Woordenlijst voor Magazijnbeheer

aanvulling
De procedure waarmee voorraad wordt overgeboekt van een magazijn of magazijnlocatie naar een ander magazijn of een andere magazijnlocatie, omdat er onvoldoende voorraad beschikbaar is in het bestemmingsmagazijn (of op de bestemmingsmagazijnlocatie).
aanvulmatrix
De relaties waarmee de aanvulling van artikelen wordt gedefinieerd vanaf bulklocaties of bulkzones naar picklocaties of pickzones in een magazijn.
aanvulorder
Een order waarmee goederen tussen twee fysieke locaties/magazijnen worden overgeboekt.
aanwezige voorraad
ABC-analyse
Een evaluatieproces waarbij artikelen worden ingedeeld in artikelen die een grote (A-artikelen), een gemiddelde (B-artikelen) en een kleine (C-artikelen) bijdrage leveren aan de totale omzetsnelheid van de voorraad.
ABC-code
Een code waarmee voor elk artikel de bijdrage aan de totale omzetsnelheid van de voorraad wordt aangegeven. A-artikelen leveren een hoge bijdrage, C-artikelen een lage bijdrage.
activiteit
Een stap in een magazijnprocedure. Een activiteit komt overeen met een sessie van het pakket Magazijnbeheer. Zo wordt de inslagactiviteit Inslagadvies genereren uitgevoerd met de sessie Inslagadvies genereren (whinh3201m000).
administratief magazijn
Een magazijn dat een weergave geeft van een magazijn dat door een relatie wordt beheerd. Een administratief magazijn komt overeen met een fysiek magazijn dat door het systeem van de relatie wordt gestuurd. In dat fysieke magazijn vindt de inslag- en uitslagverwerking plaats. Het administratieve magazijn weerspiegelt de voorraadniveaus die in het magazijn van de relatie aanwezig zijn.

Administratieve magazijnen worden onder andere in de volgende situaties gebruikt:

  • Het magazijn bevindt zich op uw locatie, maar een leverancier beheert en is mogelijk eigenaar van de voorraad totdat u de artikelen verbruikt.
  • Het magazijn bevindt zich op de locatie van een klant. U bent eigenaar van de voorraad totdat de klant de artikelen verbruikt, maar de klant beheert de voorraad.
  • Het magazijn bevindt zich op de locatie van een toeleverancier. U bent eigenaar van de goederen (geen eindproducten) in het magazijn, maar de toeleverancier beheert de voorraad.

Een administratief magazijn behoort niet tot de magazijnsoorten die u in LN kunt definiëren. Voor het instellen van een administratief magazijn moet u diverse parameters opgeven.

administratieve zendingsstructuur
De administratieve structuur is de ordening van zendingskoppen en zendingsregels.
adviesnummer
Het nummer van de afzonderlijke adviesregel. Een magazijnorderregel kan worden onderverdeeld in een of meer adviesregels, afhankelijk van het aantal partijen en/of locaties die zijn toegekend.
Afgekeurde voorraad
afgifte
De mutatiesoort die wordt gebruikt om goederen aan de voorraad te onttrekken.
afgifteprijs
De prijs waartegen goederen vanuit het magazijn worden afgegeven. De afgifteprijs is gebaseerd op de voorraadwaarderingsprijs plus afgiftetoeslagen.
afstemming
Het proces waarbij voorraadniveaus tussen het WMS en LN worden vergeleken, de resultaten worden geanalyseerd en alle vastgestelde verschillen worden verwerkt, bij voorkeur door de gerelateerde orders te corrigeren.
assemblagekit
Een orderafhankelijke set artikelen die samen moeten worden afgeleverd bij het productiemagazijn.
assemblagelocatie
De locatie waar halffabrikaten of delen worden samengevoegd.
bedrijfsstructuur
De zoekstructuur per bedrijf voor magazijnen op basis van de numerieke prioriteiten die aan magazijnen zijn toegekend. 1 is de hoogste prioriteit en 999 de laagste.
beschikbaarheidsplanning
De planningsmethode waarmee de beschikbaarheid van gereedschappen wordt aangegeven voor de geplande productieorders, serviceorders en werkelijke productieorders. Beschikbaarheidsgegevens helpen u om de toekomstige beschikbaarheid te controleren van de gereedschappen die u voor deze orders nodig hebt. Als het benodigde gereedschap voor een bewerking of serviceactiviteit niet beschikbaar is, kunt u daarop actie ondernemen.
beschikbaar voor overdracht (ATT)
Werkelijke voorraad die is toegekend aan een bepaalde projectkostenpeg-vraag, maar die nog niet nodig is. Daarom is de voorraad beschikbaar voor andere projectkostenpegs, mits de voorraad op tijd wordt aangevuld om aan de originele vraag te kunnen voldoen.
Afkorting: ATT
bestelniveau
Als de totale werkelijke voorraad plus de totale voorraad in nota onder het bestelniveau komen, moet de voorraad worden aangevuld.
Betalen bij gebruik
blokkeren
Een functie die wordt gebruikt om voorraadmutaties te blokkeren. U kunt blokkeringen instellen per zone, locatie, partij, voorraadpunt of seriedragend artikel.
blokkeringsreden
De reden van de blokkering. Deze reden kan worden gekoppeld aan het blokkeren van een zone, locatie, partij, voorraadpunt of seriedragend artikel.
BOD (Business Object Document)
Een XML-bericht waarmee gegevens worden uitgewisseld tussen bedrijven of bedrijfsapplicaties. Een BOD bestaat uit een zelfstandig naamwoord waarmee de inhoud van het bericht wordt aangeduid, en een werkwoord waarmee wordt aangegeven welke actie met het document moet worden uitgevoerd. De unieke combinatie van het zelfstandig naamwoord en het werkwoord vormt de naam van het BOD. Zo resulteert het zelfstandig naamwoord ReceiveDelivery in combinatie met het werkwoord Sync in het BOD SyncReceiveDelivery.
buffervoorraad
Een virtueel magazijn met voorraad die kan worden gereserveerd voor speciale doeleinden. Hiervoor wordt een speciale orderherkomst gebruikt (buffervoorraad).
bulklocatie
De locatie die voornamelijk wordt gebruikt voor grote inslaghoeveelheden en/of -containers en om aan te geven vanaf welke picklocatie kan worden aangevuld.
code materieelomschrijving
Een code waarmee de soort materieel wordt aangegeven die voor de zending wordt gebruikt, bijvoorbeeld: TL = trailer.
consignatievoorraad
In een magazijn opgeslagen goederen die eigendom zijn van derden.

Er bestaan twee soorten consignatievoorraad:

  • Consignatie (eigendom)
    Goederen die uw bedrijf in eigendom heeft en die zijn opgeslagen in een magazijn van uw afnemer. U wordt pas betaald als de goederen zijn gebruikt of verkocht. U registreert de goederen niet als consignatievoorraad, omdat de goederen nog deel uitmaken van uw voorraad.
  • Consignatie (geen eigendom)
    Goederen die uw leverancier in eigendom heeft en die zijn opgeslagen in uw magazijn. Er wordt pas betaald als de goederen zijn gebruikt of verkocht. U registreert de goederen als consignatievoorraad.
correctieorder
Een magazijnorder die speciaal wordt aangemaakt om de voorraad te corrigeren als er verschillen zijn gevonden. Met een correctieorder wordt de voorraad gecorrigeerd en worden financiële mutaties gegenereerd.
crossdocking
Het proces waarbij inslaggoederen direct van de ontvangstlocatie naar de uitslaglocatie gaan om te worden afgegeven. Van crossdocking is bijvoorbeeld sprake wanneer een bestaande verkooporder moet worden afgehandeld waarvoor geen voorraad beschikbaar is.

LN maakt onderscheid tussen drie soorten crossdocking:

  • Statisch
    Als u deze soort crossdocking wilt initiëren, moet u in Verkoop een inkooporder genereren op basis van een verkooporder.
  • Dynamisch
    Deze soort crossdocking, die beschikbaar is in Magazijnbeheer, kan:
    • Tot stand komen op basis van voorraadtekorten.
    • Expliciet worden vastgelegd tijdens de ontvangst van goederen.
    • Ad hoc worden aangemaakt.
  • Rechtstreekse levering materiaal
    U kunt met deze soort crossdocking, die beschikbaar is in Magazijnbeheer, voldoen aan de vraag in een cluster magazijnen. Deze crossdocking is gebaseerd op:
    • Ontvangsten
    • Werkelijke voorraad
NB

Crossdocking-orders die afkomstig zijn uit Verkoop, kunt u op dezelfde manier muteren als crossdocking-orders die zijn aangemaakt in Magazijnbeheer, met als uitzondering dat u de koppeling tussen de verkooporder en de inkooporder niet kunt wijzigen.

crossdocking-order
Een uitslagorderregel waarvoor de goederen moeten worden gecrossdockt. Een crossdocking-order kan worden afgehandeld door crossdocking-orderregels voor de order aan te maken.
crossdocking-orderregel
Een inslagorderregel waarvoor de goederen moeten worden gecrossdockt. Crossdocking-orderregels dienen voor de afhandeling van crossdocking-orders.
DDC
Een methode voor gegevensinvoer waarbij niet wordt gewerkt met de standaardgebruikersinterface, bijvoorbeeld gegevens invoeren met behulp van een externe scanner.
Afkorting: Distributed Data Collection
definitie crossdock-beperking
Een door een gebruiker gedefinieerde set regels waarmee LN bepaalt of er crossdocking-orders moeten worden aangemaakt. Deze regels worden één voor één gecontroleerd. Als er aan een geldige voorwaarde wordt voldaan, worden geen crossdocking-orders aangemaakt. Is er geen regel van toepassing, dan staat LN het aanmaken van crossdocking-orders toe. Er wordt rekening gehouden met regels voor de crossdock-beperking, ongeacht het gebruik van rechtstreekse levering van materiaal.
dispositie
Manier waarop in quarantaine geplaatste maakartikelen of inkoopartikelen of materialen worden afgehandeld, bijvoorbeeld door ze af te voeren, te herbewerken of aan de leverancier te retourneren.
dispositieorder
Een order die LN genereert nadat de gebruiker een dispositieregel heeft verwerkt. De dispositieorder wordt gebruikt voor het uitvoeren van een dispositie.

