Als dit veld leeg is, is de uitzondering gekoppeld aan één effectivity unit.
Uitzonderingen (tcuef0105m000)Deze sessie kunt u gebruiken om aan te geven of een specifiek object, zoals een stuklijstregel of een routing, wel of niet gebruikt moet worden voor de productie van een specifiek artikel. U moet deze sessie starten vanuit een object zoals een stuklijstregel, een routingbewerking of een inkooprelatie dat wordt gebruikt voor de productie van het artikel. Selecteer het object, bijvoorbeeld de stuklijstregel, en start de sessie Uitzonderingen (tcuef0105m000) via het menu Beeld, Referentie en/of Acties. Wanneer de sessie is gestart, moet u een effectivity unit of een behoefte definiëren voor de uitzondering. Hierna moet u bepalen wanneer het object wordt gebruikt. Dit wordt bepaald met de instelling van de selectievakjes Geldig en Standaardconfiguratie:
NB Het is niet logisch om de selectievakjes Geldig en Standaardconfiguratie tegelijk uit of in te schakelen. De volgende tabel toont de objecten waarvoor uitzonderingen kunnen worden gedefinieerd en de bijbehorende sessie van waaruit de sessie Uitzonderingen (tcuef0105m000) wordt gestart:
Requirement De bedrijfsreden die u definieert om de uitzonderingen te omschrijven die in unit-effectivity worden gebruikt. Een requirement kan bijvoorbeeld zijn een specifieke markt, model of klant. Als dit veld leeg is, is de uitzondering gekoppeld aan één effectivity unit. Effectivity unit De effectivity unit waarop de uitzondering van toepassing is. Als dit veld leeg is, is de uitzondering gekoppeld aan een behoefte. Object Het object waaraan de uitzondering gekoppeld is. Het object kan verwijzen naar:
Geldig Indien dit selectievakje is ingeschakeld, is het object (bijvoorbeeld de stuklijstregel) waaraan de uitzondering is gekoppeld, geldig voor de effectivity unit.
| |||||||||||||||||||