegeven datum bepaald. LN geeft de huidige ATP voor alle toeleveringsbedrijven of magazijnen gesorteerd op leveringsprioriteit weer. Hierdoor kunt u vaststellen of de benodigde goederen op 2 januari ergens in de supply chain op voorraad zijn.

NB

Als u op Waar beschikbaar klikt, controleert LN niet op component en capaciteit. Als u het selectievakje Capaciteit en/of het selectievakje Component inschakelt, is de knop Waar beschikbaar niet beschikbaar.

Goederen van andere bedrijven of magazijnen gebruiken

Als u de goederen op de vereiste dag wilt leveren en een gefaseerde levering niet acceptabel is, moet u de goederen gebruiken die wel beschikbaar zijn bij andere bedrijven of in andere magazijnen (in een ander logistiek bedrijf). Hiervoor moet in de sessie Geplande orders voor actualiseren selecteren (cppat0210m000) een overboekingsorder worden aangemaakt.

 

ATP
Simulatie
Deze code identificeert de simulatie voor het planartikel.

Gerelateerde onderwerpen

Artikel
Het planartikel waarvoor de ATP/CTP moet worden gecontroleerd.
Afzetkanaal
Een verkoop- of distributiekanaal dat gebruikt wordt om goederen aan klantgroepen toe te wijzen.

U kunt afzetkanalen koppelen aan verkopen-aan relaties en aan artikelen. Afzetkanalen kunnen worden gebruikt in verband met vrije voorraad (available-to-promise, ATP).

U kunt een bepaald ATP-volume toekennen aan een afzetkanaal. Dit volume beperkt de vrije voorraad voor dat afzetkanaal tot een maximum.

Gerelateerde onderwerpen

Productvariant
De productvariant waarvoor de ATP/CTP moet worden berekend.
Effectivity-unit
De effectivity unit waarvoor de ATP/CTP moet worden berekend.
Orderdatum
Locatie
Het bedrijf waaruit u het artikel wilt leveren.
Default magazijn
Het magazijn waaruit u het artikel wilt leveren.
Cluster
In Enterprise Planning is dit een groep magazijnen die met elkaar verbonden zijn via leveringsrelaties.

Een cluster vertegenwoordigt een geografische locatie die uit een of meer magazijnen bestaat. Deze magazijnen worden in Enterprise Planning gezien als één geheel in verband met de planning.

Hoeveelheid
De orderhoeveelheid op de verkooporder, uitgedrukt in de voorraadeenheid.
Leverdatum
De geplande leverdatum waarvoor de ATP/CTP moet worden gecontroleerd.
Rechtstreekse levering
Indien dit selectievakje is ingeschakeld, kunt u het magazijn voor een rechtstreekse levering wijzigen. Als de ATP-/CTP-controle een ander magazijn voorstelt dan het magazijn waarvoor u de ATP-/CTP-controle hebt uitgevoerd, kunt u het magazijn van de verkooporderregel wijzigen.
Soort controle
Familie
Indien dit selectievakje is ingeschakeld, kunt u ook de ATP-hoeveelheid controleren van het familieartikel waarbij het eindproduct hoort.

Voorbeeld

Het artikel mountainbike maakt deel uit van de familie "fiets".

Bij een ATP-controle op mountainbikes controleert LN in feite de beschikbare hoeveelheid van het artikel "fiets".

Gerelateerde onderwerpen

Capaciteit
Indien dit selectievakje is ingeschakeld, wordt bij het uitvoeren van een ATP-controle voor een eindproduct rekening gehouden met de capaciteit van kritische resources en/of afdelingen.
NB
  • De ATP-capaciteitscontrole wordt uitgevoerd voor resources in de stuklijst met kritische capaciteiten die zijn gedefinieerd als kritisch voor ATP.
  • Als u dit selectievakje inschakelt, wordt de knop Waar beschikbaar uitgeschakeld.

Gerelateerde onderwerpen

Component
Indien dit selectievakje is ingeschakeld, wordt de beschikbaarheid van kritische componenten gecontroleerd wanneer u een ATP-controle voor een eindproduct uitvoert.
NB
  • Alleen componenten waarvan de ATP kritisch is, worden gecontroleerd.
  • Als u dit selectievakje inschakelt, wordt de knop Waar beschikbaar uitgeschakeld.
  • Bij de controle op de component-CTP wordt de specificatie genegeerd, ongeacht de waarde van het veld Vraagpeg overerven in de sessie Stuklijst (tibom1110m000). LN gaat ervan uit dat de volledige ATP van de componenten beschikbaar is.