De dispositie die de gebruiker heeft geselecteerd voor verwerking van de dispositieregel, wordt bepaald of een dispositieorder wordt gegenereerd en zo ja, welk type dispositieorder er wordt gegenereerd:

Dispositie-optieDispositieorder
Afval

Correctieorder

Aan leverancier retournerenRetourorder inkoop
Herbewerken (volgens bestaande spec.)Productieorder
Herbew. (volgens nieuwe specificatie)Productieorder
HerclassificerenArtikeloverboeking

 

Voor de disposities Gebruiken als is en Geen defect gevonden wordt geen dispositieorder gegenereerd.

Distributed Data Collection
Zie: DDC
dok
Een locatie in een magazijn waar goederen kunnen worden geladen of gelost.
doorlooptijd inslag
Het tijdsinterval tussen de aankomst van de artikelen en de werkelijke opslag in het magazijn.
doorlooptijd uitslag
Het tijdsinterval tussen het moment dat de artikelen uit het magazijn worden gehaald en het vertrek van het transportmiddel waarop de artikelen zijn geplaatst.
doorlooptijd voor crossdocking
Het tijdsinterval (in uren of dagen) tussen de ontvangst van de goederen op de ontvangstlocatie en het moment waarop de goederen het magazijn verlaten vanaf de uitslaglocatie. Inbegrepen zijn de normale wachttijden op de ontvangstlocatie en/of uitslaglocatie en de inspectietijd.
NB

U kunt doorlooptijden voor crossdocking definiëren voor magazijnen en/of combinaties van artikelen en magazijnen.

economische voorraad
De voorraad die beschikbaar is voor verkoop.
eenheid van doorlooptijd
De eenheid waarin de doorlooptijd wordt uitgedrukt.

Voor de doorlooptijd zijn de volgende eenheden beschikbaar:

  • Uur
  • Dag
  • Week
  • Maand
eigendom
Geeft aan of het eigendom van goederen overgaat van de leverancier naar de klant en op welk punt in de supply chain dit gebeurt. Ook tussen bedrijfsonderdelen of business units binnen een organisatie kan sprake zijn van wijziging van eigendom. Bij wijziging van het eigendom moet betaling plaatsvinden.

In traditionele, niet-VMI-scenario's gaat het eigendom van een artikel over van de leverancier naar de klant, nadat de klant het artikel van de leverancier heeft ontvangen. De klant moet bij ontvangst voor het artikel betalen.

In diverse uitbesteding sscenario's wijzigt het eigendom niet tijdens een van de inslag- of uitslagmagazijnprocessen. In die gevallen zijn de artikelen eigendom van klant.

In VMI-scenario's (Vendor Managed Inventory) kunnen de artikelen in consignatie zijn. In dat geval wijzigt het eigendom op basis van tijd of op basis van verbruik.

  • Op basis van verbruik
    De klant geeft de goederen af voor verkoop of verbruik
  • Op basis van tijd

    Enige tijd na:

    • Ontvangst van de goederen door de klant
    • De laatste afgifte of ontvangst van de goederen

Bij eigendomswijziging op basis van tijd is de periode vastgelegd in het contract tussen de klant en de leverancier.

Eigendom bedrijf
Goederen waarvan uw organisatie eigenaar is. Dit is een soort eigendomgedrag dat betrekking heeft op goederen in voorraad of in nota en dat wordt ingesteld voor standaard bedrijfsprocessen op basis van standaard attributen zoals leveringscondities en punt van eigendomsoverdracht. Het eigendom van de goederen gaat op de klant over nadat deze de goederen heeft ontvangen of opgeslagen. Als u goederen van de leverancier koopt, wordt u de eigenaar nadat u de goederen hebt ontvangen of opgeslagen.

Zie ook eigendom

Eigendom klant
Een soort eigendomgedrag dat betrekking heeft op goederen in voorraad of in nota. Het gaat hierbij om goederen waarvan het eigendom niet wijzigt tijdens een van de inslag- of uitslagmagazijnprocessen.

Voorbeeld: u bent een toeleverancier en een klant heeft u een aantal componenten gestuurd die u moet gebruiken om een product voor deze klant te vervaardigen. De klant is eigenaar van de componenten terwijl deze in uw magazijn zijn opgeslagen en tijdens alle logistieke processen en productieprocessen die worden uitgevoerd om het product te vervaardigen en aan de klant te leveren.

Zie ook eigendom

eigendomrecord
Met een eigendomrecord wordt aangegeven wie de eigenaar is van de artikelen in een van de volgende objecten:
  • Ontvangstregel
  • Uitslagadviesregel
  • Zendingsregel
  • Inventarisatieorderregel
  • Correctieorderregel

Deze objecten kunnen artikelen van uiteenlopende eigenaars bevatten en een aantal van de artikel kan eigendom van bedrijf zijn. Voor elke eigenaar wordt handmatig of automatisch een afzonderlijke eigendomrecord aangemaakt. Zo zijn voor een ontvangstregel die voorraad voor twee eigenaars bevat, twee eigendomrecords aanwezig.

emballageartikel
De verpakkingsvormen of dragers die worden gebruikt voor het opslaan en verplaatsen van goederen in het productie- en distributieproces en vooral in het magazijn. Bijvoorbeeld: dozen, pallets.
emballagedefinitie
Een bepaalde configuratie van artikelen en de emballage ervan. Een emballagedefinitie voor een artikel kan bijvoorbeeld zijn: een pallet bevat 12 dozen en elke doos bevat 4 stuks.
emballagedefinitie op algemeen niveau
Een emballagedefinitie die u voor diverse artikelen kunt gebruiken. U kunt een algemene emballagedefinitie koppelen aan een artikel om de emballagedefinitiegegevens voor het artikel aan te passen. Op deze manier maakt u een emballagedefinitie op artikelniveau aan.
emballagedefinitie op artikelniveau
Een emballagedefinitie die voor een specifiek artikel is vastgelegd. Een emballagedefinitie op artikelniveau wordt aangemaakt op basis van een algemene emballagedefinitie.
ESB LN Adapter
Hiermee wordt de ERP LN-applicatieserver verbonden met de ESB (Enterprise Service Bus). Op deze manier fungeert de ESB LN Adapter als verzendmedium voor inkomende en uitgaande BOD-berichten.
etiket
Een gedrukt stukje papier met informatie over artikelen, hoeveelheden, emballageartikelen, enzovoort. Etiketten bevatten vaak streepjescodes zodat u ze kunt scannen.
FIFO (First In First Out)
Een voorraadwaarderingsmethode voor administratieve doeleinden. Hierbij wordt ervan uitgegaan dat de oudste artikelen (first in) als eerste moeten worden gebruikt of verkocht (first out). Bij deze methode wordt echter niet uitgegaan van een vereiste relatie met de werkelijke fysieke verplaatsing van specifieke artikelen.

FIFO kan ook een uitslagmethode zijn om de fysieke uitslagprioriteit van een specifiek artikel te bepalen. De oudste voorraad moet als eerste worden afgegeven, waarbij rekening wordt gehouden met het bestelde emballageniveau dat voorrang heeft op de voorraaddatum.

Voorbeeld

Er is een doos met 10 stuks besteld en u beschikt over de volgende voorraad:

  • 5 stuks, ontvangstdatum 01-01
  • 1 doos met 10 stuks, ontvangstdatum 05-01
  • 1 doos met 10 stuks, ontvangstdatum 10-01
  • 7 stuks, ontvangstdatum 15-01

Als de uitslagprioriteit van het artikel FIFO is, wordt de doos met ontvangstdatum 05-01 afgegeven.

Afkorting: First In First Out-methode
financieel magazijn
Een magazijn met magazijnsoort Financieel. Een financieel magazijn wordt gebruikt voor het weergeven van voorraadniveaus en voor de financiële verwerking van voorraad in eigendom die op dat moment in een fysiek (een "echt") magazijn is opgeslagen en die eigendom is van een andere business unit of een ander bedrijfsonderdeel van dezelfde organisatie. De business unit die eigenaar is van de voorraad en de business unit die de voorraad in opslag heeft, hebben elk een eigen winst- en verliesverantwoordelijkheid.
First In First Out-methode
geblokkeerde voorraad
Een hoeveelheid goederen die is geblokkeerd. Geblokkeerde voorraad kan ontstaan wanneer de locatie, de partij, de zone of het voorraadpunt is geblokkeerd. U kunt voorraad om uiteenlopende redenen blokkeren, bijvoorbeeld voor inspectie of inventarisatie.

