Lijnstationvarianten en lijnstationorders

Een aantal bewerkingen en materialen die dezelfde specificaties hebben voor een bepaald lijnstation.

Voorbeeld

Tijdens de assemblage van auto's met een groot aantal kenmerken wordt er onderscheid gemaakt tussen twee typen wielen: smal en breed. Binnen het lijnstation waar de wielen worden gemonteerd, zijn alle auto's met brede wielen één lijnstationvariant en zijn alle auto's met smalle wielen een andere lijnstationvariant. De overige specificaties zijn hierbij niet relevant, omdat deze geen betrekking hebben op het desbetreffende lijnstation.

Per lijnstationvariant kunnen er meerdere assemblageorders zijn. Dat betekent dat de bewerkingen en het materiaalgebruik binnen dat lijnstation dezelfde zijn voor al deze assemblageorders.

Doel

Door gebruik te maken van lijnstationvarianten, behoeven minder gegevens te worden verwerkt en verbeteren de prestaties. Indien u voor duizend orders hebt ontvangen voor een aantal producten en de bewerkingen en materialen binnen het eerste lijnstation van de productielijn identiek zijn, heeft het geen zin om dezelfde gegevens duizend keer op te slaan. LN stelt eerst vast of alle orders identiek zijn en maakt dan één lijnstationvariant aan. Bij het genereren van een nieuwe assemblageorder controleert LN de materialen en bewerkingen voor de order. Als deze verschillen van bestaande lijnstationvarianten, wordt een nieuwe lijnstationvariant aangemaakt.

Sessies

Lijnstationvarianten kunt u weergeven in de sessie Lijnstationvarianten (tiasc2520m000) en afdrukken in de sessie Lijnstationvarianten afdrukken (tiasc2420m000). Materialen die aan de lijnstationvariant zijn gekoppeld, kunt u weergeven en bijwerken in de sessie Lijnstationvariant - assemblagedelen (tiasc2121m000). De bewerkingen kunt u weergeven en bijwerken in de sessie Lijnstationvariant - bewerkingen (tiasc2122m000) (als de lijnstationvarianten orderspecifiek zijn).

Orderspecifieke lijnstationvarianten

Lijnstationvarianten worden door LN automatisch gegenereerd. Als u de bewerkingen of componenten van een lijnstationvariant wilt wijzigen, moet u de lijnstationordervariant orderspecifiek maken. Voer hiertoe de volgende stappen uit:

  1. Selecteer de lijnstationvariant in de sessie Assemblageorder - lijnstationorders (tiasc2510m000). De status van de lijnstationorder moet Bevroren zijn.
  2. Klik in het menu Beeld, Referentie en/of Acties op Orderspecifiek maken. LN maakt een unieke lijnstationvariant, die u kunt bekijken in de sessie Assemblageorder - lijnstationorders (tiasc2510m000).
  3. Klik in het menu Beeld, Referentie en/of Acties op Lijnstationvarianten.
  4. Hiermee start u de sessie Lijnstationvarianten (tiasc2520m000).
  5. Selecteer de lijnstationvariant.
  6. Klik in het menu Beeld, Referentie en/of Acties op Bewerkingen.
  7. Hiermee start u de sessie Lijnstationvariant - bewerkingen (tiasc2122m000). Wijzig de bewerkingen zoals gewenst.
  8. U kunt de assemblagedelen die aan de bewerkingen zijn gekoppeld, wijzigen in het menu Beeld, Referentie en/of Acties van de sessie Lijnstationvariant - bewerkingen (tiasc2122m000).
lijnstationorder

Tijdens het genereren van assemblageorders worden ook lijnstationorders aangemaakt. Een lijnstationorder is een productieorder voor een werkstation binnen een assemblagelijn.

Een lijnstationorder kan de volgende statussen hebben:

  • Gepland
  • Bevroren
  • Gereed voor uitvoering
  • Gereed
  • Afgesloten

Tijdens het genereren van lijnstationorders wordt de status op Gepland gezet.

Geclusterde lijnstationorder

Hieraan hangt de totale materiaalbehoefte van een lijnstation voor een dag. Een CLSO bestaat uit gebruikersspecifieke buckets. Per bucket worden de materiaalbehoeften samengevoegd.

In Assemblagebeheer kunnen de transacties worden uitgevoerd per lijnstation en per periode in plaats van per order. LN kan dezelfde materialen voor een bepaalde periode samenvoegen tot één materiaalregel. Daarmee wordt de cumulatieve hoeveelheid opgeslagen voor de CLSO en het aantal benodigde transacties gereduceerd. De transacties worden nl. uitgevoerd voor een specifieke bucket.

Geclusterde lijnstationorders worden gebruikt bij het reserveren van assemblagedelen en bij backflushing om materialen voor een lijnstation (voor een dag) samen te voegen.

Parameters

De parameter Mutatieverwerking bepaalt hoe de geclusterde lijnstationorders worden gebruikt. Deze parameter wordt gedefinieerd in de sessie Parameters assemblagebeheer (tiasc0100m000) en kan de volgende waarden hebben:

  • Op lijnstationniveau Er wordt slechts één geclusterde lijnstationorder aangemaakt per lijnorder per dag.
  • Op orderniveau Er wordt één geclusterde lijnstationorder aangemaakt per assemblageorder.

Geclusterde lijnstationorders worden gebruikt bij de reservering van assemblagedelen en bij backflushing om materialen voor een lijnstation samen te voegen. Bij mutatieverwerking op lijnstationniveau geldt de geclusterde lijnstationorder voor de gehele dag. Bij mutatieverwerking op orderniveau geldt de geclusterde lijnstationorder voor een assemblageorder. De gegevens voor elke time-bucket worden apart gehouden. Bij mutatieverwerking op lijnstationniveau wordt voor elke time-bucket een afzonderlijke magazijnorderregel gegenereerd voor de reservering van het assemblagedeel. Bij mutatieverwerking op orderniveau wordt er voor elke geclusterde lijnstationorder een afzonderlijke magazijnorder gegenereerd.

In het menu Beeld, Referentie en/of Acties kunt u de volgende acties uitvoeren: