Kostprijzen en waarderingsprijzen berekenen voor artikelen (standaard/klantspecifiek/STO)

De standaardkostprijs van een artikel is een berekende prijs die een voorcalculatie mogelijk maakt van de waarde van een artikel. De standaardkostprijs van een maakartikel is opgebouwd uit materiaalkosten, bewerkingskosten en eindproducttoeslagen. Zie Standaardkostprijs voor meer informatie.

Met de sessie Kost- en waarderingsprijzen berekenen (ticpr2210m000) kunt u standaardkostprijzen en waarderingsprijzen berekenen. Afhankelijk van de waarde op het veld Methode kostprijsberekening bepaalt LN hoe de productstructuur wordt geanalyseerd tijdens de kostprijsberekening. Voor meer informatie, zie Methoden voor kostprijsberekening.

In een prijscalculatiecode worden de prijscalculatiegegevens opgeslagen die worden gebruikt om de kostprijs te berekenen. De standaardprijscalculatiecode die is gedefinieerd in de sessie Parameters kostprijsbeheer (ticpr0100m000), bevat gegevens voor het berekenen van de standaardkostprijs. Andere prijscalculatiecodes bevatten gegevens voor simulatiedoeleinden. Zie Prijscalculatiecode voor meer informatie.

Hieronder wordt beschreven hoe SSA ERP een single-level kostprijsberekening uitvoert voor de volgende artikelsoorten:

De kosten van de laatste bewerking in een routing worden het eerst berekend. Daarna worden de eerdere bewerkingen één voor één berekend. Zie Stroomdiagram kostprijscalculatie voor een schematisch overzicht.

STAPPEN IN DE KOSTPRIJSBEREKENING
Stap 1. Routing voor het artikel bepalen

Om de standaardkostprijs van een artikel te berekenen, moet eerst de routing van het artikel worden bepaald. Aan de hand daarvan kan LN bepalen welke bewerkingen nodig zijn om het artikel te produceren. Verder moet worden vastgesteld wat de juiste orderhoeveelheid is voor de productie van het artikel.

Als het selectievakje Hoeveelheidsafhankelijke routing in de sessie Artikelen - productie (tiipd0101m000) is ingeschakeld, is de routing afhankelijk van het aantal te produceren artikelen. Aangezien de productieorderhoeveelheid nog niet is vastgesteld wanneer u de standaardkostprijs berekent, wordt de routing geselecteerd op basis van het aantal op het veld Vaste orderhoeveelheid of het veld Optimale seriegrootte in de sessie Artikelen - bestelgegevens (tcibd2500m000). Indien het selectievakje Hoeveelheidsafhankelijke routing is uitgeschakeld, wordt de default routing geselecteerd. Voor meer informatie, zie Routing selecteren voor kostenberekening.

Bij klantspecifieke artikelen bepaalt LN het aantal eindproducten door de eindproducten van alle projectdelen op te tellen (zie de sessie Projectdelen (tipcs2111m000)). Verder wordt dezelfde procedure gevolgd als voor standaardartikelen, behalve dat een klantspecifiek artikel slechts één hoeveelheidsafhankelijke routing kan hebben.

Stap 2. Netto-uitvoer en bruto-uitvoer berekenen voor de bewerkingen

Voor elke bewerking wordt de netto-uitvoer en de bruto-uitvoer berekend. Op basis van de netto-uitvoer en de bruto-uitvoer worden de materiaalkosten en bewerkingskosten van een bewerking berekend.

De uitvoer van de laatste bewerking zijn eindproducten. De uitvoer van eerdere bewerkingen zijn tussenproducten. Er wordt rekening gehouden met het afval en de opbrengst van de bewerkingen om de bruto-uitvoer van elke bewerking te berekenen.

Voor de berekening van de standaardkostprijs wordt allereerst de uitvoer van de laatste bewerking bepaald. Bij de laatste bewerking is de netto-uitvoer gelijk aan de orderhoeveelheid die is bepaald in stap 1. U kunt de bruto-uitvoer van de laatste bewerking berekenen op basis van de netto-uitvoer opgeteld met afval en opbrengst van de bewerking.

Bruto-uitvoer = [netto-uitvoer x 100 / opbrengst% op bewerking] + hoeveelheid afval op bewerking

De bruto-uitvoer van de laatste bewerking is gelijk aan de netto-uitvoer van de vorige bewerking. Door afval en opbrengst van de vorige bewerking mee te nemen, kunt u de bruto-uitvoer van die bewerking berekenen. Op dezelfde wijze worden de bruto- en netto-uitvoer van de andere vorige bewerkingen één voor één berekend.

Alle hoeveelheden en aantallen worden opnieuw berekend naar één eindproduct door de hoeveelheden en aantallen te delen door het aantal eindproducten dat is vastgesteld in stap 1.

Stap 3. Bewerkingskosten berekenen

LN moet de manuren en machine-uren vaststellen die aan een bewerking zijn besteed. Hoe de manuren en de machine-uren door LN worden berekend, is verschillend voor bewerkingen met en zonder vaste duur. Voor meer informatie, zie Man/machine-uren berekenen.

Voor de berekening van bewerkingskosten worden de berekende uren voor een bewerking vermenigvuldigd met de bewerkingstarieven. Bewerkingstarieven worden gedefinieerd in de sessie Bewerkingstarieven (ticpr1150m000) en kunnen van toepassing zijn op loonkosten, machines, overhead op loonkosten en overhead op machines. De bewerkingstarieven zijn gekoppeld aan een bewerkingstariefcode (gedefinieerd in de sessie Bewerkingstariefcodes (ticpr0150m000)).

De bewerkingstariefcode wordt aan een afdeling gekoppeld in de sessie Afdelingen (tirou0101m000) en/of aan een afdeling/taakrelatie in de sessie Taakrelaties (tirou0104m000). Of voor de kostprijsberekening gebruik wordt gemaakt van de bewerkingstarieven die zijn gekoppeld aan de afdeling of van de tarieven die zijn gekoppeld aan de afdeling/taakrelatie, is afhankelijk van de instelling van het veld Soort bewerkingstarieven in de sessie Parameters kostprijsbeheer (ticpr0100m000).

Als in de parameter is ingesteld dat voor de kostprijsberekening de bewerkingstarieven van de afdeling worden gebruikt, moet LN de afdelingssoort vaststellen van de afdeling die de bewerking uitvoert. Als de afdeling een hoofdafdeling of een subafdeling is, zoekt LN de bewerkingstarieven. Vervolgens worden deze gebruikt om de bewerkingskosten te berekenen. Als de afdeling een uitbestedingsafdeling is, stelt LN de uitbestedingsmethode vast en berekent de uitbestedingskosten zoals dat is uitgelegd in Uitbestedingstarieven.

Alle hoeveelheden en aantallen worden opnieuw berekend naar één eindproduct door de hoeveelheden en aantallen te delen door het aantal eindproducten dat is vastgesteld in stap 1.

Stap 4. Materiaalkosten voor de bewerking berekenen

Voor het berekenen van de materiaalkosten voor een bewerking moet de materiaalinvoer in LN bekend zijn. Materiaalinvoer wordt netto-invoer genoemd als afval niet worden meegenomen in de berekening. Netto-invoer wordt als volgt berekend:

Materiaal netto-invoer = bruto-uitvoer artikelen vorige bewerking * nettohoeveelheid in stuklijst 

De bruto-uitvoer van eindproducten van de laatste bewerking is gelijk is aan de orderhoeveelheid die is bepaald in stap 1.

LN moet echter de bruto-invoer van materialen voor elke bewerking kennen. De bruto-invoer is gebaseerd op de netto-invoer opgeteld met het afval op de stuklijstregel:

Bruto-invoer = [(percentage afval van de stuklijstregel /100 + 1) x netto-invoer] + hoeveelheid afval van de stuklijstregel

De invoer heeft betrekking op componentmaterialen. De uitvoer heeft betrekking op tussenproducten en eindproducten en wordt berekend zoals beschreven bij stap 2.