Als een locatie voor alle mutaties is geblokkeerd, is de geblokkeerde voorraad gelijk aan de werkelijke voorraad. U kunt de voorraad op een locatie niet gedeeltelijk blokkeren.

Synoniem: voorraad geblokkeerd
gecorrigeerde vraag
De gecorrigeerde vraag gedurende een bepaalde periode. Deze vraag wordt bepaald door de verkooporders in die periode.

De gecorrigeerde vraag wordt gebruikt voor prognosedoeleinden en wordt daarom voor bijzondere vragen gecorrigeerd. Bij de berekening van de vraagprognose wordt dus geen rekening gehouden met bijzondere vragen.

gekoppelde regel - logistieke eenheid
Logistieke eenheden kunnen worden gekoppeld aan:
  • Verzendberichtregels
  • Ontvangstregels
  • Uitslagadviesregels
  • Zendingsregels
  • Correctieorderregels
  • Inventarisatieorderregels
geplande leverdatum
De datum waarop de levering van een zending is gepland.
geplande ontvangst
Een ontvangst die onderweg is en die hoort bij een openstaande inkooporder of openstaande productieorder.
geplande ontvangstdatum
De datum waarop de goederen naar verwachting aankomen in het bestemmingsmagazijn.
geplande voorraadmutaties
De verwachte wijzigingen in de voorraadniveaus als gevolg van geplande orders voor artikelen.
gereserveerde voorraad
Voorraad in alle magazijnen die is gereserveerd voor uitslagorderregels. Nadat de voorraad is verzonden, dus nadat deze het magazijn heeft verlaten, wordt de reservering verwijderd. Dit wordt ook wel standaard reservering of zachte reservering genoemd. Zie ook voorraadlocatiereservering.
goederenontvangstbon
Een document met een overzicht van verwachte artikelen en de bijbehorende hoeveelheden. Dokpersoneel kan goederenontvangstbonnen vergelijken met de ontvangstdocumenten van de leverancier.
goederenontvangstbon
De bon die wordt gebruikt om de hoeveelheden te registreren die zijn ontvangen in een magazijn. LN drukt de verwachte hoeveelheid op de bon af.
herhaalbare activiteit
Een sessie of een handmatige stap die meerdere keren kan worden uitgevoerd als onderdeel van een magazijnprocedure, bijvoorbeeld een afdruksessie.
houdbaarheid
De tijd dat een artikel in voorraad kan worden gehouden zonder dat de kwaliteit vermindert.
houdbaarheidsdatum
De uiterste datum dat een product bruikbaar is.
In consignatie
Een soort eigendomgedrag dat betrekking heeft op goederen in voorraad of in nota.

Als u een klant bent, zijn dit goederen die door de leverancier zijn geleverd maar die niet uw eigendom zijn en waarvoor u niet hebt betaald. U wordt de eigenaar en moet betalen wanneer u de goederen gebruikt of verkoopt of zodra een bepaald aantal dagen na ontvangst van de goederen is verstreken.

Als u een leverancier bent, gaat het om goederen die u aan de klant hebt geleverd, maar die pas eigendom worden van de klant of waarvoor de klant pas moet betalen wanneer deze de goederen gebruikt of verkoopt of zodra een bepaald aantal dagen na ontvangst van de goederen is verstreken.

De periode tussen de ontvangst van de goederen en de datum waarop de klant eigenaar wordt en moet betalen, wordt vastgelegd in een contract tussen de leverancier en de klant.

Zie ook eigendom

Synoniem: Betalen bij gebruik
incourantheidsanalyse
Een methode om de voorraad te analyseren op basis van de omzetsnelheid van artikelen. Artikelen met een lage omzetsnelheid (incourante artikelen) hebben een relatief laag gebruik ten opzichte van de hoeveelheid die standaard op voorraad ligt.
incourantheidspercentage
De limiet waaronder een artikel als incourant wordt beschouwd.
Infor ION
Een eventgestuurde engine voor uitwisseling van XML-berichten. Dit is de standaardberichtenbus. De berichtenbus en de bijbehorende berichtenstandaards vormen de infrastructuur waarmee berichten op een veilige manier naar andere applicatiemodules kunnen worden overgedragen.
inkooporderadvies
Een advies dat is gebaseerd op de economische voorraad en het bestelniveau van een artikel. Inkooporderadviezen moeten worden bevestigd en overgeboekt om deze om te zetten in werkelijke inkooporders.
in-nota voorraad
inslag
Een procedure waarmee ontvangen goederen in een magazijn worden opgeslagen.
inslagadvies
Een lijst die door LN wordt gegenereerd en waarmee wordt aangegeven op welke locatie ontvangen goederen moeten worden opgeslagen. Hierbij wordt rekening gehouden met opslagcondities, blokkeringen, enzovoort.
inslagorderregel
Een magazijnorderregel die wordt gebruikt voor de inslag van goederen. Een inslagorderregel bevat gedetailleerde informatie over geplande ontvangsten en werkelijke ontvangsten.

Bijvoorbeeld:

  • Artikelgegevens
  • Orderhoeveelheid
  • Magazijn en locatie van ontvangst
inslagprioriteit
De volgorde waarin voorraadlocaties in aanmerking komen voor de opslag van ontvangen goederen.
inspectielocatie
Een soort voorraadlocatie die speciaal bedoeld is voor de opslag van artikelen die bij ontvangst moeten worden geïnspecteerd.

Na inspectie worden de artikelen overgeboekt naar:

  • Een gewone locatie als ze zijn goedgekeurd.
  • Een quarantainelocatie als ze zijn afgekeurd.

Goederen op een inspectielocatie worden altijd als geblokkeerde voorraad beschouwd.

inventarisatieorder
Een order die door LN wordt gegenereerd om de voorraad per voorraadpunt met een bepaalde frequentie te tellen en de getelde hoeveelheden vervolgens te registreren. Een inventarisatieorder bestaat uit een ordernummer en een volgnummer waarmee het aantal tellingen wordt aangegeven dat voor de desbetreffende order is uitgevoerd. Na de telling kunt u de voorraad corrigeren.
inventariseren
De periodieke telling van de artikelvoorraad om te controleren of de systeemgegevens nog juist zijn.
kanban
Een vraag-pullsysteem van just-in-time productie waarmee de levering van artikelen naar productiemagazijnen wordt geregeld.

Bij kanban wordt gebruikgemaakt van standaardverpakkingsvormen of partijgrootten (ook wel vakken genoemd) om artikelen aan productiemagazijnen te leveren. In het productiemagazijn zijn twee of meer vakken met dezelfde artikelen beschikbaar. Artikelen worden uit slechts één vak genomen. Als een vak leeg is, wordt een nieuw vak besteld en worden de artikelen uit het volle tweede vak gehaald. Aan elk vak is een etiket bevestigd. De lijnstations gebruiken het etiket om een vol vak met de benodigde artikelen te bestellen. Hierdoor is in het productiemagazijn geen voorraadbeheer nodig voor de gebruikte grijpvoorraadartikelen.

kitorder
Een verkooporder of magazijnorder die is aangemaakt met de uitgebreide functionaliteit voor de afhandeling van kits.
lading
In LN bestaat een lading uit alle goederen en/of zendingen die door hetzelfde transportmiddel op een bepaalde datum en tijd en via een bepaalde route worden vervoerd.
lagere kosten of marktwaarde (LCMV, Lower Cost or Market Value)
Een waarderingsmethode waarmee de voorraadwaarde op basis van een van de voorraadwaarderingsmethoden (zie hieronder) wordt vergeleken met de marktwaarde van de voorraad. Als de marktwaarde lager is, wordt de gehele voorraad van een bepaald artikel op de balans gewaardeerd met behulp van de marktwaarde.

Met de volgende voorraadwaarderingsmethoden kunt u de voorraadwaarde bepalen:

  • Vaste verrekenprijs (VVP)
  • Moving Average Unit Cost (MAUC)
  • FIFO
  • LIFO
  • Partijprijs (partij)
  • Prijs seriedragend artikel
Last In First Out-methode
letter materieel
Het voorvoegsel (of het alfabetische deel) van de code van het materieel.
leveringscode
Een redencode die aangeeft wie er moet betalen voor het transport van de goederen.
leveringscondities
De voorwaarden of afspraken met betrekking tot de levering van goederen.
leveringsnota
Een transportdocument met informatie over de consignatie in één vrachtwagen (of een ander voertuig). Dit document verwijst naar een order of een set orders voor één geadresseerde op een afleveradres. Als de lading van de vrachtwagen uit zendingen voor diverse relaties bestaat, zijn er meerdere leveringsnota's voor de lading. Op een leveringsnota staan de leverdatum en het afleveradres, de naam van de klant, de inhoud van de consignatie, enzovoort. In Italië is een leveringsnota (voorheen BAM - Bolla Accompagnamento Merci genoemd) wettelijk verplicht. Nu heet dat document DDT (Documento di Trasporto). In Portugal en Spanje worden ook leveringsnota's gebruikt, maar daar hebben deze documenten niet dezelfde wettelijke status als in Italië.
leveringsstructuur magazijn
Een door een gebruiker gedefinieerd cluster van magazijnen voor rechtstreekse levering van materialen dat bestaat uit een of meer toevoermagazijnen en een aantal bestemmingsmagazijnen.
LIFO (Last In First Out)
Een voorraadwaarderingsmethode voor administratieve doeleinden. Hierbij wordt ervan uitgegaan dat de laatst ontvangen artikelen (last in) als eerste moeten worden gebruikt of verkocht (first out). Bij deze methode wordt echter niet uitgegaan van een vereiste relatie met de werkelijke fysieke verplaatsing van specifieke artikelen.