Gerelateerde onderwerpen

Afzetkanaal
Indien dit selectievakje is ingeschakeld, wordt er een controle op de afzetkanaal-ATP uitgevoerd.
Belangrijk!

Als het selectievakje Leverschema op basis van magazijnkalender in de sessie Planningsparameters (cprpd0100m000) is ingeschakeld, kunnen controles op de afzetkanaal-ATP onjuiste resultaten opleveren.

Een hoeveelheid voor een afzetkanaal-ATP is slechts geldig voor een bepaalde periode. LN kan niet-geconsumeerde afzetkanaal-ATP niet naar de volgende periode verplaatsen. Als u het selectievakje Leverschema op basis van magazijnkalender inschakelt, is het mogelijk dat LN de geplande leverdatum verschuift naar een toekomstige periode met onvoldoende afzetkanaal-ATP.

Gerelateerde onderwerpen

Toeleveringsgegevens
Ontvangend bedrijf
Default magazijn
Het toeleverings magazijn.
Minimum beschikbaar
De seriegrootte die het toeleveringsmagazijn moet leveren.

Tijdens het zoeken negeert LN voorraadregels die niet aan de opgegeven seriegrootte voldoen.

Opties
Toeleveringsrelaties negeren
Indien dit selectievakje is ingeschakeld, controleert LN de ATP van artikelen met dezelfde algemene artikelcode (geclusterd en niet geclusterd). Deze controle wordt echter niet uitgevoerd op een multi-site niveau. Hierdoor worden de toeleveringsrelaties die in Enterprise Planning zijn gedefinieerd, genegeerd. LN zoekt naar available-to-promise (ATP) in alle magazijnen van het huidige logistieke bedrijf.

Indien dit selectievakje is uitgeschakeld, controleert LN de ATP voor het artikel en ook voor alle toe te leveren artikelen op een multi-site niveau. De ATP-controle omvat alle magazijnen van het niet-geclusterde planartikel plus alle magazijnen die er door middel van een toeleveringsrelatie aan zijn gekoppeld. Hierdoor worden de toeleveringsrelaties die in Enterprise Planning zijn gedefinieerd, niet genegeerd. Er worden alleen voorstellen gedaan voor bedrijven/magazijnen die een geldige toeleveringsrelatie hebben met het magazijn waarin het tekort is geconstateerd.

CTP-gegevens tonen
Indien dit selectievakje is ingeschakeld, toont LN de CTP-uitvoer in een Graphical Browser Framework.
Orderregels aanmaken
Aan de hand van dit selectievakje wordt bepaald hoe het leverschema wordt verwerkt op verkooporderniveau.

Indien dit selectievakje is ingeschakeld, worden extra verkooporderregels gegenereerd in de sessie Verkooporderregels (tdsls4101m000).

Indien dit selectievakje is uitgeschakeld, worden leveringsregels gegenereerd voor de verkooporderregel in de sessie Leveringsregels verkooporder (tdsls4101m100).

NB
  • Voor artikelen Ja en generieke artikelen die nog niet klantspecifiek zijn gemaakt, is dit selectievakje niet beschikbaar en geselecteerd. De reden hiervoor is dat voor deze artikelen alleen een voorgesteld (ATP-)leverschema kan worden geaccepteerd als er meerdere orderregels zijn aangemaakt. Dit betekent dat er verkooporderregels worden gegenereerd met verschillende datums en/of magazijnen.
  • Voor klantspecifieke artikelen kan een leverschema worden opgesteld. Hierdoor kunnen verkooporderleveringsregels worden aangemaakt die het leverschema vormen nadat voor de regels een product- of projectstructuur is gegenereerd in de sessie Structuur van PCS-project voor verkooporders genereren (tdsls4244m000).
Eenheid is bestemd voor planning
Indien dit selectievakje is ingeschakeld, geldt de geselecteerde planeenheid voor alle verdere planningsactiviteiten voor de order.
Specificatie
Relatie
De verkopen-aan relatie waarvoor de voorraad waarmee aan deze vraag kan worden voldaan, gereserveerd moet zijn of waarvoor de order waarmee aan deze vraag kan worden voldaan, aan vraag gepegd moet zijn.

Als u hier een relatie invoert, zoekt LN naar leveringen die gereserveerd of aan vraag gepegd zijn voor deze relatie.

