Testgegevens inspectieorders (qmptc1115m000)Deze sessie kunt u gebruiken om de werkelijke testgegevens in te voeren na het meten van een monster De testgegevens worden gebruik voor het goedkeuren of afkeuren van een hoeveelheid op basis van de steekproefresultaten. Elk monster wordt geclassificeerd als OK of Niet OK. Als er tekeningen aanwezig zijn, kunt u de Tekening-knoppen gebruiken voor het opvragen van het volgende:
Gebruik de knop "Algoritme evalueren" voor het berekenen van de waarde van het algoritme-kenmerk op basis van de gegevens van andere kenmerken. De berekende resultaten kunt u niet wijzigen. Deze optie kunt u alleen toepassen voor orders met de status Actief.
Inspectieorder De code van de inspectieorder. Steekproef Een kleine hoeveelheid die genomen is van de totale (order) hoeveelheid en die de kwaliteit van de orderhoeveelheid aangeeft. Aspect Een onderdeel van een artikel. Bijvoorbeeld, een bout kan de aspecten kop en schroefdraad hebben. Een aspect kan één of meer kenmerken hebben. Een kop kan bijvoorbeeld een diameter en een lengte hebben en de schroefdraad een diameter en een kleur. Inspectieorderregel De positie in de stuklijst waarvoor een bepaalde kwaliteitsinspectie moet plaatsvinden. Kenmerk Een verwijzing naar een bijzondere kwaliteit of een onderscheidingsteken van een artikel of een onderdeel/component van een artikel. Bijvoorbeeld: diameter, lengte, gewicht. Soort kenmerk De soort waarde die wordt gemeten. Deelsteekproef Een identificatienummer dat door LN wordt gegenereerd om onderscheid te kunnen maken tussen de verschillende metingen voor één steekproefhoeveelheid. Het aantal metingen is gebaseerd op de test hoeveelheid. Voorbeeld
Uitleg: u moet 5 steekproeven van elk 20 stuks nemen om een steekproefhoeveelheid van 100 stuks (100/20=5) te verkrijgen. Er worden dus 5 testregels gegenereerd, die elk een uniek volgnummer krijgen. NB Het totale aantal serienummers mag niet groter zijn dan de waarde die het resultaat is van de deling van de steekproefhoeveelheid door de testhoeveelheid. Serienummer De unieke identificatie van een enkel fysiek artikel. LN gebruikt een masker om het serienummer te genereren. Het serienummer kan bestaan uit meerdere gegevenssegmenten die bijvoorbeeld een datum, het model, informatie over kleuren en het volgnummer weergeven. Serienummers kunnen worden gegenereerd voor artikelen en gereedschappen. Partij De unieke code van de partij. Testtijd De datum waarop de test plaatsvindt. De default datum is de huidige datum. Testeenheid Eenheid die van toepassing is op de test. Bijvoorbeeld meter, liter of kilogram. NB De kenmerkeenheid is de default waarde. De testeenheid en de kenmerkeenheid moeten dezelfde grootheid hebben. Meetwaarde Het resultaat van de test. Toets een numerieke waarde in als u Kwantitatief hebt geselecteerd op het veld Soort resultaat en als het veld Soort kenmerk niet op Optie staat. Als een algoritme is ingevoerd voor de inspectieorderregel, wordt met dat algoritme een numerieke waarde berekend. NB U kunt het testresultaat niet wijzigen. Optieset Een verzameling van mogelijke waarden van een kenmerk. U kunt voor elke waarde (optie) aangeven of deze acceptabel is of niet. De opties blauw en rood vormen samen een optieset. Voorbeeld
NB U kunt een optieset intoetsen als het veld Soort kenmerk op Optie staat. Optie De optie die is gevonden. NB De optie is Acceptabel of Niet acceptabel, afhankelijk van de waarde die u heeft ingevoerd op het veld Soort optie in de sessie Opties (qmptc0114m000). Resultaat Het resultaat van de inspectie. NB De waarde van dit veld wordt automatisch door LN gegenereerd, afhankelijk van de kwaliteitsgrenzen die u hebt vastgelegd in de sessie(s) Kenmerken standaard testprocedures (qmptc0115m000) en/of Opties (qmptc0114m000). Testlocatie De fysieke locatie waar testen plaatsvinden. Medewerker De medewerker die de test voor dit kenmerk heeft uitgevoerd. Instrument Het default instrument voor het meten van het kenmerk. Eindresultaat Het totale resultaat van de inspectie, per order, steekproef of serienummer. NB De waarde van dit veld wordt automatisch door LN gegenereerd, afhankelijk van de kwaliteitsgrenzen die u hebt vastgelegd in de sessie(s) Kenmerken standaard testprocedures (qmptc0115m000) en/of Opties (qmptc0114m000). Artikel In LN zijn dit de grondstoffen, halffabrikaten, eindproducten en gereedschappen welke kunnen worden ingekocht, opgeslagen, geproduceerd, verkocht, enz. Een artikel kan ook voor een set artikelen staan die als één geheel (kit) verwerkt worden, of aanwezig zijn in meerdere productvarianten. U kunt ook niet-fysieke artikelen definiëren. Dit zijn artikelen die niet aanwezig zijn in de voorraad, maar die gebruikt kunnen worden om kosten te boeken of om diensten te factureren aan klanten. Niet-fysieke artikelen zijn bijvoorbeeld:
Instrument Een gereedschap waarmee kwaliteitscontroles worden uitgevoerd om bepaalde kenmerken van een artikel te testen. Voorbeeld
Omschrijving De omschrijving of naam van de code. Instrumentnummer Het instrumentnummer waarmee het instrument kan worden getraceerd.
Algoritme evalueren Als u "Testgegevensregels aanmaken" selecteert, worden er voor algoritme-kenmerken geen testregels aangemaakt. Als u "Algoritme evalueren" selecteert, wordt de waarde van het algoritme-kenmerk berekend op basis van de gegevens van andere kenmerken. De berekende resultaten kunt u niet wijzigen. U kunt deze optie alleen toepassen voor orders met de status Actief. Artikeltekening Zijn er tekeningen aanwezig, dan kunt u deze knop gebruiken om te zien hoe het artikel eruit ziet. Regels testgegevens aanmaken Na het selecteren van Regels testgegevens aanmaken in het menu Applicatie, worden er testgegevens gegenereerd op basis van de testhoeveelheid (zie de sessie Steekproeven inspectieorder (qmptc1110m000)). Voorbeeld
Uitleg: u moet 5 steekproeven van elk 20 stuks nemen om een steekproefhoeveelheid van 100 stuks (100/20=5) te verkrijgen. Er worden dus 5 testregels gegenereerd.
| ||||||||||||||||||||||