LIFO kan ook een uitslagmethode zijn om de fysieke uitslagprioriteit van een specifiek artikel te bepalen. De nieuwste voorraad moet als eerste worden afgegeven, waarbij rekening wordt gehouden met het bestelde emballageniveau dat voorrang heeft op de voorraaddatum.

Voorbeeld

Er is een doos met 10 stuks besteld en u beschikt over de volgende voorraad:

  • 5 stuks, ontvangstdatum 01-01
  • 1 doos met 10 stuks, ontvangstdatum 05-01
  • 1 doos met 10 stuks, ontvangstdatum 10-01
  • 7 stuks, ontvangstdatum 15-01

Als de uitslagprioriteit van het artikel LIFO is, wordt de doos met ontvangstdatum 10-01 afgegeven.

Afkorting: Last In First Out-methode
lijst
In LN is een lijst een opsomming van componenten. Het kan hierbij gaan om een kit, een menu, een optie of een accessoire.
locatie
Een plaats in een magazijn waar goederen worden opgeslagen.

Een magazijn kan in locaties worden onderverdeeld om de beschikbare ruimte te beheren en om de opgeslagen goederen te lokaliseren. Opslagcondities en blokkeringen kunnen op afzonderlijke locaties worden toegepast.

locatiesoort
De locatiesoort geeft het doel van de locatie aan, bijvoorbeeld ontvangst, inspectie, bulk, pick, uitslag of assemblage.
logistieke eenheid
Een logistieke eenheid is een uniek te identificeren fysieke eenheid die bestaat uit emballage en inhoud. Een logistieke eenheid kan artikelen bevatten. Een logistieke eenheid heeft een structuur van emballagematerialen die worden gebruikt om artikelen te verpakken, of maakt deel uit van een dergelijke structuur.

Een logistieke eenheid heeft de volgende attributen:

  • Identificatiecode
  • Emballageartikel (optioneel)
  • Hoeveelheid emballageartikelen (optioneel)

Als u een artikel aan een logistieke eenheid koppelt, wordt het artikel verpakt in de vorm van de logistieke eenheid. Het emballageartikel verwijst naar de verpakkingsvorm of ander emballagemateriaal waaruit de logistieke eenheid bestaat. Als u voor een logistieke eenheid bijvoorbeeld een emballageartikel zoals een houten krat definieert, geeft u op dat de logistieke eenheid een houten krat is.

lot-tracking
De mogelijkheid om partijen tijdens het logistieke proces te volgen.
magazijn
Alle acties die gerelateerd zijn aan de ontvangst, opslag, bewerking en afgifte van goederen in een magazijn.

In het pakket Magazijnbeheer worden alle mutaties gecoördineerd die betrekking hebben op goederen in de magazijnen. Hiervoor wordt magazijnorders gebruikt. Het betreft hier de in- en uitslag van goederen, het overboeken van goederen, inventarisaties, ABC-analyses, voorraadtoewijzingen en diverse soorten voorraadoverzichten.

magazijnadres
Het adres van het magazijn of de plaats waar de goederen moeten worden geleverd.
magazijnbon
Een document waarop de materialen worden vermeld die voor productie of verzending moeten worden gepickt. Dit document wordt gebruikt door het personeel op de werkvloer om productie- en verzendorders te picken.
magazijn-naar
Het magazijn waar de ontvangst plaatsvindt.
magazijnorder
Een order voor het afhandelen van goederen in het magazijn.

Bij een magazijnorder kan het om een van de volgende voorraadmutatiesoorten gaan:

  • Ontvangst
  • Afgifte
  • Overboeking
  • OHW-overboeking

Elke order heeft een herkomst en bevat alle informatie die nodig is voor magazijnactiviteiten. Afhankelijk van het artikel (wel of niet partijgestuurd) en het magazijn (met of zonder locaties) kunnen partijen en/of locaties worden toegekend. De order volgt een vooraf gedefinieerde magazijnprocedure.

NB

In Productie wordt gewerkt met diverse soorten magazijnorders.

Synoniem: magazijnorder
magazijnorder
magazijnordernummer
De code van de magazijnorder. Als de order is gegenereerd vanuit een ander pakket, komt dit nummer overeen met het originele ordernummer.
magazijnorderregel
Een generieke term voor inslagorderregels en uitslagorderregels.
magazijnordersoort
Een code waarmee de soort magazijnorder wordt aangegeven. Met de default magazijnprocedure die u aan een magazijnordersoort koppelt, wordt bepaald hoe de magazijnorders waarvoor de ordersoort is gereserveerd, worden verwerkt in het magazijn. U kunt de default procedure wel wijzigen voor afzonderlijke magazijnorders of -orderregels.
magazijnorder voor assemblage
Een opdracht om de componenten van een eindproduct te assembleren.
magazijnprocedure
Een procedure waarmee magazijnorders en logistieke eenheden worden afgehandeld. Een magazijnprocedure bestaat uit diverse stappen, ook wel activiteiten genoemd, die door een magazijnorder of een logistieke eenheid moeten worden uitgevoerd voor ontvangst, opslag, inspectie of afgifte. Een magazijnprocedure is gekoppeld aan een magazijnordersoort die weer is gereserveerd voor magazijnorders.
magazijn-van
Het magazijn waar de afgifte plaatsvindt.
materieelnummer
Het volgnummer (of het numerieke deel) van de code van een materieeleenheid.
maximum tijdsinterval
Een gedefinieerde periode in een kalender waarvoor een resource kan worden gepland.
Moving Average Unit Cost (MAUC)
Een voorraadwaarderingsmethode voor administratieve doeleinden.

De MAUC is de gemiddelde waarde voor elke eenheid van de huidige voorraad. Bij elke nieuwe ontvangst wordt de MAUC bijgewerkt.

mutatiedatum
De datum en tijd waarop de voorraadmutatie is verwerkt. Bij antedatering heeft de mutatiedatum (= ontvangstdatum) voorrang op de werkelijke logdatum.
nul-ontvangst
Een ontvangstregel met een hoeveelheid nul.
ontvangst
De fysieke acceptatie van een artikel in een magazijn. In een ontvangst wordt het volgende vastgelegd: ontvangen hoeveelheid, ontvangstdatum, pakbongegevens, inspectiegegevens, enzovoort.
ontvangstdatum
De datum waarop de artikelen in het bestemmingsmagazijn zijn ontvangen.
Ontvangstlocatie
De locatie waar de ontvangen goederen zich bevinden tot er een inslagadvies is gegenereerd.
ontvangstnummer
Het volgnummer dat aan elke afzonderlijke goederenontvangst wordt toegekend.
ontvangstprijs
De prijs waartegen goederen in het magazijn worden ontvangen.
opslagconditie
Een conditie waaraan moet worden voldaan om goederen te kunnen opslaan. Opslagcondities moeten worden gekoppeld aan een of meer artikelen/artikelgroepen en aan magazijnlocaties om te voorkomen dat artikelen worden opgeslagen op ongeschikte locaties.

Opslag kan op twee manieren plaatsvinden:

  • Per artikel, waarbij ongeschikte locaties worden uitgesloten
  • Per locatie, waarbij ongewenste artikelen worden uitgesloten
opslageenheid
De eenheid waarin de hoeveelheid opgeslagen goederen wordt uitgedrukt.
Voorbeeld

Opslageenheid: doos

Voorraadeenheid: liter

opslagronde
Een specifieke opslagronde uitgevoerd door een medewerker of voertuig.
ordergestuurd/batch
Een vraag-pullsysteem waarmee de levering van artikelen naar productiemagazijnen wordt geregeld.

Bij dit toevoersysteem worden de artikelen die op een bepaald lijnstation van de assemblagelijn nodig zijn, afgeroepen bij een eerder lijnstation (het zogenaamde trigger-station). Hoeveel artikelen worden afgeroepen, is afhankelijk van wat er op de assemblagelijn nodig is binnen een bepaalde time fence (het zogenaamde maximum tijdsinterval).

Meestal zijn de artikelen die per batch aan het productiemagazijn worden geleverd, courante artikelen die in grote hoeveelheden worden verwerkt. Er is geen direct verband tussen deze artikelen en de assemblageorders waarvoor ze worden gebruikt. Bovendien kunnen met één magazijnorderset de goederen worden geleverd die voor verschillende assemblageorders nodig zijn.

ordergestuurd/enkelvoudig
Een vraag-pullsysteem waarmee de levering van artikelen naar productiemagazijnen wordt geregeld.

