Parameters productconfiguratie (tipcf0100m000)Deze sessie kunt u gebruiken om de parameters in te stellen die de functionaliteit van de module Productconfiguratie (PCF) bepalen. U kunt de omschrijving van voorgedefinieerde variabelen wijzigen. In de module Productconfiguratie kunt u constraints per generiek artikel vastleggen. In deze constraints wordt gebruikgemaakt van een aantal variabelen dat is voorgedefinieerd in de sessie Parameters productconfiguratie (tipcf0100m000). Na het opslaan van de parameters kunt u deze niet meer wijzigen. NB Het tabblad Constraintexpressie is alleen beschikbaar als het selectievakje Productconfiguratie (PCF) in de sessie Geïmplementeerde software-componenten (tccom0100s000) is ingeschakeld.
Algemeen Invoeringsdatum De datum en het tijdstip waarop de parameters zijn gewijzigd. De parameters zijn geldig tot en met de ingangsdatum van een meer recente parameterinstelling. De huidige parameterset heeft geen ingangsdatum. Omschrijving De omschrijving van de parameterset. Hier kunt u bijvoorbeeld aangeven waarom u de parameterset hebt gewijzigd. Multilevel keuzestructuur PCF Indien dit selectievakje is ingeschakeld, vindt de productconfiguratie plaats op meerdere niveaus van de generieke productstructuur. Voor de configuratie van productvarianten kunt u gebruik maken van een multilevel vragenstructuur. Het voordeel daarvan is dat de productkenmerken gekoppeld zijn aan de generieke artikelen. Daardoor ontstaat een meer modulaire configuratiestructuur. Dankzij deze structuur kan LN bepaalde verzamelingen vragen al dan niet meenemen tijdens de productconfiguratie. NB Het selectievakje is alleen zichtbaar als het selectievakje Productconfiguratie (PCF) in de sessie Geïmplementeerde software-componenten (tccom0100s000) is ingeschakeld. PCF in de taal van de klant Indien dit selectievakje is ingeschakeld, geeft de productconfigurator de omschrijvingen van kenmerken, opties en constraints weer in de taal van de klant. Deze functie is een belangrijk middel voor een goede communicatie met de klant. Dit geldt vooral bij telefonische verkoop. Indien dit selectievakje is uitgeschakeld, geeft de productconfigurator de omschrijvingen van kenmerken, opties en constraints weer in de taal van de werknemer. NB De module Productconfiguratie is taalonafhankelijk. Dit betekent dat u bijvoorbeeld de omschrijvingen van productkenmerken en opties in elke gewenste taal kunt vastleggen. Dit is vooral van belang voor een goede communicatie met klanten en andere externe relaties. Het selectievakje is alleen zichtbaar als het selectievakje Productconfiguratie (PCF) in de sessie Geïmplementeerde software-componenten (tccom0100s000) is ingeschakeld. Selectieve opties weergeven Indien dit selectievakje is ingeschakeld, worden de impliciete optiewaarden zichtbaar gemaakt door de productconfigurator. U maakt dan gebruik van constraints om te bepalen of bepaalde productkenmerken of vragen wel of niet worden ingevuld en of een default optiewaarde van toepassing is. Als u een impliciete optiewaarde invoert, kunt u met constraints ook aangeven of het betreffende productkenmerk tijdens de productconfiguratie zichtbaar moet zijn. NB Van deze instelling kunt u altijd afwijken door dit expliciet aan te geven in de constraint van het betreffende productkenmerk. Het selectievakje is alleen zichtbaar als het selectievakje Productconfiguratie (PCF) in de sessie Geïmplementeerde software-componenten (tccom0100s000) is ingeschakeld. Indien dit selectievakje is uitgeschakeld, worden impliciete opties niet zichtbaar gemaakt door de productconfigurator. Verkoopofferteteksten genereren Indien dit selectievakje is ingeschakeld, genereert LN teksten voor verkoopoffertes na de productconfiguratie. NB Het selectievakje is alleen zichtbaar