Volledige VMI - procedure

In de volgende procedure worden de stappen beschreven die door de leverancier en de klant worden uitgevoerd om vraag door te geven, levering te plannen, voorraad te leveren en te verbruiken, facturen te verzenden en te betalen voor de goederen. Deze stappen omvatten het volledige VMI-scenario, maar sommige van deze stappen zijn ook van toepassing op verschillende andere scenario's. Bovendien kunnen bepaalde stappen in plaats van door de leverancier door de klant worden uitgevoerd en omgekeerd. Waar dit van toepassing is, wordt dit aangegeven.

Voor sommige van deze stappen kunt u andere sessies of opties gebruiken om andere functionaliteit te gebruiken. De volgende procedure wordt echter aanbevolen voor de meeste situaties, beschreven in:

Stap 1. Klant stuurt gepland verbruik naar leverancier
  1. De klant genereert in de sessie Verkooporders (tdsls4100m000) een verkooporder voor de artikelen die de klant aan de eigen klant verkoopt.
  2. De klant voert in de sessie Orderplanning genereren (cprrp1210m000) een MRP-run uit om een voorcalculatie te maken van de artikel- of componenthoeveelheden die de klant van de leverancier moet kopen om de order af te handelen die in de vorige stap is gegenereerd.
  3. De klant keurt in de sessie Prognose naar leverancier fiatteren (cpvmi0202m000) de prognose gegevens goed voordat deze naar de leverancier worden gestuurd.
  4. De klant verzendt in de sessie Prognose naar leverancier (cpvmi0102m000) de prognose gegevens naar de leverancier.

Deze stap kan ook van toepassing zijn op andere scenario's waarin de leverancier de leveringsplanning uitvoert, zoals:

Stap 2. Leverancier plant levering
  1. De leverancier accepteert in de sessie Prognose van klant accepteren (cpvmi0206m000) de prognose gegevens die de leverancier heeft ontvangen van de klant. Hiervoor moet het cluster zijn ingevoegd in het clustersegment (het gedeelte uiterst links) van de planartikelvelden.
  2. De leverancier controleert in de sessie Prognoserevisies van klant (cpvmi0506m000) de prognose revisies die de leverancier heeft ontvangen van de klant en keurt deze goed.
  3. De leverancier genereert in de sessie Geplande lev. op basis van prognose genereren (cpvmi1211m000) geplande distributieorders op basis van de goedgekeurde prognose. Als er geen geplande orders worden gegenereerd, voert u deze sessie opnieuw uit en schakelt u het selectievakje Uitzonderingsboodschappen afdrukken in.
  4. De leverancier genereert in de sessie Bevestigde levering genereren (cpvmi1210m000) de bevestigde levering op basis van de geplande orders die zijn gegenereerd in de sessie Geplande lev. op basis van prognose genereren (cpvmi1211m000).

    Deze stap is vereist als op het tabblad Planning in de sessie Voorwaarden en condities - regels (tctrm1620m000) het selectievakje Levering bevestigen is ingeschakeld voor de desbetreffende voorwaarden en condities.

  5. De leverancier boekt de geplande distributieorders in de sessie Geplande orders (cprrp1100m000) over naar magazijnorders met de optie Orderplanning overdragen in het menu Beeld, Referentie en/of Acties. De leverancier voert de overboekingsorders pas uit nadat de leverancier de bevestigde levering heeft goedgekeurd en naar de klant heeft gestuurd en de klant deze heeft goedgekeurd.
  6. De leverancier gebruikt een van de volgende methoden om de bevestigde levering goed te keuren:

    • Keur de bevestigde levering voor een bereik van artikelen goed in de sessie Bevestigde levering aan klant fiatteren (cpvmi0208m000). Geef op welke controles door de sessie moeten worden toegepast voordat de bevestigde levering wordt goedgekeurd.
    • Klik in de sessie Bevestigde levering naar klant (cpvmi0108m000) op Goedkeuren om de bevestigde levering voor één bepaald artikel goed te keuren.