In dit toevoersysteem worden met een productieorder voor een specifiek product de benodigde artikelen uit een toevoermagazijn gehaald en overgebracht naar het productiemagazijn. Er wordt een directe relatie tot stand gebracht tussen de productieorder waarvoor de artikelen nodig zijn, en de magazijnorder waarmee de levering van de benodigde artikelen aan het productiemagazijn wordt geregeld.

ordergestuurd/SILS
Een vraag-pullsysteem waarmee de levering van artikelen naar productiemagazijnen wordt geregeld in de volgorde waarin ze nodig zijn.

Bij dit toevoersysteem worden de artikelen die voor een bepaalde assemblageorder en op een bepaald lijnstation van de assemblagelijn nodig zijn, afgeroepen bij een eerder lijnstation (het zogenaamde trigger-station). Hoeveel artikelen worden afgeroepen, is afhankelijk van wat er voor specifieke assemblageorders nodig is binnen een bepaalde time fence (het zogenaamde maximum tijdsinterval).

Meestal zijn de artikelen die per SILS aan het productiemagazijn worden geleverd, courante artikelen die in grote hoeveelheden worden verwerkt. Er is een direct verband tussen deze artikelen en de assemblageorders waarvoor ze worden gebruikt. Bovendien kunnen met één magazijnorderset alleen de goederen worden geleverd die voor één assemblageorder nodig zijn.

orderhorizon
Het tijdsinterval waarbij rekening wordt gehouden met de vraag (werkelijk en prognose) om de netto-orderhoeveelheid te bepalen.

LN gebruikt de volgende formule om de orderhorizon te berekenen:

factor * doorlooptijd (= doorlooptijd + starttijd) + constante
NB
  • De factor kan worden gebruikt om te waarborgen dat de bestelling op tijd wordt uitgevoerd.
  • De constante kan worden gebruikt om:
    • De risico's te beperken die het gevolg zijn van variabele doorlooptijden. (SIC)
    • De orderhorizon te beperken tot de duur van een ploegendienst zodat alleen voorraad wordt aangevuld die nodig is gedurende de werktijden van de ploeg. De factor moet dan nul zijn. (Tijdgefaseerd bestelniveau)
orderpicken
Het proces waarbij componenten aan de voorraad worden onttrokken om producten te maken of om eindproducten naar een klant te verzenden.
orderset
Met een orderset worden orderregels van dezelfde order gegroepeerd op basis van de volgende attributen:
  • Verzenden-van relatie
  • Verzenden-aan relatie
  • Verzenden-van adres
  • Verzenden-aan adres
  • Vervoerder
  • Verzenddatum
  • Origineel bedrijf
overboeken
Het overboeken van goederen van het ene magazijn naar het andere (waarbij de goederen eventueel opnieuw worden verpakt).
overboekingsorder
Een soort magazijnorder die wordt aangemaakt om voorraadmutaties te registreren waarbij voorraad wordt aangevuld door overboeking van een aanvul- naar een bestemmingsmagazijn. Een overboekingsorder kan door andere pakketten/modules in LN worden gegenereerd, maar kan ook handmatig worden gedefinieerd.
pakbon
Een orderdocument dat tot in detail de inhoud weergeeft van een bepaald pakket voor zending. Het gaat hierbij om een omschrijving van de artikelen, het artikelnummer van de vervoerder of de klant, de verzonden hoeveelheid en de voorraadeenheid van de verzonden artikelen.
partij
Een aantal artikelen, aangeduid met een (partij)code, die samen worden geproduceerd en opgeslagen. Met partijen worden goederen aangeduid.
partijartikel
Een artikel waarop partijadministratie van toepassing is.
partijgrootte
Het aantal artikelen in een partij.
partijkenmerkwaarde
De waarde die is toegekend aan een variabel partijkenmerk. Een verkorte versie van een variabele partijkenmerkwaarde. Dergelijke kenmerken kunnen uiteenlopende waarden hebben voor afzonderlijke projecten, artikelen of partijen.
partijprijs
Een voorraadwaarderingsmethode voor administratieve doeleinden die wordt gebruikt om de partijprijs of de kostprijs voor elke partij afzonderlijk te berekenen. De partijprijs is gebaseerd op de werkelijke ontvangstprijs.
partijselectie
De specifieke condities die kunnen worden vastgesteld voor partijartikelen op orderregels.

Deze condities zijn:

  • Willekeurige
    Op de te ontvangen of verzenden goederen zijn geen specifieke partijcondities van toepassing. U kunt meerdere partijen gebruiken.
  • Zelfde
    U kunt elke partij selecteren voor ontvangst of verzending, maar de totale ontvangst of verzending moet van dezelfde partij zijn.
  • Specifieke
    U kunt slechts één specifieke partij ontvangen of verzenden.
partij voor partij
Een bestelproces waarbij geplande orders worden gegenereerd in hoeveelheden die gelijk zijn aan de nettobehoeften in elke periode.
per locatie
Een uitslagmethode waarmee de fysieke uitslagprioriteit van een specifiek artikel wordt bepaald Artikelen worden uit de voorraad afgegeven op basis van de uitslagprioriteit van de locaties. Met de voorraaddatum wordt geen rekening gehouden.
picklocatie
De voorraadlocatie die is bestemd voor orderpicken. Een picklocatie wordt vooral gebruikt voor de uitslag van kleine hoeveelheden en/of containers die kunnen worden aangevuld door bulklocaties.
pick-ronde
Een specifieke pick-ronde uitgevoerd door een medewerker of voertuig.
pick-volgorde
Een volgnummer dat voor het afdrukken van de magazijnbon wordt gebruikt.
plaatsingslijst
Het document waarin wordt vermeld in welk magazijn of op welke locaties de goederen moeten worden opgeslagen. Een plaatsingslijst wordt door magazijnpersoneel gebruikt om de ontvangen artikelen op de juiste locatie in het magazijn op te slaan.
positie(nummer)
Het nummer van de magazijnorderregel. Als de order is gegenereerd door een ander pakket dan Magazijnbeheer, is dit nummer gelijk aan het originele orderregelnummer.
prijs seriedragend artikel
Een voorraadwaarderingsmethode voor administratieve doeleinden die wordt gebruikt om de prijs of kostprijs voor elk low volume seriedragend artikel te berekenen. De prijs van het seriedragende artikel is gebaseerd op de werkelijke ontvangstprijs.
prioriteitdefinitie voor crossdocking-orders
Een door de gebruiker gedefinieerde set prioriteiten die wordt toegekend aan een of meer LN-tabelvelden. Met behulp van de prioriteitdefinitie genereert LN de systeemprioriteit voor de crossdocking-order.
NB
  • U kunt prioriteitdefinities voor crossdocking-orders alleen gebruiken voor crossdocking van de soort Dynamisch.
  • In plaats van prioriteitdefinities voor crossdocking-orders kunt u, afhankelijk van de instelling van een parameter, prioriteitsregels voor planning op crossdocking van de soort Dynamisch toepassen.
prioriteit gebruiker
Een prioriteit die wordt ingevoerd door de gebruiker. LN gebruikt de gebruikersprioriteit samen met de systeemprioriteit om de prioriteit van een crossdocking-order te bepalen. In LN worden crossdocking-orderregels gegenereerd en, bij inslagadviezen, eerst geadviseerd voor de crossdocking-orders met de hoogste prioriteit.
NB

Er wordt eerst rekening gehouden met de gebruikersprioriteit, daarna met de systeemprioriteit.

prioriteit ordersoort
De prioriteitvelden geven de prioriteit aan waarmee de verschillende soorten uitslagadviezen worden verwerkt.

Elke adviessoort mag maar één keer in de prioriteitenlijst voorkomen. Als u een wijziging aanbrengt in de prioriteiten, wordt ook de rest van de lijst aangepast.

Voorbeeld

Als u in prioriteit 4 de adviessoort "Verkoop" wijzigt in de adviessoort "Inkoop", wisselen deze adviessoorten in de prioriteitenlijst van plaats.

prioriteitsregel planning
Een door een gebruiker bepaalde voorwaarde die u op een bepaalde situatie en op een specifieke order kunt toepassen en die resulteert in een bepaald prioriteitscijfer wanneer de voorwaarde op een specifieke order wordt toegepast. Het aggregeren van de prioriteitscijfers van alle toepasselijke prioriteitsregels levert een planningsprioriteit op die als de systeemprioriteit wordt gebruikt.
NB
  • Voor crossdocking-orders van de soort Rechtstreekse levering materiaal kunt u alleen prioriteitsregels voor planning gebruiken.
  • Bij Dynamisch crossdocking kunt u prioriteitsregels voor planning of prioriteitdefinities voor crossdocking-orders gebruiken.
prioriteit systeem
Een prioriteit die is gebaseerd op de regels voor planningsprioriteiten of de prioriteiten van crossdocking-orders. LN gebruikt de systeemprioriteit samen met de gebruikersprioriteit om de prioriteit van een crossdocking-order te bepalen. In LN worden crossdocking-orderregels gegenereerd en, bij inslagadviezen, eerst geadviseerd voor de crossdocking-orders met de hoogste prioriteit.
NB
  • Als u prioriteitsregels voor de planning gebruikt, komt in geval van Rechtstreekse levering materiaal en optioneel in geval van Dynamisch crossdocking de systeemprioriteit van gegenereerde crossdocking-orders overeen met de prioriteit van de planning.
  • Voor crossdocking-orders van de soort Rechtstreekse levering materiaal wordt de systeemprioriteit als default waarde voor de gebruikersprioriteit gebruikt.
  • Er wordt eerst rekening gehouden met de gebruikersprioriteit, daarna met de systeemprioriteit.
productieorderadvies
Een advies dat is gebaseerd op de economische voorraad en het bestelniveau van een artikel. Productieorderadviezen moeten worden bevestigd en overgeboekt om deze om te zetten in werkelijke productieorders.
prognosemethode
Een techniek die wordt gebruikt om de vraag naar artikelen te voorspellen.

