Proces-triggers definiëren (tiasl8100m000)

Deze sessie kunt u gebruiken om de processen te definiëren die op een bepaald lijnstation plaatsvinden, of om de sessie te definiëren die door deze event wordt getriggerd.

Gerelateerde onderwerpen

 

Proces
In Assemblagebeheer kunt u vier events als triggers gebruiken.

Deze events zijn:

  • Lijnstationorders gereedmelden
  • Lijnstationorders offsetten
  • Assemblageorder starten
  • Lijnstationorders bevriezen
Trigger-station
Het lijnstation waarop de event plaatsvindt waardoor de sessie wordt getriggerd. U kunt bijvoorbeeld opgeven dat de sessie moet worden uitgevoerd op een hoofdassemblagelijn wanneer de order is gereedgemeld op een aanvoerassemblagelijn.

U legt de trigger vast op het veld Proces.

Station
Het lijnstation waarvoor het getriggerde proces moet worden uitgevoerd, zoals het afdrukken van de werkinstructies op dat lijnstation. Dit kan het lijnstation zijn dat het proces triggert, of een ander lijnstation.
Assemblagekit
De assemblagekit waarvoor het getriggerde proces wordt uitgevoerd. De soort van deze kit moet Product zijn. De kit is alleen van toepassing in combinatie met Formeel werkstroommodel Productiemagazijnen aanvullen (tiasc8210m000).
Formeel werkstroommodel
Type verwerking
De procesnaam die in de software van het pakket Enterprise Modeler wordt gebruikt.

Op dit veld kunt u de volgende opties invoeren:

  • Formeel werkstroomproces. Deze optie is niet geïmplementeerd. Kies daarom de volgende optie.
  • Sessie. Een LN-sessie in de module Assemblagebeheer.
Apparaat
Als door het proces een overzicht wordt geproduceerd, is dit het apparaat waarop het overzicht wordt afgedrukt of weergegeven.
Soort lijnvolgorde
De geplande behoeftedatum en -tijd van de assemblagedelenbehoeften worden berekend op basis van de ingevoerde waarde op het veld Soort lijnvolgorde in de sessie Productiemagazijnen aanvullen (tiasc8210m000).

U kunt materialen inplannen op basis van de geplande volgorde van het lijnstation waarvoor de materialen zijn ingepland (afroep), maar dit is niet altijd een werkbare oplossing omdat de geplande volgorde mogelijk verschilt van de werkelijke volgorde. Als de geplande en de werkelijke volgorde verschillen, kunt u een bericht verzenden op basis van de werkelijke volgorde op het trigger-station. Dit is het lijnstation waarop de triggers zijn geactiveerd. In dat geval worden uitsluitend materialen ingepland voor de assemblageorders die het triggerpunt al zijn gepasseerd. LN berekent de aankomsttijden van de materialen op basis van:

  • Het aantal lijnstations tussen het aanvoerlijnstation en het trigger-station.
  • De cyclustijd. Het is ook mogelijk om triggers in te stellen op basis van de geplande volgorde van het aanvoerstation. In dat geval houdt LN rekening met lijnbufferafwijkingen waarvoor een veiligheidsdoorlooptijd kan worden vastgelegd, en de ingeplande vertraging.

NB De geplande behoeftedatum van artikelen die ordergestuurd/batch worden besteld, is altijd gebaseerd op de geplande starttijden van de assemblageorders. Daarom kan de berekening van de geplande behoeftedatum op basis van de werkelijke volgorde alleen worden gebruikt door ordergestuurde/batch-artikelen.

Dit veld kan de waarden Gepland en Werkelijk hebben.

Als de assemblageorder op een Trigger-station niet is gereedgemeld of afgesloten, kan het veld Soort lijnvolgorde alleen worden ingesteld op Gepland, omdat er voor de order op dit lijnstation geen werkelijke tijden beschikbaar zijn.

U kunt de Soort lijnvolgorde instellen op Gepland of Werkelijk, als de assemblageorder op het Trigger-station is gereedgemeld of afgesloten. In dat geval zijn er namelijk voor de order op dit lijnstation werkelijke tijden beschikbaar. Als u Gepland selecteert, worden de assemblagedelen besteld in een aanvoerlijnvolgorde die is gebaseerd op de geplande starttijd van de lijnstationorder. Als u Werkelijk selecteert, worden de assemblagedelen besteld in een volgorde die is gebaseerd op de werkelijke volgorde.

U kunt doorgaan met de volgende assemblageorder in de lijnvolgorde als wordt voldaan aan de volgende condities:

  • De assemblagedelen zijn ordergestuurde/SILS-assemblagedelen.
  • De leveringsberichten voor de assemblageorder voor het triggeren van de aanvoer zijn gegenereerd. Bij de volgende orders in de volgorde wordt uitgegaan van de seriegrootte die voor de kit is gedefinieerd in de sessie Artikelen - magazijnbeheer (whwmd4500m000) in Magazijnbeheer.

Als het aanvulproces is uitgevoerd, worden ordergestuurde SILS/batch-berichten gegenereerd. Deze berichten worden niet automatisch verzonden naar Magazijnbeheer en Inkoop. Als u deze berichten wilt verzenden, moet u de sessie Berichten overzetting toelevering assemblagedelen (tiasc8220m000) uitvoeren die meestal wordt uitgevoerd als een ingeplande job.

Het overboekingsordernummer wordt alleen ingevuld als de ordergestuurde SILS/batch-berichten worden verzonden naar Magazijnbeheer en Inkoop met de sessie Berichten overzetting toelevering assemblagedelen (tiasc8220m000). Het overboekingsordernummer wordt ingevuld in de sessies Lijnstation - levering assemblagedelen (batch) (tiasc8510m000) en Overzetting toelevering assemblagedelen (SILS) (tiasc8520m000).