Gebruik van seriedragende artikelen in Productie (TI)

Tijdens de productie kunnen productiemedewerkers op de productievloer serienummers handmatig of automatisch toekennen aan de eindproducten van een productieorder of aan specifieke componenten. Het gebruik van serienummers maakt in Productie (TI) deel uit van het productieorderproces. Tijdens het gebruik van serienummers, wordt de status van de seriedragende artikelen gewijzigd. Als bijvoorbeeld serienummers aan artikelen worden toegekend, wordt de status gewijzigd in Toegekend. Tevens geeft de status aan wat er met het seriedragende artikel is gebeurd. Zo kan een artikel zijn afgekeurd, naar een magazijn zijn verzonden of in een magazijn zijn ontvangen.

In dit onderwerp worden de statussen van seriedragende artikelen beschreven en wordt aangegeven hoe statussen gewijzigd (kunnen) worden.

U kunt de status van de seriedragende artikelen opvragen en muteren op het veld Status serienummer in de sessie Seriedragend eindproduct - as-built kopregels (timfc0110m000). De volgende statussen zijn mogelijk:

  • Aangemaakt

    De beginstatus van het seriedragende eindproduct. De status wordt na het genereren van de serienummers op Aangemaakt gezet. Het moment waarop dat gebeurt wordt bepaald door de instelling van het veld Serienummers genereren in de sessie Parameters Productiebeheer (SFC) (tisfc0100s000): Bij afdrukken van documenten, Bij vrijgave of Bij gereedmelden. Indien de waarde Handmatig is, wordt de status Aangemaakt als de gebruiker serienummers genereert op een door de gebruiker gekozen moment tijdens het productieproces.

  • Toegekend

    Het product is gereed. Een serienummer is gekoppeld aan het seriedragende artikel en het seriedragende artikel is gereed om te worden overgezet naar Magazijnbeheer.

  • Afgekeurd

    Het seriedragende artikel is afgekeurd voor de productieorder Het artikel kan dan niet worden overgezet naar as-maintained in Service en kan niet worden gebruikt voor een andere productieorder.

  • Naar magazijn verzonden

    Het seriedragende artikel is gereedgemeld en verzonden, maar nog niet in het magazijn ontvangen. De inslagprocedure moet nog worden uitgevoerd.

  • In magazijn ontvangen

    Het seriedragende artikel is in het magazijn ontvangen. De inslagprocedure wordt uitgevoerd.

  • Uit magazijn teruggehaald

    Het seriedragende artikel bevindt zich in het magazijn, maar moet worden geretourneerd naar de werkvloer.

  • Uit magazijn teruggehaald

    Het seriedragende artikel bevond zich in een magazijn in Magazijnbeheer maar is nu geretourneerd naar Productiebeheer (SFC). De uitslagprocedure moet nog worden uitgevoerd.

  • Overgezet naar as-maintained

    Het seriedragende artikel is overgezet naar Service.

Toekennen van serienummers

In Productie (TI) kunt u seriedragende artikelen handmatig of automatisch toekennen. Dit wordt in de sessie Parameters Productiebeheer (SFC) (tisfc0100s000) bepaald door de instelling van het veld Beheer as-built status.

Automatisch

Als het veld Beheer as-built status op Automatisch staat en door de gebruiker acties worden uitgevoerd op de productieorder, zal de status van de seriedragende artikelen gewijzigd worden. Als bijvoorbeeld een aantal seriedragende artikelen van een productieorder wordt gereedgemeld of afgekeurd, wordt de status van die artikelen in de as-built kop automatisch gewijzigd in respectievelijk Toegekend of Afgekeurd. U kunt de voltooiing of afkeuring van een seriedragend artikel melden door het serienummer van het artikel in te voeren.

Als het veld Beheer as-built status op Automatisch staat, kan dat het volgende voordeel hebben:

  • U kunt de seriedragende artikelen in Productie (TI) rechtstreeks verwerken in de sessie waarin u uw bewerking of productieorder gereedmeldt (de sessie Bewerkingen gereedmelden (tisfc0130m000) of Orders gereedmelden (tisfc0520m000)). U behoeft dus niet een extra sessie (de sessie Seriedragend eindproduct - as-built kopregels (timfc0110m000)) te starten om seriedragende artikelen te verwerken.
  • U kunt ook een scanner gebruiken. De gescande nummers worden rechtstreeks ingevoerd in de sessie waarin u de bewerkingen of de productieorder hebt gereedgemeld.

Als het veld Beheer as-built status op Automatisch staat, kan dat het volgende nadeel hebben:

  • Indien u een aantal seriedragende artikelen met specifieke serienummers wilt gereedmelden, moet u dat per artikel doen in de sessie Bewerkingen gereedmelden (tisfc0130m000) of Orders gereedmelden (tisfc0520m000).
Voorbeeld

Stel dat de orderhoeveelheid van een productieorder uit vijf seriedragende eindproducten bestaat. Een van de vijf producten is gereed. Meestal zult u een artikel gereedmelden in de detailsessie Bewerkingen gereedmelden (tisfc0130m000) (bij de laatste bewerking) of in de detailsessie Orders gereedmelden (tisfc0520m000). Het serienummer van het artikel vult u in op het veld Serienummer. De status van het seriedragende artikel in de sessie Seriedragend eindproduct - as-built kopregels (timfc0110m000) wordt gewijzigd van Aangemaakt in Toegekend.

Voor meer detailinformatie over de verwerking van seriedragende artikelen waarvoor de status op staat, zie het onderwerp Seriedragende artikelen op de werkvloer - status automatisch beheren.

Handmatig

Als het veld Beheer as-built status in de sessie Parameters Productiebeheer (SFC) (tisfc0100s000) op Handmatig staat, moet u eerst de status van de artikelen wijzigen in de as-built kop (in de sessie Seriedragend eindproduct - as-built kopregels (timfc0110m000)) voordat u de artikelen bij de laatste bewerking van een productieorder kunt gereedmelden of afkeuren.

Als het veld Beheer as-built status op Handmatig staat, kan dat het volgende voordeel hebben:

  • U kunt specifieke seriedragende artikelen gelijktijdig muteren en verwerken in de sessie Seriedragend eindproduct - as-built kopregels (timfc0110m000). Zo kunt u een aantal specifieke seriedragende artikelen afkeuren of de status van een aantal specifieke seriedragende artikelen op Toegekend zetten.

Als het veld Beheer as-built status op Handmatig staat, kan dat het volgende nadeel hebben:

  • Voor het verwerken van seriedragende artikelen moet u altijd twee sessies gebruiken: Eerst moet u de status van de seriedragende artikelen wijzigen in de sessie Seriedragend eindproduct - as-built kopregels (timfc0110m000). Daarna moet u de artikelen gereedmelden of afkeuren in de sessie Bewerkingen gereedmelden (tisfc0130m000) of Orders gereedmelden (tisfc0520m000).
Voorbeeld

Stel dat u op een productieorderhoeveelheid van drie artikelen twee artikelen hebt voltooid (met de serienummers 10400003 en 10400004). Meestal moet u die twee artikelen direct gereedmelden in de detailsessie Bewerkingen gereedmelden (tisfc0130m000) (bij de laatste bewerking) of in de detailsessie Orders gereedmelden (tisfc0520m000). Als echter het veld Beheer as-built status in de sessie Parameters Productiebeheer (SFC) (tisfc0100s000) op Handmatig staat, moet u eerst in de sessie Seriedragend eindproduct - as-built kopregels (timfc0110m000) de status van de genoemde artikelen wijzigen van Aangemaakt in Toegekend. Alleen dan kunt u de twee artikelen gereedmelden.

Voor meer detailinformatie over de verwerking van seriedragende artikelen waarvoor de status op staat, zie het onderwerp Seriedragende artikelen op de werkvloer - handmatig beheer van statussen.