De volgende prognosemethoden zijn beschikbaar:

  • Voortschrijdend gemiddelde
  • Exponential smoothing
  • Berekening vorig jaar
  • Verbruik laatste periode
quarantainelocatie
Een soort magazijn locatie waarin goederen die in eerste instantie zijn afgekeurd tijdens een magazijninspectie of de productie, worden opgeslagen voor nader onderzoek om de dispositie daarvan te bepalen.
quarantainevoorraad
Voorraad die is verzonden naar een quarantainemagazijn of quarantainelocatie na initiële afkeuring tijdens een inslag- of uitslaginspectie, of bij gereedmelding van een bewerking tijdens productie.

In het quarantainemagazijn of op de quarantainelocatie wordt de definitieve dispositie van de voorraad bepaald:

  • Gebruiken als is
  • Geen defect gevonden
  • Afval
  • Aan leverancier retourneren
  • Herbewerken (volgens bestaande spec.)
  • Herbew. (volgens nieuwe specificatie)
  • Herclassificeren
Synoniem: Afgekeurde voorraad
rechtstreekse levering materiaal
Een leveringsmethode waarin (wachtende) ontvangsten en de werkelijke beschikbare voorraad worden gebruikt om te kunnen voldoen aan vraag met hoge prioriteit binnen een door een gebruiker gedefinieerd cluster van magazijnen. De leveringsmethode kan met behulp van de sessie Verdeling rechtstr. lev. materiaal (DMS) (whinh6130m000) automatisch, interactief of handmatig worden uitgevoerd.
Afkorting: DMS
reden van afkeuring
De reden waarom ontvangen goederen bij inspectie zijn afgekeurd.
referentie van zending
Identificeert een groep artikelen die tegelijk worden afgeroepen.
relatie voorraadbeheer
De relatie die verantwoordelijk is voor voorraadbeheer in een magazijn.
reserveringsbuffer
Voorraad die is gereserveerd voor een specificatie. Deze voorraad is niet gereserveerd voor een specifieke order, maar kan worden verbruikt door elke orderregel met een specificatie waarvan de kenmerken overeenkomen met de specificatiekenmerken van de reserveringsbuffer.
risicoklasse
Een code waarmee de soort gevaar wordt aangegeven. Deze code wordt alleen gebruikt als voor een zending is aangemerkt dat deze gevaarlijke stoffen bevat.
routingvolgordecode
Een prioriteitscode of -nummer waarmee de positie van een vervoerder wordt gedefinieerd in de reeks van vervoerders die de zending uitvoeren. Als er sprake is van meerdere vervoerders, is er één de eerste, de volgende de tweede, enzovoort.
runnummer
Een code die wordt toegekend aan een groep magazijnorderregels wanneer deze worden geadviseerd. In LN wordt een runnummer toegekend of gegenereerd als een gebruiker tijdens het genereren van een inslag- of uitslagadvies voor een groep magazijnorderregels het runnummer niet handmatig invoert of selecteert. Dit is bijvoorbeeld het geval als een gebruiker via de opdracht Advies genereren in de sessie Uitslagorderregels (whinh2120m000) een uitslagadvies genereert. In LN worden runnummers per gebruiker toegekend. Alle inslagadviezen die bijvoorbeeld door gebruiker A op een bepaalde dag worden gegenereerd, krijgen een bepaald runnummer. De inslagadviezen die door gebruiker B worden gegenereerd, krijgen een ander runnummer. Voor uitslag kan de gebruiker per run uitslagadviezen vrijgeven, magazijnbonnen genereren en magazijnbonnen bevestigen. Voor inslag kan de gebruiker per run plaatsingslijsten genereren en bevestigen.
Serial-Shipping Container Code
Zie: SSCC
seriegrootte
Het aantal assemblagekits dat moet worden afgeroepen.
sjabloon voor logistieke eenheid
Een van de elementen van een emballagedefinitie. Een sjabloon voor een logistieke eenheid verschaft informatie over de emballagematerialen die moeten worden gebruikt om artikelen te verpakken en over de manier waarop de emballagematerialen zijn gestructureerd. De emballagestructuur is hiërarchisch en bestaat uit verschillende componenten die in een parent-childrelatie aan elkaar zijn gekoppeld. De emballagematerialen verwijzen naar logistieke eenheden, waarbij elke component een logistieke eenheid vertegenwoordigt.

Als voor de artikelen van een bepaalde order logistieke eenheden worden gegenereerd, worden deze aangemaakt en gestructureerd zoals is gedefinieerd in de sjabloon voor de logistieke eenheid van de emballagedefinitie die aan de order is gekoppeld.

SSCC
Een code die wordt gebruikt om een logistieke eenheid aan te duiden. SSCC is een niet-significant nummer met een vaste lengte (18 cijfers), dat geen classificerende elementen bevat.
Afkorting: Serial-Shipping Container Code
structuur van logistieke eenheid
Een beschrijving van de manier waarop artikelen in de vorm van logistieke eenheden worden verpakt.

Een logistieke eenheid heeft een van de volgende elementen:

  • Boven
    Logistieke eenheid die de volledige structuur omvat, zoals een pallet.
  • Parent
    Logistieke eenheid die een of meer children omvat, zoals een doos op een pallet.
  • Child
    Logistieke eenheid die is gekoppeld aan een parent, zoals artikelen die in een doos zijn verpakt.
stuklijstpositienummer
Een referentienummer waarmee een bepaalde combinatie van maak- en componentartikelen in een stuklijst wordt aangeduid. Het positienummer wordt onderverdeeld door volgnummers die verwijzen naar het gebruik van een component tussen twee datums in.
Stuklijstregel
Het regelnummer op de stuklijst.
subkit
Een phantom-artikel dat bestaat uit een aantal componentartikelen of een hoofdartikel voor een (sub)assemblage.
surplusvoorraad
Voorraad waarvoor geen vraag is. Surplusvoorraad kan het gevolg zijn van vaste orderhoeveelheden, wanneer de ontvangen hoeveelheid groter is dan de huidige vraag.

Surplusvoorraad kan zijn:

  • Werkelijke voorraad
    Fysiek aanwezige voorraad in het magazijn
  • In nota
    Aanwezige voorraad in geplande ontvangsten
tijdgefaseerd bestelniveau
Een push-systeem waarmee de tijdgefaseerde levering van artikelen naar magazijnen wordt geregeld.

Hoeveel artikelen aan het magazijn worden geleverd, is afhankelijk van:

  • De beschikbare voorraad in het magazijn.
  • De voorraad die volgens planning binnen de opgegeven orderhorizon aan het magazijn moet worden geleverd.
  • De opgegeven veiligheidsvoorraad, die desgewenst is gecorrigeerd voor de seizoensfactor voor de huidige periode, voor het artikel en magazijn.

Als de beschikbare voorraad plus de geplande voorraad zich onder het bestelniveau bevinden, wordt de voorraad in het magazijn aangevuld.

Afkorting: TPOP (Time-Phased Order Point)
time fence van toewijzing
Het tijdsinterval waarbinnen een order moet worden toegewezen. Idealiter wordt voorraad alleen toegewezen aan orders die moeten zijn verzonden voordat u de eerstvolgende inkoop-/aanvul-/productieorder voor dat artikel ontvangt.
toekomstige orderhoeveelheid
Hoeveelheid behorende bij een detailregel van een verkooporder waarvan de geplande leverdatum buiten de time fence van de toewijzing ligt.
toevoerhoeveelheid
De hoeveelheid die aan een productiemagazijn moet worden geleverd.
toevoermagazijn
Het magazijn dat goederen en materialen aan het productiemagazijn levert.
toevoerorder
Een order, meestal een productieorder of een inkooporder, voor een hoeveelheid van een bepaald artikel die nodig is om te voldoen aan een vraagorder.
toevoersysteem
Het systeem dat wordt gebruikt om de tijdige levering van goederen naar de productielijnen of assemblagelijnen te coördineren.

In LN

  • Tijdgefaseerd bestelniveau
  • KANBAN
  • Ordergestuurd/batch
  • Ordergestuurd/SILS
  • Ordergestuurd/enkelvoudig
toevoertype
De herkomst van de artikelen.