als het selectievakje Productconfiguratie (PCF) in de sessie Geïmplementeerde software-componenten (tccom0100s000) is ingeschakeld. Identificerende artikelcode Deze parameter is van invloed op de wijze waarop LN de artikelcode van de productvariant genereert tijdens het uitvoeren van de sessie Structuur van PCS-project voor verkooporders genereren (tdsls4244m000) in de module Projectbeheer. Indien dit selectievakje is ingeschakeld, is de klantspecifieke artikelcode die LN in de module Projectbeheer genereert, gelijk aan de generieke-artikelcode of aan de code die is gegenereerd met de sessie Generiek art. - instell. voor gen. van geg. (tipcf3101m000). Indien dit selectievakje is uitgeschakeld, genereert LN voor elke productvariant een nieuwe artikelcode. LN voegt een volgnummer toe aan de generieke-artikelcode om zo de nieuwe artikelcodes te genereren. U kunt de exacte positie van dit volgnummer opgeven op de velden Volgnummer van artikelcode vanaf positie en Volgnummer van artikelcode t/m positie van de huidige sessie. Als u een projectstructuur voor een generiek artikel met bestelbeleid Anoniem genereert, moet u dit selectievakje uitschakelen. Op deze manier wordt aan het nieuwe geconfigureerde artikel geen PCS- projectcode als uniek kenmerk gekoppeld en moet de artikelcode uniek zijn. NB Als in een project een klantspecifiek artikel wordt aangemaakt dat zou resulteren in twee productvarianten met dezelfde artikelcode, wordt tijdens het genereren van de projectstructuur een fout weergegeven. Het selectievakje is alleen zichtbaar als het selectievakje Productconfiguratie (PCF) in de sessie Geïmplementeerde software-componenten (tccom0100s000) is ingeschakeld. Stuklijst van STO-artikel gebruiken In Productconfiguratie (PCF) verkoopt u varianten van producten. Producten worden volgens de specificaties van de klant samengesteld door componenten en/of halffabrikaten uit een lijst van voorgedefinieerde kenmerken en opties te selecteren. Bij het configureren van een generiek aritkel in PCF, wordt de generieke stuklijst geconverteerd naar een klantspecifieke productstructuur. Als een bepaalde configuratie vaak wordt geselecteerd (als eindproduct of halffabrikaat), kunt u daarvoor standaardartikelen aanmaken in de module Basisgegevens artikelen (IBD). Het bestelbeleid van het standaardartikel kan Op order of Anoniem De parameter Stuklijst van STO-artikel gebruiken bepaalt of de componenten van STO-artikelen in de klantspecifieke productstructuur worden gebruikt. In de sessie Structuur van PCS-project voor verkooporders genereren (tdsls4244m000) kunt u een klantspecifieke productstructuur aanmaken. Indien dit selectievakje is ingeschakeld, en u tijdens de productconfiguratie een assemblage selecteert waarvoor een STO-artikel in IBD is vastgelegd, wordt dat STO-artikel gebruikt in de klantspecifieke stuklijst. In deze klantspecifieke stuklijst worden de stuklijstcomponenten van het standaardartikel geselecteerd tijdens het genereren van het PCS-project: ![]() Indien dit selectievakje is uitgeschakeld, en u tijdens de productconfiguratie een halffabrikaat selecteert waarvoor een STO-artikel op voorraad is, wordt dat STO-artikel in de stuklijst gebruikt, maar worden de componenten ervan afgeleid van het generieke (afgeleid-van) artikel: ![]() NB De hiervoor genoemde standaardartikelen hebben het bestelbeleid Op order. Indien u tijdens de productconfiguratie een standaardartikel met het bestelbeleid Anoniem selecteert, wordt dat standaardartikel nooit klantspecifiek gemaakt, zodat het kopiëren van componenten geen problemen oplevert. Een STO-artikel meerdere keren voor een PCS-project gebruiken Het nut van de parameter Stuklijst van STO-artikel gebruiken is tweeledig. De parameter is niet alleen bepalend voor de selectie van