Doorbelastingsbases voor overheadkosten instellen

Voor de doorbelasting van overheadkosten per batch moet u bases instellen waarover voorgedefinieerde overheadtarieven berekend kunnen worden:

• Definieer de basiscode in de sessie Doorbelastingsbasis overhead (tppdm2600m000) en voer de omschrijving in.
• Selecteer de datumreeks voor de mutatie. NB: Als de mutatiedatum buiten de geldigheidsperiode van de doorbelastingsbasis voor overheadkosten valt, worden de overheadkosten niet berekend. De gegevens kunnen echter gewijzigd worden wanneer de doorbelastingsbasis voor overheadkosten op Concept is gezet.
• Selecteer het Basistype. Dit zijn de mogelijke waarden:
  • Bedrag: Hiermee kunt u de overheadkosten berekenen voor de mutatiebedragen van verschillende kostensoorten met een overheadpercentage.
  • Directe uren: Hiermee kunt u de overheadkosten berekenen voor de directe uren die geboekt zijn op een project met een overheadtarief per uur. U kunt ook een extra overheadpercentage gebruiken. NB: Dit basistype is alleen van toepassing op mutaties van de kostensoort Arbeid die zijn gedefinieerd op het tabblad Kostenbasis opdrachten.
• Voer het overheadbedrag in (verplicht voor de bases van het soort bedrag).
• Voer het overheadpercentage in.
• Selecteer of definieer de valuta in de sessie Valuta's (tcmcs0102m000). Dit veld is alleen verplicht wanneer het overheadtarief is ingevoerd.
• Definieer de kostendragers voor overhead of maak deze aan in de sessie Standaard overhead (tppdm0142m000). LN haalt de default omschrijving van de kostendragers op uit de sessie Standaard overhead (tppdm0142m000).

  LN doet het volgende:

  • LN gebruikt 1 als default wanneer de eerste versie van de doorbelastingsbasis voor de overheadkosten wordt aangemaakt. NB: De waarde van de versie kan niet handmatig worden gewijzigd.
• Stel de status in. De volgende waarden zijn mogelijk:
  • Concept
  • Actief
  • Afgesloten
  De mogelijkheden voor het wijzigen van de status zijn beperkt, zoals in onderstaande afbeelding wordt geïllustreerd:
• Voer het niveau in waarop overheadkosten berekend moeten worden (toegestane waarden: 1 tot 9). Dit is verplicht bij het basistype Bedrag. Het niveau wordt gedefinieerd zodat LN de juiste volgorde aanhoudt bij het berekenen van overheadkosten. Voorbeeld: Als u het niveau instelt op 2 en overhead als kostensoort selecteert op het tabblad Kostenbasis opdrachten. LN berekent de overheadkosten over de overhead. Als het niveau op 3 is gezet, berekent LN de overhead over de overhead over de overhead.
• Als het basistype op Directe uren is gezet, moet de waarde van het veld Niveau altijd 1 zijn.

Tabblad Projectopdrachten

• Gebruik het selectievakje Uitsluiten om de gegevens te specificeren die van de berekening uitgesloten moeten worden.
• Selecteer het niveau waarop overheadkosten berekend moeten worden. De volgende waarden zijn mogelijk:
  • Project
  • Programma
  • Enterprise-eenheid
  • Projectgroep
• Geef het gegevensbereik op waarover de overhead berekend moet worden.

Tabblad Kostenbasis opdrachten

• Selecteer de kostensoort waarover de overhead berekend moet worden. De volgende waarden zijn mogelijk:
  • Taken
  • Materialen
  • Materieel
  • Onderaanneming
  • Overige kosten
  • Overhead (u hebt alleen toegang tot deze optie als het veld Niveau ingesteld is op 2 of meer).
• Selecteer of definieer de reeks kostencomponenten waarover overhead berekend moet worden in de velden Van en Naar in de sessie Kostencomponenten (tcmcs0148m000).
• Selecteer of definieer de reeks kostendragers waarover overhead berekend moet worden in de volgende sessies:
  • Standaardmaterieel (tppdm0512m000)
  • Standaardtaken (tppdm0511m000)
  • Artikelen - project (tppdm0505m000) voor materialen.
  • Standaard onderaanneming (tppdm0513m000)
  • Standaard overige kosten (tppdm0514m000)
  • Standaard overhead (tppdm0142m000)