Gerelateerde onderwerpen

Type business-object
De soort order waarvoor de voorraad waarmee aan deze vraag kan worden voldaan, gereserveerd moet zijn of waarvoor de order waarmee aan deze vraag kan worden voldaan, aan vraag gepegd moet zijn, bijvoorbeeld Verkooporder of Serviceorder

Als u hier een type business-object en een business-object invoert, zoekt LN naar leveringen die gereserveerd of aan vraag gepegd zijn voor dit business-object.

NB

De volgende velden worden altijd in combinatie gebruikt en geven samen de relevante order of orderregel aan:

  • Type business-object
  • Business-object
  • Business-object referentie

Gerelateerde onderwerpen

Business-object
Dit veld geeft de order of orderregel aan waarvoor de voorraad waarmee aan deze vraag kan worden voldaan, gereserveerd moet zijn of waarvoor de order waarmee aan deze vraag kan worden voldaan, aan vraag gepegd moet zijn.

Als u hier een type business-object en een business-object invoert, zoekt LN naar leveringen die gereserveerd of aan vraag gepegd zijn voor dit business-object.

NB

De volgende velden worden altijd in combinatie gebruikt en geven samen de relevante order of orderregel aan:

  • Type business-object
  • Business-object
  • Business-object referentie

Gerelateerde onderwerpen

Business-object referentie
Referentie
Dit veld geeft de referentiecode aan waarvoor de voorraad waarmee aan deze vraag kan worden voldaan, gereserveerd moet zijn of waarvoor de order waarmee aan deze vraag kan worden voldaan, aan vraag gepegd moet zijn.

Als u hier een referentie invoert, zoekt LN naar leveringen die gereserveerd of aan vraag gepegd zijn voor deze referentiecode.

In LN kan dit veld op twee manieren worden gebruikt:

  • Als het veld Relatie is gevuld, gebruikt LN het veld Referentie om een door een klant gedefinieerde referentiecode vast te leggen.
  • Als het veld Relatie leeg is, wordt in LN het veld Referentie gebruikt om een interne referentiecode vast te leggen.

Met een referentiecode kunt u een verzameling onderdelen aan elkaar koppelen. De onderdelen blijven gekoppeld, zelfs als ze verschillende routings volgen, bijvoorbeeld wanneer bepaalde onderdelen naar een toeleverancier worden verzonden en later weer worden teruggestuurd.

Gerelateerde onderwerpen

Niet-gereserveerde voorraad gebruiken
Indien dit selectievakje is ingeschakeld, kan Enterprise Planning niet-gereserveerde voorraad gebruiken om aan de vraag te voldoen. Enterprise Planning gebruikt eerst gereserveerde voorraad. Als de gereserveerde voorraad niet toereikend is, gebruikt Enterprise Planning ook niet-gereserveerde voorraad.

Indien dit selectievakje is uitgeschakeld, kan Enterprise Planning alleen gereserveerde voorraad gebruiken om aan de vraag te voldoen.

Gerelateerde onderwerpen

Projectpeg
Project
Een verzameling van productie- en inkoophandelingen die specifiek worden verricht voor een bepaalde klantorder. Er wordt een project geïnitieerd om de productie van deze artikelen te plannen en te coördineren.

Bij het op order produceren van standaardartikelen wordt het project alleen gebruikt om artikelen aan de klantorder te koppelen. Een project kan de volgende gegevens bevatten:

  • Klantspecifieke artikelgegevens (stuklijsten en routings)
  • Projectplanning (activiteitenplanning)
Structuurdeel
Activiteit

 

Waar beschikbaar
LN controleert de toeleveringsbedrijven en magazijnen en bepaalt het voorraadniveau en de available-to-promise (ATP) voor de opgegeven datum. LN controleert niet op component en capaciteit.
Beschikbaar
LN controleert bij alle toeleveringsbedrijven en magazijnen of de voorraad op de opgegeven datum beschikbaar is. Het zoeken stopt zodra alle toeleveringsbedrijven zijn gecontroleerd of zodra blijkt dat de vereiste hoeveelheid kan worden geleverd. LN controleert niet op component en capaciteit.
Wanneer beschikbaar
LN controleert bij alle toeleveringsbedrijven en magazijnen of voorraad beschikbaar is.
Controle op acceptatie
De regel wordt bijgewerkt met de uitkomst van de controles Beschikbaar of Wanneer beschikbaar, zoals een leveringsschema, magazijnwijziging of datumwijziging.

Deze optie is alleen beschikbaar als sprake is van het volgende:

  • Deze sessie is geïnitieerd tijdens het invoeren van een verkooporderregel.
  • Er is eerder een controle op Beschikbaar of Wanneer beschikbaar uitgevoerd.