Gebruikersspecifieke constraints in unit-effectivity definiërenIn de sessie Requirements (tcuef0106m000) kunt u de velden Categorie en Exclusief gebruiken om constraints op te geven die van toepassing zijn op requirements. Voorbeeld Er zijn drie requirements aanwezig, UITGEBREID, NORMAAL en BEPERKT, waarmee drie verschillende modellen worden aangeduid. Indien u dezelfde categorieën en exclusieve indicatoren definieert voor die requirements, geeft u op dat slechts één van deze requirements kan worden geselecteerd voor een specifieke effectivity unit. Meerdere constraints definiëren De combinatie van categorie en exclusieve indicator voor een effectivity unit geeft slechts één constraint aan. Sommige klanten willen meer dan één (klantspecifieke) constraint definiëren. Klanten kunnen daarom hun eigen constraints en acties programmeren in een set van voorgedefinieerde, lege functies, die worden aangeroepen door de tcuef007 DAL. De lege functies bevinden zich in tcuef.dll8007. De volgende functies zijn aanwezig:
Om de dll aan te passen, moet u de dll naar een andere VRC kopiëren, waarna u de wijzigingen kunt maken in de kopie-VRC. De reden hiervoor is dat tijdens ontwikkeling in LN nieuwe functies kunnen worden toegevoegd aan de dll door LN-ontwikkelaars of LN-support. Hierdoor kunnen aanpassingen in de oorspronkelijke dll worden overschreven. Indien u de dll naar een nieuwe VRC kopieert, kunt u de LN-logica uitbreiden zonder dat de broncode van het standaard LN-programma hoeft te worden aangepast. Voorbeelden van potentieel gebruik
| |||