Logistieke eenheden gebruiken in het zendingsproces

Voor meer informatie, zie Statussen van zendingen en ladingen.

Wanneer een logistieke eenheid wordt gepickt, wordt die eenheid gekoppeld aan een bestaande zendingsregel. U kunt een bestaande zendingsregel alleen bijwerken als de regel de status Openstaand heeft.

Schakel het selectievakje Logistieke eenheden consolideren tot één zendingregel tijdens picken in de sessie Magazijn - artikel (whwmd2110s000) in om tijdens het pickproces meerdere logistieke eenheden aan één zendingsregel te koppelen.

Als het selectievakje Logistieke eenheden consolideren tot één zendingregel tijdens picken uitgeschakeld is, koppelt LN tijdens het pickproces maar één logistieke eenheid aan een zendingsregel. Wanneer vervolgens nog een logistieke eenheid wordt gepickt, wordt daarvoor een nieuwe zendingsregel aangemaakt.

Als u het selectievakje Logistieke eenheid voor zendingkop genereren tijdens picken in de sessie Magazijnen (whwmd2500m000) inschakelt, wordt een logistieke eenheid gegenereerd voor de zendingskop. De logistieke eenheden op de zendingsregels worden aan deze logistieke eenheid gekoppeld.

Als een zendingsregel geen logistieke eenheid heeft, kan de logistieke eenheid worden gegenereerd, als het artikel op de zendingsregel tenminste geschikt is voor een logistieke eenheid. De nieuwe logistieke eenheid wordt gekoppeld aan de zendingskop.

De koppeling tussen de zendingskop en de logistieke eenheid kan in een later stadium worden verbroken, namelijk bij het samenstellen van logistieke eenheden.

Aan een zendingsregel kunnen meerdere logistieke eenheden worden gekoppeld. U kunt de sessie Logistieke eenheden zendingregels (whinh4534m000) gebruiken om logistieke eenheden te koppelen aan een zendingsregel.

Er worden meerdere logistieke eenheden gegenereerd voor één zendingsregel als er een emballagedefinitie is gekoppeld aan een zendingsregel. De maximale inhoud van een logistieke eenheid is de hoeveelheid die een emballageartikel, gekoppeld aan een bepaald niveau in een emballagedefinitie, kan bevatten.

Als er maar één logistieke eenheid is gekoppeld aan de zendingsregel, wordt op het veld Logistieke eenheid van de sessie Zendingregels (whinh4131m000) het nummer van de logistieke eenheid op de zendingsregel weergegeven. Als meerdere logistieke eenheden aan de zendingsregel zijn gekoppeld, wordt geen nummer van een logistieke eenheid weergegeven. In beide gevallen is het selectievakje Logistieke eenheden aanwezig in de sessie Zendingregels (whinh4131m000) ingeschakeld.

U kunt een logistieke eenheid Op uitslaglocatie instellen op 'niet verzonden'. Wanneer u een logistieke eenheid Op uitslaglocatie op 'niet verzonden' instelt, terwijl de eenheid niet direct gerelateerd is aan een actief uitslagproces, wordt de hoeveelheid op het veld Verwachte n-verz. hoev. in de sessie Uitslagproces logistieke eenheid (whinh2123m000) gewijzigd voor de logistieke child-eenheden. De verpakkingsstructuur van de zendingsregel en de zendingsregel worden dienovereenkomstig gewijzigd.

Voor meer informatie, zie Uitslagprocedures en logistieke eenheden.

U kunt logistieke eenheden met de status Op uitslaglocatie splitsen. De geselecteerde logistieke eenheid wordt gesplitst op basis van de verpakkingshoeveelheid of de hoeveelheid van de inhoud. U kunt een logistieke eenheid die is gekoppeld aan een uitslagproces, splitsen.

Wanneer logistieke eenheden zijn gekoppeld aan een zendingsregel, kan de zendingsregel alleen worden gesplitst door een logistieke child-eenheid te selecteren die wordt verplaatst naar de doelzending.

Wanneer u zendingen samenstelt, kunt u zendingsregels verplaatsen naar verschillende zendingen. De boomstructuur van de logistieke eenheid ondervindt hiervan geen gevolgen. De logistieke eenheid wordt wel aan een andere zendingsregel gekoppeld. De waarden in de sessies Logistieke eenheden zendingregels (whinh4534m000) en Uitslagproces logistieke eenheid (whinh2123m000) worden bijgewerkt met de nieuwe zendingsgegevens.

U kunt een zendingsregel bevestigen per logistieke eenheid. U kunt elke logistieke eenheid Op uitslaglocatie of met de status Bevroren die is gekoppeld aan de zendingsregel, bevestigen. De status van de bevestigde logistieke eenheden wordt ingesteld op Verzonden. Als niet alle aan een zendingsregel gekoppelde logistieke eenheden op Verzonden staan, krijgt de zendingsregel de status Bevestigen.

Wanneer alle aan de zendingsregel gekoppelde logistieke eenheden op de status Verzonden zijn gezet, krijgt de zendingsregel de status Verzonden. Wanneer de zendingsregel is ingesteld op de status Verzonden, worden de voorraadniveaus, voorraad, financiële mutaties, rekeningen voor emballagemateriaal en dergelijke bijgewerkt.

Voor meer informatie, zie Uitslagprocedures en logistieke eenheden.

Zie Statussen van zendingen en ladingen voor meer informatie over de status van zendingen.

Wanneer u een zending bevestigt per zendingsregel en de logistieke eenheden voor de zendingsregel bestaan, krijgen de logistieke eenheden die niet de status Verzonden hebben de status Verzonden.

Als u de logistieke eenheid van een open zendingsregel verwijdert, verwijdert LN alle logistieke eenheden van de zendingsregel. Als LN één of meerdere logistieke eenheden van de zendingsregel niet kan verwijderen, wordt geen van de gekoppelde logistieke eenheden verwijderd.

Als u de logistieke eenheden wilt verwijderen, selecteert u Logistieke eenheid verwijderen in het menu Beeld, Referenties, Acties.