componenten voor STO-artikelen tijdens het genereren van een project, maar ook of een klantspecifiek STO-halffabrikaat meerdere keren in een PCS-project kan worden gebruikt voor verschillende parent-artikelen. Indien dit selectievakje is uitgeschakeld, kunnen twee parent-artikelen in een PCS-project niet een gelijksoortig klantspecifiek STO-halffabrikaat als component hebben. Indien een halffabrikaat in het eerste parent-artikel wordt gebruikt, kunt u een vergelijkbaar halffabrikaat niet in het tweede parent-artikel gebruiken. Als een halffabrikaat in een specifiek parent-artikel wordt gebruikt, krijgt het halffabrikaat een productvariantnummer dat niet overeenkomt met het productvariantnummer van een ander parent-artikel waarin het halffabrikaat wordt gebruikt. Indien dit selectievakje is ingeschakeld, kan een vergelijkbaar klantspecifiek STO-halffabrikaat worden gebruikt in meerdere parent-artikelen die tot hetzelfde project behoren. Het eerste parent-artikel waarin het halffabrikaat wordt gebruikt kent het eigen productvariantnummer toe aan het halffabrikaat. Ondanks dat productvariantnummer kan het halffabrikaat in andere klantspecifieke productstructuren worden gebruikt met andere productvariantnummers. NB Indien dit selectievakje is ingeschakeld, en u een klantspecifiek STO-halffabrikaat in een van de parent-artikelen wijzigt, wordt het halffabrikaat ook gewijzigd in de andere parent-artikelen waarin het wordt gebruikt. Standaardartikel voor configuratie gebruiken Indien dit selectievakje is ingeschakeld, kunt u de productstructuur van een klantspecifiek artikel kopiëren naar de geselecteerde standaardartikelconfiguratie in de sessie Klantspec. structuur naar standaard structuur kopiëren (tipcs2232m000). Indien dit selectievakje is uitgeschakeld, wordt het klantspecifieke artikel niet gekopieerd naar een standaardartikelconfiguratie. Hergebruik configuraties toestaan Indien dit selectievakje is ingeschakeld, en u hetzelfde generieke artikel met deze opties op meerdere regels van een verkooporder invoert, gebruikt LN op beide regels dezelfde artikelcode (indien mogelijk). Indien dit selectievakje is uitgeschakeld, en u hetzelfde generieke artikel met deze opties op meerdere regels van een verkooporder invoert, gebruikt LN voor elke verkooporderregel een andere artikelcode. Het is niet toegestaan hetzelfde klantspecifieke artikel met verschillende variantcodes op meerdere orderregels te gebruiken. NB Het is niet altijd mogelijk een artikelcode op meer dan een verkooporderregel te gebruiken. Voor meer informatie, zie Meerdere verkooporderregels met identieke productconfiguraties Volgnummer van artikelcode vanaf positie Dit veld laat zien vanaf welke positie binnen de artikelcode het volgnummer gegenereerd wordt. Als de door LN gegenereerde artikelcode niet uniek is voor een productvariant, genereert de productconfigurator automatisch een nieuwe code door aan de gegenereerde artikelcode een volgnummer toe te voegen. NB Het selectievakje is alleen zichtbaar als het selectievakje Productconfiguratie (PCF) in de sessie Geïmplementeerde software-componenten (tccom0100s000) is ingeschakeld. Volgnummer van artikelcode t/m positie Dit veld laat zien tot en met welke positie binnen de artikelcode het volgnummer gegenereerd wordt. Als de door LN gegenereerde artikelcode niet uniek is voor een productvariant, genereert de productconfigurator automatisch een nieuwe code door aan de gegenereerde artikelcode een volgnummer toe te voegen. NB Het selectievakje is alleen zichtbaar als het selectievakje Productconfiguratie (PCF) in de sessie Geïmplementeerde software-componenten (tccom0100s000) is ingeschakeld. Productconfiguratorversie De versie van de productconfigurator. Het gebruik van de productconfigurator is tweeledig.