In LN wordt onderscheid gemaakt tussen drie toevoertypen:

  • Leverancier
  • Magazijn
  • Afdeling
toevoervolgorde
De volgorde waarin de artikelen aan het productiemagazijn moeten worden geleverd.
topkit
Een artikel dat staat voor een groep artikelen die een set vormen, zoals een aanpassingsset voor een vliegtuig die bestaat uit de materialen en het gereedschap voor het ombouwen van een passagiersvliegtuig tot een vrachtvliegtuig, of het eindproduct (het hoogste niveau) van een stuklijst voor een maakartikel. Een topkit bestaat uit een aantal subkits.
TPOP (Time-Phased Order Point)
transportreden
Een redencode die aangeeft waarom een transport wordt uitgevoerd, bijvoorbeeld Reparatie, Verkoop, Overboeking, enzovoort.
trigger-station
Het lijnstation waar de levering van artikelen wordt getriggerd.
uitslag
De actie waarbij goederen uit een magazijn worden opgehaald.
uitslagadvies
Een lijst die door LN wordt gegenereerd met een advies over de locatie en de partij voor het picken en mogelijk afgeven van goederen. Hierbij wordt rekening gehouden met diverse factoren, zoals geblokkeerde locaties en de uitslagmethode.
Uitslaglocatie
Een laaddok in het magazijn waar artikelen zich bevinden voordat ze voor zending op een transportmiddel worden geplaatst.
uitslagmethode
De methode die LN gebruikt om de volgorde voor de afgifte van artikelen te bepalen. De uitslagmethode kan zijn: LIFO (laatst ontvangen artikelen eerst), FIFO (oudste artikelen eerst) of Locatievolgorde (gebaseerd op de uitslagprioriteit van de magazijnlocatie).
uitslagorderregel
Een magazijnorderregel die wordt gebruikt voor de afgifte van goederen uit een magazijn.

Een uitslagorderregel geeft gedetailleerde informatie over geplande afgiften en werkelijke afgiften, bijvoorbeeld:

  • Artikelgegevens
  • Orderhoeveelheid
  • Magazijn van waaruit de goederen worden afgegeven
uitslagprioriteit
De informatie die de volgorde bepaalt van locaties waaruit een artikel moet worden opgehaald.
variabel partijkenmerk
De partijkenmerken die wel op sommige maar weer niet op andere partijen van toepassing zijn. Variabele partijkenmerken worden daarom niet vastgelegd in de algemene partijgegevens maar toegekend aan afzonderlijke artikelen.
vaste locatie
Een locatie die aan een specifiek artikel is toegekend. Als u een locatie aan een artikel koppelt, wordt het artikel altijd op die locatie opgeslagen. Een vaste locatie kan uiteenlopende artikelen bevatten.
vaste verrekenprijs (VVP)
De vaste waarde waartegen een artikel is gewaardeerd in de voorraad. Deze waarde is gelijk aan de kostprijs van het artikel, inclusief toeslagen of kortingen.

De vaste verrekenprijs (VVP) is ook een voorraadwaarderingsmethode voor administratieve doeleinden. Bij deze methode wordt de vaste verrekenprijs gebruikt om de voorraad te waarderen.

veiligheidsvoorraad
De buffervoorraad die nodig is om te voldoen aan schommelingen in de vraag en de doorlooptijd van leveringen. Meestal is de veiligheidsvoorraad een hoeveelheid die volgens planning in voorraad is om schommelingen in de vraag of de levering op te vangen. In de hoofdproductieplanning is de veiligheidsvoorraad de extra voorraad en capaciteit die worden gepland als beveiliging tegen prognosefouten en kortetermijnwijzigingen bij het elimineren van achterstanden.
velden met additionele informatie
Door de gebruiker te definiëren velden die kunnen worden gekoppeld aan tabellen van LN.

De inhoud van de additionele velden kan worden overgedragen tussen tabellen van LN. Velden met additionele informatie hebben voor LN geen betekenis, aangezien er geen functionele logica is gekoppeld aan de inhoud van deze velden.

verbruik
De afgifte uit het magazijn van artikelen in consignatie door of namens de klant. De klant wil deze artikelen gebruiken voor verkoop, productie, enzovoort. Na afgifte wordt de klant de eigenaar van de artikelen en moet de klant de leverancier betalen.
verpakkingsreferentie A
Een criterium voor het opbouwen van pakketten, die naar de distributiezone of routingcode verwijst.
verpakkingsreferentie B
Een criterium voor het opbouwen van pakketten, die naar het verbruikspunt of het punt van bestemming verwijst.
verwachte werkelijke voorraad
De verwachte werkelijke voorraad in de toekomst, waarbij rekening wordt gehouden met de geplande voorraadmutaties.

In LN wordt de verwachte werkelijke voorraad als volgt berekend:

verwachte werkelijke voorraad = V - GA + GO

VWerkelijke voorraad
GAGeplande afgiften
GOGeplande ontvangsten
NB

U kunt de geplande voorraadmutaties bekijken in de sessie Geplande voorraadmutaties (whinp1500m000).

verzendbericht
Het bericht dat een zending is verzonden. Verzendberichten worden door middel van EDI verzonden en ontvangen. U kunt verzendberichten ontvangen van uw leverancier ter informatie dat goederen binnenkort bij uw magazijn aankomen en/of u kunt verzendberichten naar uw klanten verzenden ter informatie dat de bestelde goederen binnenkort worden geleverd.
Afkorting: ASN
Synoniem: verzendbericht
verzendbericht
verzenden-aan code
Deze code wordt samen met de verzenden-aan soort gebruikt om aan te geven waarheen de goederen worden verzonden.
verzenden-aan soort
De verzenden-aan soort wordt samen met de verzenden-aan code gebruikt om aan te geven waarheen de goederen worden verzonden.

De verzenden-aan soort kan de volgende waarden hebben:

  • Relatie
  • Magazijn
  • Afdeling
  • Project
verzenden-van code
Een code die samen met de verzenden-van soort wordt gebruikt om de precieze herkomst van een magazijnorder aan te geven.
verzenden-van soort
De verzenden-van soort wordt samen met de verzenden-van code gebruikt om de precieze herkomst van een magazijnorder aan te geven.

De verzenden-van soort kan de volgende waarden hebben:

  • Relatie
  • Magazijn
  • Afdeling
  • Project
verzending
De functie die voorziet in de uitgaande verzending van delen, producten en componenten. Verzending omvat het inpakken, markeren, wegen en laden van zendingen, en het afdrukken van de verzenddocumenten.
verzendlijst
Een document waarin alle zendingen van een lading worden vermeld.
verzendmanifest
Een verzenddocument waarmee de inhoud van de verzendstructuur wordt beschreven die voor een magazijnorder of orderset is aangemaakt. De verzendstructuur bestaat uit ladingen, zendingen en, indien geïmplementeerd, verpakkingen. De verzendstructuur kan afzonderlijke artikelen bevatten of artikelen die deel uitmaken van stuklijsten of kitstructuren.
verzendverpakking
Een onderverdeling van een lading die zendingen bevat. De soort verpakking wordt bepaald aan de hand van de emballageartikelen die voor een verpakking zijn gedefinieerd.
VMI (Vendor Managed Inventory)
Een voorraadbeheermethode waarbij de leverancier de voorraad van de klant of toeleverancier beheert. Soms is de leverancier ook verantwoordelijk voor het plannen van leveringen. Het is ook mogelijk dat de klant de voorraad beheert maar de leverancier verantwoordelijk is voor het plannen van leveringen. Het beheer van de voorraad of het plannen van leveringen kan ook worden uitbesteed aan een logistieke dienstverlener (LSP).

De voorraad die door de leverancier wordt geleverd, is eigendom van de leverancier of van de klant. Vaak gaat het eigendom van de voorraad van de leverancier op de klant over wanneer de klant de voorraad verbruikt, maar het eigendom van de voorraad kan ook worden gewijzigd op andere momenten, die contractueel zijn vastgelegd.

Met VMI nemen de interne kosten voor het plannen en aanschaffen van materialen af en is de voorraad beter zichtbaar in de supply chain waardoor de leverancier zijn voorraad beter kan beheren.

VMI-magazijn
(Vendor Managed Inventory) Een magazijn waarvoor de leverancier van de opgeslagen goederen een of beide van de volgende taken uitvoert: het beheer dan het magazijn, inclusief activiteiten met betrekking tot inslag- en uitslagprocessen, of de planning van de levering van de goederen in het magazijn. De leverancier kan ook de eigenaar zijn van de voorraad in het magazijn. Het magazijn bevindt zich doorgaans in een pand van de klant.
volgnummer
Het volgnummer van de magazijnorderregel.
voorraad
De goederen die in een magazijn zijn opgeslagen.
voorraadafhandeling
De manier waarop de voorraad wordt afgehandeld, zowel fysiek als in LN, bij de ontvangst of afgifte van stuklijstartikelen of lijstartikelen.

De voorraad kan als volgt worden afgehandeld:

  • Per hoofdartikel
  • Per component
voorraadcorrectieorder
Een handmatig ingevoerde order om de administratieve voorraad te verhogen of te verlagen.
voorraaddatum
Een datum die bij opslag aan de artikelen wordt toegekend. U kunt voorraaddatums gebruiken om artikelen op te halen op basis van FIFO (First In First Out) of LIFO (Last In First Out), zonder dat uitgebreide partijadministratie nodig is.

