Een taak wordt op een afdeling uitgevoerd en kan gerelateerd zijn aan een machine.
Taakrelatie - gereedschappen (tirou0115m000)Deze sessie kunt u gebruiken om gereedschappen aan een taakrelatie te koppelen. De taakrelatie is van toepassing op een specifieke combinatie van een taak, machine en/of afdeling. NB U kunt taakrelaties definiëren in de sessie Taakrelaties (tirou0104m000). Default waarde Als u een of meer gereedschappen aan een bepaalde machine hebt gekoppeld in de sessie Machine - gereedschappen (tirou0110m000) en u heeft in de sessie Taakrelaties (tirou0104m000) een taakrelatie gedefinieerd waarin een machine voorkomt, dan worden de gereedschappen die aan de machine zijn gekoppeld, automatisch in de huidige sessie ingeladen. U kunt desgewenst gereedschappen verwijderen of nieuwe gereedschappen toevoegen. De gereedschappen die in deze sessie zijn vastgelegd, worden gebruikt als defaults in de sessie Bewerking/bewerkingsstap - gereedschappen (tirou1110m000). De default gereedschappen verschijnen in de sessie Bewerking/bewerkingsstap - gereedschappen (tirou1110m000) indien in de huidige sessie gereedschappen zijn gekoppeld aan de taakrelatie van de bewerking.
Taak Een activiteit voor de productie of reparatie van een artikel. Bijvoorbeeld zagen, boren of verven. Een taak wordt op een afdeling uitgevoerd en kan gerelateerd zijn aan een machine. Afdeling Een productiegebied dat uit een of meer mensen en/of machines bestaat en als één geheel wordt beschouwd. Een afdeling dient voor capaciteitsbehoefteplanningen en detailplanningen. Machine In LN is dit een middel waarmee bewerkingen worden uitgevoerd om artikelen te produceren. Machines zijn gekoppeld aan bewerkingstarieven. Het bewerkings- en loonkostentarief vormen samen de basis voor de nacalculatie van productieorders. Volgnummer Het nummer dat wordt gebruikt om een gegevensrecord of een stap in een aantal opeenvolgende activiteiten aan te duiden. Volgnummers worden gebruikt in vele contexten. LN genereert doorgaans het volgnummer voor het volgende artikel of de volgende stap. Afhankelijk van de context kunt u dit nummer overschrijven. U kunt soms de nummering beïnvloeden door de bijbehorende parameters in te stellen. Gereedschapssoort De gereedschapssoort is het eerste niveau dat wordt gebruikt voor de identificatie van het coderingssysteem voor gereedschappen. Enkele voorbeelden van gereedschapssoorten zijn:
Hamer 1, schroevendraaier 2 en kruiwagen 3 zijn voorbeelden van de combinatie van een gereedschapssoort en een gereedschapsnummer, en vertegenwoordigen unieke gereedschappen. Gereedschapsset Een verzameling van specifieke gereedschappen die nodig is voor het uitvoeren van één taak. Een gereedschapsset kan worden gekoppeld aan een machine, taak en/of routingbewerking, om het benodigde gereedschap op te geven voor het uitvoeren van de taak en/of bewerking. Gereedschapsnummer Een nummer dat wordt toegekend ter identificatie van een gereedschap. De combinatie van een gereedschapssoort (bijvoorbeeld hamer) en een gereedschapsnummer (bijvoorbeeld 1) vormt een unieke identificatiecode voor een gereedschap in LN.
| |||