Deze stap kan ook van toepassing zijn op andere scenario's waarin de leverancier de leveringsplanning uitvoert, zoals:

Voor meer informatie, zie Leveringsplanning voor klant uitvoeren - procedure in de Gebruikershandleiding leveringsplanning door leverancier (/guides/U9482AUS).

Stap 3. Klant keurt levering goed
  1. De klant keurt de bevestigde levering van de leverancier goed in de sessie Bevestigde lev. van leverancier accepteren (cpvmi0205m000).
  2. De klant bekijkt in de sessie Artikelplan leverancier (cpvmi0530m000) het plan voor artikelen-relaties dat is aangemaakt voor het huidige artikel en de huidige leverancier.
Stap 4. Leverancier vult voorraad van de klant aan
  1. Nadat de klant de bevestigde levering van de leverancier heeft goedgekeurd (zie vorige stap), voert de leverancier in de sessie Magazijnorder (whinh2100m100) de uitslag- en inslagstappen uit die nodig zijn om de overboekingsorder uit te voeren van het magazijn van de leverancier naar het VMI-magazijn, dat een normaal magazijn is in het systeem van de leverancier. Zie de online Help van het pakket Magazijnbeheer voor meer informatie.
  2. In de sessie Automatische ontvangsten initiëren (whinh3223m000) initieert de klant automatische ontvangsten om het VMI-magazijn bij te werken. In het ERP-systeem van de klant is het VMI-magazijn ingesteld als een administratief magazijn. Voor meer informatie, zie Het administratieve magazijn bijwerken.
Stap 5. Leverancier geeft voorraad af voor klant

De leverancier geeft voorraad af voor de klant, meestal op basis van afroepen van de klant. De klant verbruikt de afgegeven voorraad voor verkoop of productie.

De leverancier en de klant registreren de afgifte in het VMI-magazijn in hun eigen ERP-systeem.

In het ERP-systeem van de klant worden een te betalen ontvangst en een verbruiksrecord aangemaakt. De verbruiksrecord wordt opgeslagen in de sessie Verbruik in consignatie (whwmd2551m000) en wordt gekoppeld aan de inkooporder en de ontvangst waarvoor de verbruikte goederen oorspronkelijk in het magazijn zijn ontvangen. Voor meer informatie, zie Verbruiksrecords.

De leverancier maakt in het eigen ERP-systeem een verkooporder aan met de betalingssoort Betalen bij ontvangst nadat de goederen zijn afgegeven voor verbruik. Door deze verkooporder wordt het factureringsproces geïnitieerd (zie de volgende stap).

Deze stap kan ook van toepassing zijn op andere scenario's waarin de leverancier het voorraadbeheer uitvoert, zoals Leveringsplanning door klant.

Stap 6. Facturering

Het factureringsproces wordt door de leverancier of de klant geïnitieerd. Als de leverancier de facturering triggert:

  1. De leverancier maakt voor de verkooporder met de betalingssoort Betalen bij ontvangst factuurregels aan in de sessie Verkoopfactuurregels (tdsls4106m100).
  2. De leverancier geeft de factuurregels in de sessie Verk.orders/-afroepschema's vrijgeven voor Facturering (CI) (tdsls4247m000) vrij voor Facturering.
  3. De leverancier maakt een factuuraanvraag aan in de sessie Factuuraanvragen (cisli2100m000).
  4. De leverancier maakt de factuur aan in de sessie Facturen samenstellen/afdrukken/boeken (cisli2200m000). LN verwerkt dan de herkomstverkooporders.

De klant kan ook een proces voor selfbilling gebruiken om met een vast interval, zoals eenmaal per maand, geaggregeerde betalingen uit te voeren. Voor meer informatie, zie Selfbilling of de online Help van het pakket Fin. administratie.

Door de klant of de leverancier geïnitieerde facturering is van toepassing op alle VMI-scenario's.

Stap 7. Betaling

De leverancier koppelt de betalingen van de klant, op basis van selfbilling of facturen van de leverancier, aan de openstaande bedragen. Voor meer informatie, zie Betaal- en ontvangstwijzen of de online Help van het pakket Fin. administratie.