NB U kunt altijd van versie veranderen. Het selectievakje is alleen zichtbaar als het selectievakje Productconfiguratie (PCF) in de sessie Geïmplementeerde software-componenten (tccom0100s000) is ingeschakeld. Interpreter-versie Constraints moeten worden getest om eventuele fouten op te sporen en op te lossen. Dit betekent dat tijdens runtime, constraints continu worden ingelezen, geïnterpreteerd en gecompileerd. Het voordeel van de Interpreter-versie is dat u na het wijzigen van constraints, het generieke productmodel direct kunt testen. U behoeft dus niet eerst alle constraints opnieuw te compileren. Een nadeel van deze versie is dat de productconfigurator relatief langzamer is. Objectversie Deze versie is beschikbaar voor gebruik. Tijdens runtime voert de productconfigurator de constraints direct uit als objecten. U behoeft dus de constraints niet steeds opnieuw in te lezen, te interpreteren of te compileren. Vergeleken met de Interpreter-versie is de objectversie veel sneller. Dit geldt ook bij complexe constraints. Voordat u de objectversie gebruikt, moet u alle constraints compileren met de sessie Constraints per configureerbaar artikel compileren (tipcf2201m000). Hiervoor moet u gebruikmaken van het compileerprogramma bic6.2 van Enterprise Server. Prestatieaspecten De instelling van dit veld kan invloed hebben op de systeemprestaties en de databasegroei. Voor meer informatie, zie Productconfiguratorversie. Nummergroep voor productvarianten De nummergroep voor productvarianten. Directory voor constraintsources Om constraints te compileren, moet u met deze sessie eerst constraintsources genereren. Deze constraintsources worden opgeslagen in de directory <path.name>/ppcfcons<company.number> van uw bestandssysteem. Toets de padnaam in van de directory waarin u de constraintsource wilt opslaan. U kunt de volledige padnaam intoetsen of de huidige directory als uitgangspunt nemen. In het laatste geval moet de padnaam beginnen met een punt NB Het systeem voegt de naam van de directory met constraintsources automatisch toe aan de padnaam, maar u kunt de naam ook handmatig toevoegen. Als u daarna deze sessie oproept, wordt de opgeslagen directory weergegeven als de default directory. Indien er geen directory is opgeslagen, wordt het bestand Het selectievakje is alleen zichtbaar als het selectievakje Productconfiguratie (PCF) in de sessie Geïmplementeerde software-componenten (tccom0100s000) is ingeschakeld. Als er geen directory is opgeslagen en u werkt met een systeem zonder het bestand Directory voor constraintobjecten Toets de padnaam in van de directory waarin u de constraintobjecten wilt opslaan. U kunt de volledige padnaam intoetsen of de huidige directory als uitgangspunt nemen. In het laatste geval moet de padnaam beginnen met een punt en een schuine streep. NB Het systeem voegt de naam van de directory met constraintobjecten automatisch toe aan de padnaam, maar u kunt de naam ook handmatig toevoegen. Als er geen directory is opgeslagen, wordt het default pad bepaald met behulp van het bestand Het selectievakje is alleen zichtbaar als het selectievakje Productconfiguratie (PCF) in de sessie Geïmplementeerde software-componenten (tccom0100s000) is ingeschakeld. Als er geen directory is opgeslagen en u werkt met een systeem zonder het bestand Constraintexpressie Optiewaarde invoeren In de module Productconfiguratie kunt u constraints per generiek artikel vastleggen. In deze constraints wordt gebruikgemaakt van een aantal variabelen dat is voorgedefinieerd in de sessie Parameters productconfiguratie (tipcf0100m000). Die variabelen kunnen slechts eenmalig worden gevuld. U kunt dus na het definiëren van de productconstraints de omschrijving van de variabelen niet meer wijzigen. Met behulp van de variabele Optiewaarde invoeren kunt u voor elk productkenmerk aangeven of u tijdens de productconfiguratie wel of geen optiewaarde moet intoetsen. Deze variabele heeft de volgende kenmerken:
Optiewaarde weergeven Geeft voor elk productkenmerk aan of het kenmerk tijdens de productconfiguratie zichtbaar moet worden gemaakt bij de invoer van een impliciete optiewaarde. Deze variabele heeft de volgende kenmerken:
NB Waar indien het veld "Optiewaarde invoeren" op Waar staat. Valideren In de module Productconfiguratie kunt u constraints per generiek artikel vastleggen. In deze constraints wordt gebruikgemaakt van een aantal variabelen dat is voorgedefinieerd in de sessie Parameters productconfiguratie (tipcf0100m000). Die variabelen kunnen slechts eenmalig worden gevuld. U kunt dus na het definiëren van de productconstraints de omschrijving van de variabelen niet meer wijzigen. Dit veld laat zien of de productconfigurator een productconfiguratie heeft gevalideerd. U kunt dus de productconfiguratie sturen en tevens voorkomen dat niet-toegestane productvarianten worden geconfigureerd of gegenereerd. Merk op dat tijdens de productconfiguratie gebruik wordt gemaakt van alle generieke productgegevens als productkenmerken en opties, generieke artikelgegevens, generieke stuklijsten, generieke routings en generieke prijslijsten. Deze variabele heeft de volgende kenmerken:
Melding In de module Productconfiguratie kunt u constraints per generiek artikel vastleggen. In deze constraints wordt gebruikgemaakt van een aantal variabelen dat is voorgedefinieerd in de sessie Parameters productconfiguratie (tipcf0100m000). Die variabelen kunnen slechts eenmalig worden gevuld. U kunt dus na het definiëren van de productconstraints de omschrijving van de variabelen niet meer wijzigen. Met het veld Melding kunt u tijdens de productconfiguratie meldingen genereren. Deze meldingen verschijnen als waarschuwing, mededeling of toelichting. Meldingen kunnen in de constraints worden vastgelegd in de vorm van teksten of tekstblokken. Als u gekozen hebt voor de taal van de klant tijdens de productconfiguratie, kunt u meldingen in elke gewenste taal invoeren. De door de productconfigurator gegenereerde melding wordt dan weergegeven in de taal van de klant. Deze variabele heeft de volgende kenmerken:
NB Indien een melding wordt vastgelegd in een vreemde taal, moet de (systeem)taalcode aan de variabele melding worden toegevoegd. Voorbeeld:
Artikelgegevens In de module Productconfiguratie (PCF) kunt u constraints per generiek artikel vastleggen. In deze constraints wordt gebruikgemaakt van een aantal variabelen dat is voorgedefinieerd in de sessie Parameters productconfiguratie (tipcf0100m000). Die variabelen kunnen slechts eenmalig worden gevuld. U kunt dus na het definiëren van de productconstraints de omschrijving van de variabelen niet meer wijzigen. Op basis hiervan kunt u de gegevens van een productvariant door de productconfigurator laten bepalen. Denk bijvoorbeeld aan de artikelcode, de artikelomschrijving, het materiaal, de afmetingen, de norm en de artikeltekst. De variabele gegevens kunt u gebruiken in de constraintsectie Parametersubstitutie van een tot een generiek artikel behorende constraint. Deze variabele heeft de volgende kenmerken:
NB Tekstblokken waarmee artikelteksten worden gegenereerd, hebben de hoogste prioriteit. Cyclustijd In de module Productconfiguratie (PCF) kunt u constraints per generiek artikel vastleggen. In deze constraints wordt gebruikgemaakt van een aantal variabelen dat is voorgedefinieerd in de sessie Parameters productconfiguratie (tipcf0100m000). Die variabelen kunnen slechts eenmalig worden gevuld. U kunt dus na het definiëren van de productconstraints de omschrijving van de variabelen niet meer wijzigen. Met behulp van de variabele cyclustijd kan door de productconfigurator bijv. de cyclustijd van een bewerking worden berekend aan de hand van een formule. Deze variabele heeft de volgende kenmerken:
Voorcalculatie In de module Productconfiguratie kunt u constraints per generiek artikel vastleggen. In deze constraints wordt gebruikgemaakt van een aantal variabelen dat is voorgedefinieerd in de sessie Parameters productconfiguratie (tipcf0100m000). Die variabelen kunnen slechts eenmalig worden gevuld. U kunt dus na het definiëren van de productconstraints de omschrijving van de variabelen niet meer wijzigen. Met dit veld kunt u de inkoop- of verkoopprijs van een productvariant door de productconfigurator laten berekenen op basis van bijv. een formule. De definitieve inkoop- of verkoopprijs van een productvariant kan opgebouwd zijn uit meerdere prijs- en/of toeslagcomponenten. Bepaalde gegevens kunt u vastleggen in de generieke inkoop- of verkoopprijslijst van elk generiek artikel. Deze variabele heeft de volgende kenmerken:
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||