LN berekent de materiaalkosten van een bewerking door de bruto-invoer van de materialen van een bewerking te vermenigvuldigen met de materiaalprijzen. Als het materiaal een inkoopartikel is, wordt de inkoopprijs gebruikt. Als het materiaal een (maak)artikel is dat zelf weer uit materialen bestaat, wordt de standaardkostprijs van het artikel gebruikt. De berekening van de standaardkostprijs van materialen is afhankelijk van de multi-level calculatiemethode die is geselecteerd in de sessie Kost- en waarderingsprijzen berekenen (ticpr2210m000). Voor meer informatie, zie Methoden voor kostprijsberekening.

In de standaardkostprijs van het materiaal zijn de toeslagen verwerkt van het magazijn waar het materiaal ligt opgeslagen. De magazijntoeslagen worden echter niet geaggregeerd naar de kostprijs van het hoofdartikel. De toeslagen van het magazijn in de stuklijst worden wel naar de kostprijs van het hoofdartikel geaggregeerd.

De inkoopprijs van een artikel wordt vastgesteld aan de hand van de prioriteit van de inkoopprijs, zoals gedefinieerd in de sessie Prijscalculatiecodes (ticpr1100m000). Bij de inkoopprijs kan het gaan om de gesimuleerde inkoopprijs, de huidige inkoopprijs, de gemiddelde inkoopprijs of de laatste inkoopprijs.

In de kostprijsberekening worden phantoms door LN als normale artikelen behandeld.

Alle hoeveelheden en aantallen worden opnieuw berekend naar één eindproduct door de hoeveelheden en aantallen te delen door het aantal eindproducten dat is vastgesteld in stap 1.

Stap 5. Naar vorige bewerkingen zoeken

In vorige stappen van deze procedure voor kostprijsberekening, worden de kosten voor de laatste bewerking in de routing berekend. Als er een andere, vorige bewerking wordt gevonden, wordt de kostprijsberekening herhaald vanaf stap 3. Is dat niet het geval, dan gaat het proces door met stap 6.

In de (standaard)kostprijsberekening negeert LN de netwerkrouting die is vastgelegd door het gebruik van phantoms. LN neemt de kosten voor de routing van phantoms mee in de materiaalkosten van het phantom-artikel.

Stap 6. Materiaalkosten berekenen voor niet-gekoppelde materialen

Als er geen bewerkingen voor een artikel bestaan, is er geen sprake van bewerkingskosten. Daarom zijn de vorige stappen niet van toepassing. Aangezien voor de productie van het artikel materiaal nodig is, berekent LN bij deze stap de kosten van deze zogenaamde niet-gekoppelde materialen. De berekening voor niet-gekoppelde materialen is gelijk aan de berekening die bij stap 4 wordt beschreven.

Merk wel op dat indien bewerkingen aanwezig zijn en het veld Bewerking in de detailsessie Stuklijst (tibom1110m000) of in de sessie Stuklijstregel - materiaal/routing-relaties (tibom0140m000) op nul staat voor (een aantal van) de materialen, dan gaat LN ervan uit dat die materialen nodig zijn voor de eerste bewerking van de routing.

Stap 7. Toeslagen berekenen

De laatste stap in de procedure voor de kostprijsberekening is het berekenen van de toeslagen. Bij de berekening van de standaardkostprijs wordt onderscheid gemaakt tussen verschillende soorten toeslagen, bijvoorbeeld toeslagen voor artikelen, voor artikelgroepen, voor artikel/magazijncombinaties en voor algemene magazijnen. Verder kunt u onderscheid maken tussen toeslagen die van kracht zijn bij de ontvangst van het artikel in het magazijn of bij afgifte door het magazijn. Toeslagen worden gedefinieerd in de sessie Artikeltoeslagen (ticpr1110m000). Toeslagen worden in een bepaalde volgorde berekend. Deze volgorde is van belang omdat toeslagen bovenop andere toeslagen kunnen worden berekend. In de standaardkostprijsberekening worden toeslagen in onderstaande volgorde berekend:

  • Artikeltoeslagen (ontvangsten)
  • Artikelgroeptoeslagen (ontvangsten)
  • Artikel/magazijntoeslagen (ontvangsten)
  • Artikelgroep/magazijntoeslagen (ontvangsten)
  • Algemene magazijntoeslagen (ontvangsten)
  • Artikeltoeslagen (afgiften)
  • Artikelgroeptoeslagen (afgiften)
  • Artikel/magazijntoeslagen (afgiften)
  • Artikelgroep/magazijntoeslagen (afgiften)
  • Algemene magazijntoeslagen (afgiften)

Let op:

  • Het algemene magazijn is het magazijn dat u voor het artikel hebt gedefinieerd in de sessie Artikelen - bestelgegevens (tcibd2500m000). U kunt toeslagen voor het algemene magazijn definiëren in de sessie Artikeltoeslagen (ticpr1110m000). Hiervoor laat u het veld Artikel en het veld Artikelgroep leeg en selecteert u het algemene magazijn waarvoor u de toeslag wilt definiëren.
  • De artikel/magazijntoeslagen worden alleen voor kostprijsberekening meegenomen als het magazijn gelijk is aan het algemene magazijn dat is gedefinieerd in de sessie Artikelen - bestelgegevens (tcibd2500m000).

In de standaardkostprijsberekening worden artikel- en magazijntoeslagen wel meegenomen, ongeacht het moment waarop ontvangst of afgifte plaatsvindt. Als er meerdere toeslagen van dezelfde soort zijn vastgelegd, worden deze op basis van het volgnummer verwerkt. Het laagste nummer wordt het eerst verwerkt.

Stap 8. Geaggregeerde of gedetailleerde kostprijs

In LN kunt u vastleggen hoe de kostprijs moet worden uitgesplitst: geaggregeerd op de kostencomponenten die zijn gedefinieerd in de sessie Artikelen - kosten (ticpr0107m000), of meer of minder gedetailleerd. Als u de kosten gedetailleerd wilt uitsplitsen, moet u een schema met een bijbehorende gedetailleerde kostencomponentstructuur invoeren in de sessie Artikelen - kosten (ticpr0107m000). Voor meer informatie, zie Kostencomponenten in Productie.

ACTUALISEREN

U kunt de berekende standaardkostprijs en de waarderingsprijs als volgt actualiseren:

  • Voor standaardartikelen in de sessies Kost- en waarderingsprijzen berekenen (ticpr2210m000) en Standaard kost- en waarderingsprijzen actualiseren (ticpr2220m000).
  • Voor klantspecifieke artikelen in de sessie Kostprijzen per project berekenen (tipcs3250m000).

Tijdens het actualiseren worden de kostencomponentstructuur (bestaande uit de geaggregeerde en gedetailleerde kostencomponenten), de kostprijs en de waarderingsprijs van kracht. Dit betekent dus dat de structuur en de prijzen van een artikel voor een bepaalde datum worden vastgelegd. Na het actualiseren kunt u de geldende kostencomponentstructuur opvragen, bijvoorbeeld in de sessie Actuele kostencomp.structuur per assemblagelijn en artikel (ticpr3162m000).

Als de kostencomponentstructuur van een artikel of de waarderingsprijs of kostprijs van een VVP-artikel is gewijzigd, past Magazijnbeheer de voorraadwaarde van een magazijn aan. Hierbij wordt de actuele orderprijs in de voorraadwaarde van de artikelen verwerkt. De correctiewaarde wordt geboekt naar Fin. administratie en opgeslagen onder de code van een herwaarderingsorder. De code van de herwaarderingsorder wordt automatisch gegenereerd en kan worden opgevraagd in de sessie Artikel - standaard kostengegevens (ticpr3501m000). U kunt gebruikmaken van de herwaarderingscode in Magazijnbeheer om wijzigingen in de waarderingen te kunnen volgen.

NB

U kunt geen kostprijzen van een project van de soort Begroting actualiseren.