AlgoritmenEen kwaliteitsinspectie is niet altijd beperkt tot het doen van metingen. Soms moeten er op basis van metingen complexe berekeningen worden uitgevoerd, waarbij productspecificaties wel of niet worden meegenomen. Vandaar dat algoritmen worden toegepast. Voorbeeld Door het suikergehalte van wijn te meten, kunt u het percentage alcohol bepalen. Algoritmes definiëren Stap 1. Definieer het algoritme in de sessie Algoritmen (qmptc0121m000). NB: Pas bij stap 4 kunt u op het veld Expressie een expressie invoeren. Stap 2. Definieer de variabelen van de expressie in de sessie Algoritme-variabelen (qmptc0123m000). Stap 3. Koppel de variabelen die u in het algoritme wilt gebruiken, aan de kenmerken of de combinaties van kenmerken en aspecten in de sessie Algoritmevariabelen (qmptc0122m000). De gebruikte kenmerken moeten van de soort Breuk of Geheel getal zijn, waarbij de methode Algoritme moet zijn (zie de sessie Kenmerken (qmptc0101m000)). Stap 4. Selecteer in de sessie Algoritmen (qmptc0121m000) het algoritme waaraan u de expressie wilt koppelen en voer die expressie (bestaande uit gekoppelde variabelen) in op het veld Expressie. In algoritmen kunt u gebruikmaken van standaard wiskundige expressies zoals logaritmen, sinus en cosinus. Voor meer informatie, zie Syntax voor expressies De uitkomst van de berekening van een algoritme wordt ingevoerd in de sessie Testgegevens inspectieorders (qmptc1115m000). Klik in het menu Specifiek op Algoritme evalueren om de algoritmeberekening uit te voeren.
| |||