| | Afmetingen logistieke eenheden, voorbeeld CIn dit voorbeeld vindt u een beschrijving van de dimensies van logistieke eenheden binnen een structuur met logistieke eenheden waarin de parent geen emballageartikel heeft en de children verschillende emballageartikelen hebben. Voor logistieke parent-eenheid HU00D is er geen emballageartikel gedefinieerd. Logistieke eenheid HU00D heeft 10 logistieke child-eenheden. Vijf logistieke child-eenheden hebben een door de gebruiker gedefinieerd intern emballageartikel van de soort Doos A en de andere logistieke child-eenheden hebben een door de gebruiker gedefinieerd intern emballageartikel van de soort Doos B. De dimensies van de emballageartikelen zijn als volgt: | Dimensies | Doos A | Doos B |
|---|
| Breedte | 0,1 m | 0,25 m | | Lengte | 0,25 m | 0,5 m | | Hoogte | 0,05 m | 0,2 m | | Vloeroppervlak | 0,025 m2 | 0,125 m2 | | Volume | 0,00125 m3 | 0,025 m3 |
In dit geval worden de dimensies als volgt berekend: Breedte De geaggregeerde breedte van het interne emballageartikel met de grootste breedte. In dit voorbeeld is Doos B breder en daarom wordt de geaggregeerde breedte van Doos B (5 * 0,25 = 1,25) gebruikt als de breedte voor de parent. Lengte Voor de dieptewaarde van de parent wordt de dieptewaarde opgeteld van elke soort intern emballageartikel die voor de children is gereserveerd. Als de diepte van intern emballageartikel Doos A 0,25 is en de diepte van intern emballageartikel Doos B 0,5, is de geaggregeerde dieptewaarde voor de logistieke parent-eenheid 0,75. Hoogte Voor de hoogte van de parent wordt de hoogte van het emballageartikel met de grootste hoogte gebruikt. Als de hoogte van het interne emballageartikel Doos A 0,05 is en de hoogte van intern emballageartikel Doos B 0,2 is, is de hoogte voor de parent 0,2. Vloeroppervlak Het geaggregeerde vloeroppervlak van elke soort intern emballageartikel van de logistieke child-eenheden wordt gebruikt als het vloeroppervlak voor de parent. In het voorbeeld is het vloeroppervlak van de parent (5 * 0,025) + (5 * 0,125) = 0,75 m2. Volume Het geaggregeerde volume van de emballageartikelen van de logistieke child-eenheden wordt gebruikt als het volume voor de parent. In het voorbeeld is het volume van de parent (5 * 0,00125) + (5 * 0,025) = 0,13125 m3. Gewicht Het nettogewicht is het geaggregeerde gewicht van de artikelen in de logistieke eenheid. Het brutogewicht is het geaggregeerde gewicht van de artikelen in de logistieke eenheid, opgeteld met het geaggregeerde gewicht van alle emballageartikelen in de structuur van de logistieke eenheid.
| |