De betekenis van de voorraaddatum is afhankelijk van de uitslagprioriteit (LIFO of FIFO) of de uiterste houdbaarheidsdatum van het artikel.

Bij de uitslagprioriteit LIFO of FIFO geldt de systeemdatum als default voor de voorraaddatum. U kunt deze echter overschrijven, zodat de voorraaddatum niet gelijk hoeft te zijn aan de opslagdatum. Als het artikel beperkt houdbaar is, is de voorraaddatum de uiterste houdbaarheidsdatum die voor dat artikel is vastgelegd.

voorraadeenheid
De maateenheid waarin de voorraad van een artikel wordt geregistreerd, bijvoorbeeld stuk, kilo, doos van 12 stuks of meter.

De voorraadeenheid wordt ook gebruikt als basiseenheid voor het omrekenen van maateenheden, vooral voor omrekeningen die betrekking hebben op de ordereenheid en de prijseenheid van een inkooporder of een verkooporder. Bij deze omrekeningen wordt de voorraadeenheid altijd als basiseenheid gebruikt. Een voorraadeenheid is daarom van toepassing op alle artikelsoorten, ook artikelsoorten die niet op voorraad kunnen worden gehouden.

voorraad geblokkeerd
voorraad in nota
De geplande ontvangsten. De voorraad is ontvangen en het inslagadvies is gegenereerd. Het advies is echter nog niet vrijgegeven. Deze hoeveelheid is inbegrepen in de economische voorraad.
Synoniem: in-nota voorraad
voorraadkosten
De kosten om een artikel (per voorraadeenheid) in voorraad te houden, inclusief de kosten die verband houden met rente, opslagruimte en risico's.
voorraadlocatiereservering
Voorraad in specifieke magazijnen of op specifieke magazijnlocaties die is gereserveerd voor uitslagorderregels waarvoor een uitslagadvies is aangemaakt en die nog niet is verzonden. Dit wordt ook wel vaste reservering of harde reservering genoemd. Nadat de voorraad is verzonden, dus nadat deze het magazijn heeft verlaten, wordt de reservering verwijderd.
voorraadmutatie
Een wijziging in de voorraadrecords.
voorraadmutatiesoort
Een classificatie die wordt gebruikt om de soort voorraadverplaatsing aan te geven.

De volgende voorraadmutatiesoorten zijn beschikbaar:

  • Afgifte
    Van magazijn naar een andere entiteit dan magazijn.
  • Ontvangst
    Van een andere entiteit dan magazijn naar magazijn.
  • Overboeking
    Van het ene naar het andere magazijn.
  • OHW-overboeking
    Van de ene naar de andere kostenafdeling.
voorraadniveau
De hoeveelheid voorraad die in een magazijn beschikbaar kan zijn. In VMI- of uitbestedingsscenario's kan de magazijntoevoer zijn gebaseerd op voorraadniveaus die in contracten tussen leveranciers en klanten zijn vastgelegd.
voorraadomzet
Het aantal keren dat een voorraadcyclus in een jaar wordt doorlopen.
voorraadpunt
Het laagste voorraadniveau dat in LN

Het voorraadpunt wordt door de volgende gegevens gedefinieerd:

  • Magazijn
  • Locatie: alleen als er sprake is van locaties
  • Artikel
  • Voorraaddatum: belangrijk als u met LIFO of FIFO werkt
  • Partij: alleen als het artikel partijgestuurd is
voorraadpuntgegevens
Partijnummer, serienummer, voorraaddatum, en/of effectivity unit van een artikel.
voorraadtoewijzing
Het reserveren van voorraad voor een order zonder rekening te houden met de fysieke voorraad van de goederen in het magazijn. Voorheen werd dit harde reservering genoemd.
voorraadtoewijzing
Het reserveren van voorraad voor een order zonder rekening te houden met de fysieke voorraad van de goederen in het magazijn. Voorheen werd dit harde reservering genoemd.
voorraadtoewijzingsdatum
De datum waarop of waarna de werkelijke voorraad voor een specifieke order moet worden gereserveerd.
voorraadverschil
Het verschil tussen het waarderingsbedrag dat is vastgelegd na de ontvangst van goederen, en de bijgewerkte waarde voor die specifieke ontvangst.

In de volgende gevallen kan een voorraadverschil worden aangemaakt:

  • Als de ontvangstprijs wordt gewijzigd nadat de ontvangst is bevestigd.
  • Als de factuurprijs verschilt van de ontvangstprijs.
  • Als een productieorder is afgesloten en de werkelijke kostprijs verschilt van de voorgecalculeerde kostprijs.
voorraadwaarderingsmethode
Een methode om de voorraadwaarde te berekenen.

De voorraad wordt op de vaste prijs of op de werkelijke ontvangstprijs gewaardeerd. Aangezien de voorraadwaarde in de loop der tijd kan veranderen, moet ook de ouderdom van de voorraad worden geregistreerd. In LN zijn de volgende voorraadwaarderingsmethoden beschikbaar:

  • Vaste verrekenprijs (VVP)
  • FIFO
  • LIFO
  • Partijprijs (partij)
  • Moving Average Unit Cost (MAUC)
  • Prijs seriedragend artikel
vraaggegevens
De werkelijke vraag die wordt verzameld op het moment dat de verkooporder wordt ingevoerd. Elke verkooporder veroorzaakt een werkelijke vraag. Daarom worden de gegevens verzameld die bij de verkooporder horen.
vraagorder
Een order, meestal een verkooporder of een verkoopafroepschema, waarmee wordt voldaan aan de vraag van een klant.
vraagprognose
Het niveau van de vraag dat in toekomstige perioden wordt verwacht.

De vraagprognose is gebaseerd op historische vraaggegevens en kan worden gebruikt om de optimale veiligheidsvoorraad en het optimale bestelniveau te bepalen.

vrachtbrief
Een wettig document dat wordt gebruikt door de vervoerder en waarop wordt aangegeven wat wordt getransporteerd (aard, hoeveelheid, gewicht van de goederen, enzovoort) en naar welk adres het transport plaatsvindt.
waarderingsgroep artikel
Een entiteit die wordt gebruikt om artikelen te groeperen voor voorraadwaarderingsdoeleinden. Als u een waarderingsgroep voor artikelen wilt definiëren, moet u de code van de waarderingsgroep koppelen aan de artikelen die u in de waarderingsgroep wilt opnemen. Door waarderingsgroepen voor artikelen en magazijnen bijvoorbeeld te koppelen aan voorraadwaarderingsmethoden, is het mogelijk om de combinaties van artikelen en magazijnen te waarderen die zijn opgenomen in de desbetreffende waarderingsgroepen.
waarderingsgroep magazijn
Een entiteit die wordt gebruikt om magazijnen te groeperen voor voorraadwaarderingsdoeleinden. Als u een waarderingsgroep voor magazijnen wilt definiëren, moet u de code van de waarderingsgroep koppelen aan de magazijnen die u in de waarderingsgroep wilt opnemen. Door waarderingsgroepen voor magazijnen en artikelen bijvoorbeeld te koppelen aan voorraadwaarderingsmethoden, is het mogelijk om de combinaties van artikelen en magazijnen te waarderen die zijn opgenomen in de desbetreffende waarderingsgroepen.
werkelijke logdatum
De datum en tijd waarop de voorraadmutatie heeft plaatsgevonden. In tegenstelling tot de mutatiedatum kan de werkelijke logdatum niet worden gewijzigd.
werkelijke voorraad
De fysieke hoeveelheid goederen in een of meer magazijnen, inclusief de geblokkeerde voorraad.
Synoniem: aanwezige voorraad
wijzigingsorders reservering
Een opdracht om de reservering van voorraad te wijzigen.
wijzigingsorder voorraadeigendom
Een opdracht om het eigendom van de goederen over te dragen van de leverancier, dus de kopen-van relatie, naar het eigen bedrijf, als het eigendom tijdgebaseerd is. Zie ook eigendom.

Een wijzigingsorder voor voorraadeigendom bestaat uit een orderkop met algemene informatie en een of meer orderregels met informatie over de desbetreffende artikelen. Als door de wijziging van het eigendom een verplaatsing is vereist waarbij de structuur van de logistieke eenheid moet worden gecorrigeerd, bevat de wijzigingsorder ook informatie over de afhandeling van de regels.

Tijdgebaseerde wijzigingsorders worden door gebruikers gegenereerd voor artikelen waarvan het eigendom moet wijzigen. LN gebruikt wijzigingsorders om financiële mutaties te genereren die betrekking hebben op de wijziging van het eigendom, en om te traceren waar de voorraad zich bevindt.

zegelnummer
Het nummer op het zegel van de zending.
zending
Alle goederen die via een bepaalde route op een bepaalde tijd en datum naar een bepaald adres worden vervoerd. Een deel van een lading dat kan worden geïdentificeerd.
zendingsregel
Een afzonderlijke detailregel binnen een zending.
zone
Een gedeelte van het magazijn dat kan worden toegekend aan specifieke medewerkers of voertuigen. Elke locatie kan aan een zone worden toegekend.