Voorbeelden van renteberekening voor achterstallige facturen Voorbeeld 1: onbetaalde factuur U verzendt op 1 februari een verkoopfactuur voor een bedrag van EUR 612,15 naar een debiteur. De vervaldatum van de factuur is 16 februari. Op 1 maart heb u nog geen betaling van deze debiteur ontvangen. U verzendt een rentefactuur naar deze debiteur. Er liggen dertien dagen tussen de vervaldatum van de factuur en de datum van de rentefactuur. Het rentepercentage bedraagt daarom 10% over een periode van dertien dagen. De formule is: openstaand factuurbedrag * werkelijk rentepercentage op rentefactuurdatum / aantal dagen in jaar * (rentefactuurdatum - vervaldatum of datum van eerdere renteberekening) Het resultaat luidt: EUR 612,15 * ((10%) / (365 dagen) * 13 dagen) = EUR 2,18 Voorbeeld 2: meer dan één rentefactuur per verkoopfactuur U verzendt op 1 februari een verkoopfactuur voor een bedrag van EUR 612,15 naar een debiteur. De vervaldatum van de factuur is 16 februari. Op 1 maart heb u nog geen betaling van deze debiteur ontvangen. U verzendt een rentefactuur naar deze debiteur. Er liggen dertien dagen tussen de vervaldatum van de factuur en de datum van de rentefactuur. Het rentepercentage bedraagt daarom 10% over een periode van dertien dagen. Op 15 maart verzendt u een tweede rentefactuur. De eerste rentefactuur hebt u op 1 maart verzonden. Er moet daarom rente over een periode van veertien dagen worden berekend. Omdat de vervaldatum al 27 dagen is verstreken, bedraagt het rentepercentage inmiddels 20%. De formule komt overeen met de formule uit Voorbeeld 1: openstaand factuurbedrag * werkelijk rentepercentage op rentefactuurdatum / aantal dagen in jaar * (rentefactuurdatum - vervaldatum of datum van eerdere renteberekening) Het resultaat luidt: EUR 612,15 * ((20%) / (365 dagen) * 14 dagen) = EUR 4,70 Voorbeeld 3: gedeeltelijk betaalde factuur U verzendt op 1 februari een verkoopfactuur voor een bedrag van EUR 612,15 naar een debiteur. De vervaldatum van de factuur is 16 februari. Op 20 februari heeft de debiteur EUR 584,65 betaald, exclusief de kredietbeperking van EUR 27,50. U verzendt op 1 maart een rentefactuur naar de debiteur. De betaling is immers vier dagen na de vervaldatum gedaan. U brengt daarom 2% rente in rekening. Er liggen dertien dagen tussen de vervaldatum van de factuur en de datum van de rentefactuur. Dit betekent dat het rentepercentage voor het resterende bedrag 10% voor een periode van dertien dagen bedraagt. De formule voor het openstaande bedrag is: betaald factuurbedrag * werkelijk rentepercentage op betaaldatum / aantal dagen in jaar * (ontvangstdatum - vervaldatum of datum van eerdere renteberekening) De rentefactuur voor het betaalde bedrag wordt dan: EUR 584,65 * ((2%) / (365 dagen) * 4 dagen) = EUR 0,13 De formule voor het openstaande bedrag is: openstaand factuurbedrag * werkelijk rentepercentage op rentefactuurdatum / aantal dagen in jaar * (rentefactuurdatum - vervaldatum of datum van eerdere renteberekening) De rentefactuur voor het onbetaalde bedrag wordt dan: EUR 27,50 * ((10%) / (365 dagen) * 13 dagen) = EUR 0,10 Voorbeeld 4: betalingsschema's U verzendt op 1 februari een verkoopfactuur van EUR 612,15 naar een debiteur. Aan het betalingsschema zijn twee vervaldatums gekoppeld. De eerste 70% van het bedrag (EUR 428,50) moet na uiterlijk 10 dagen zijn betaald. De resterende 30% (EUR 183,65) moet na uiterlijk 30 dagen zijn betaald. Op 1 maart hebt u nog geen betaling van deze debiteur ontvangen. U verzendt een rentefactuur naar deze debiteur. De eerste rentefactuur verzendt u op 28 februari. Hierbij gebruikt u de progressieve rentepercentages uit de vorige voorbeelden. Omdat de vervaldatum voor de laatste 30% op 2 maart valt, heeft de rentefactuur betrekking op slechts 70% van het factuurbedrag. Het bedrag van de rentefactuur voor het onbetaalde gedeelte is: EUR 428,65 * ((20%) / (365 dagen) * 17 dagen) = EUR 3,99 Op 12 maart verzendt u een tweede rentefactuur. Nu wordt de resterende 30% van het factuurbedrag wel meegenomen. De betaling van dit gedeelte is echter slechts tien dagen te laat. Daarom geldt voor dit bedrag een rentepercentage van 10%. De periode voor dit bedrag wordt berekend vanaf de vervaldatum, te weten 2 maart. Voor de eerste 70% van het factuurbedrag geldt een rentepercentage van 20%. Deze periode wordt berekend vanaf de datum van de eerste rentefactuur (28 februari). Het bedrag van de rentefactuur wordt dus in twee stappen berekend:
Het totale bedrag van de rentefactuur wordt: € 2.82 + € 0.50 = € 3.32 Voorbeeld 5: creditnota's
Totale rente: EUR 559. Verklaring:
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||