Venstereigenschappen ladingen en zendingen

Het deelvenster Ladingen en zendingen bevindt zich rechtsonder in de sessie Grafisch planbord (fmlbd0215m000).

Weergegeven objecten

Het deelvenster Ladingen en zendingen toont de ladingen, zendingen en zendingsregels van het laadplan dat u markeert in het deelvenster Laadplan. Deze gegevens worden gepresenteerd in een boomstructuur. De boomstructuur heeft de volgende niveaus, waarvan niveau één het hoogste niveau is:

  1. Laadplan
  2. Lading
  3. Zending
  4. Zendingsregel
  5. Stuklijstregel
Ladingen

Voor ladingen wordt de volgende informatie weergegeven:

  • Identificatiecode
  • Status
  • Vervoerder/LDV
  • Beginadres
  • Eindadres
  • Geplande startdatum
  • Geplande einddatum
  • Verwachte transportkosten
Zendingen

Voor zendingen wordt de volgende informatie weergegeven:

  • Zending
  • Status
  • Laadadres
  • Geplande laaddatum
  • Losadres
  • Geplande losdatum
  • Verwachte transportkosten
Zendingsregels

Voor zendingsregels wordt de volgende informatie weergegeven:

  • Nummer zendingsregel
  • Status
  • Artikel
  • Transportorder
  • Transportorder Regel
  • Referentie
  • Verwachte transportkosten
Knoppen

Onderin het deelvenster Ladingen en zendingen bevinden zich diverse knoppen waarmee u ladingen, zendingen en zendingsregels kunt bewerken. Raadpleeg Laadplannen via grafisch planbord wijzigen (fmlbd0215m000) voor meer informatie.

Objectmanipulatie

In het deelvenster Ladingen en zendingen zijn de volgende opties voor objectmanipulatie beschikbaar:

Object toevoegen

Als u een transportorderregel aan een zending wilt toevoegen, sleept u de transportorderregel van het deelvenster Transportorders naar de relevante zending in het deelvenster Ladingen en zendingen. De transportorderregel wordt zo toegevoegd aan de zending.

Als u een lading aan een plan wilt toevoegen, markeert u het laadplan in het deelvenster Ladingen en zendingen en klikt u op Nieuwe lading toevoegen. Deze optie wordt geactiveerd zodra u het laadplan selecteert. Vervolgens wordt de sessie Ladingen (fmlbd4100m000) gestart. In deze sessie kunt u de ladinggegevens invoeren. Nadat u de gegevens in deze sessie hebt opgeslagen, verschijnt de nieuwe lading in het deelvenster Ladingen en zendingen.

Als u een zending aan een lading wilt toevoegen, markeert u de lading en klikt u op Nieuwe zending toevoegen. Deze optie wordt geactiveerd zodra u de lading markeert waaraan u een zending wilt toevoegen. Vervolgens wordt de sessie Zendingen (fmlbd3100m000) gestart. In deze sessie kunt u de gewenste zendingsgegevens invoeren. De ladinggegevens worden default overgenomen uit de gemarkeerde lading.

Als u een zendingsregel aan een zending wilt toevoegen, markeert u de zending en klikt u op Nieuwe zendingsregel toevoegen. Deze optie wordt geactiveerd zodra u de zending markeert waaraan u een zendingsregel wilt toevoegen. Vervolgens wordt de sessie Zendingsregels (fmlbd3150m000) gestart. In deze sessie kunt u de gewenste zendingsregelgegevens invoeren. De zendinggegevens worden default overgenomen uit de gemarkeerde zending.

Menuopties gebruiken om objecten toe te voegen

U kunt ook de opties uit het submenu Ladingen en zendingen van het menu Beeld, Referentie en/of Acties gebruiken om ladingen aan plannen, zendingen aan ladingen of zendingsregels aan zendingen toe te voegen.

Als u een lading aan een laadplan wilt toevoegen, markeert u het plan (in het deelvenster Ladingen en zendingen) en selecteert u de relevante optie in het submenu Ladingen en zendingen.

Als u een zending aan een lading wilt toevoegen, markeert u de lading en selecteert u de relevante optie in het submenu Ladingen en zendingen.

Als u een zendingsregel aan een zending wilt toevoegen, markeert u de zending en selecteert u de relevante optie in het submenu Ladingen en zendingen.

Object kopiëren

U kunt ladingen, zendingen en zendingsregels als volgt kopiëren:

  1. Markeer de lading, zending of zendingsregel.
  2. Klik de de rechtermuisknop.
  3. Klik in het snelmenu op Kopiëren.

Vervolgens wordt de relevante sessie gestart, waarin u de gekopieerde gegevens kunt aanpassen. Nadat u de gegevens in deze sessie hebt opgeslagen, verschijnt er een nieuw object in het deelvenster Ladingen en zendingen.

Om een object te kopiëren, kunt u het object ook markeren en in de werkbalk op de knop Kopiëren klikken.

Verplaatsen of knippen en plakken

Als u een zending van de ene lading naar de andere wilt verplaatsen, sleept u de zending naar de gewenste lading. Als u een zendingsregel van de ene zending naar de andere wilt verplaatsen, sleept u de zendingsregel naar de gewenste zending. U kunt zendingen of zendingsregels niet naar andere laadplannen verplaatsen.

Daarnaast kunt u een zending ook knippen en in een andere lading van hetzelfde plan plakken, of een zendingsregel knippen en in een andere zending van dezelfde lading plakken.

Verplaatsen voor verwijderen uit laadplan

Als u een lading, zending of zendingsregel uit een laadplan wilt verwijderen, sleept u het object dat u wilt verwijderen naar het deelvenster Transportorders. Hierdoor worden de onderliggende objecten (zendingsregels voor zendingen of zendingen voor ladingen) eveneens verwijderd en zijn de transportorders of transportorderregels waarop het object was gebaseerd, beschikbaar om opnieuw te gepland te worden.

NB

Een stuktlijstregel bevat de componenten van een zendingsregel. U kunt een stukregel niet onafhankelijk van de bijbehorende zendingsregel verplaatsen.

Objecten verwijderen

Als u ladingen, zendingen of zendingsregels wilt verwijderen, markeert u het te verwijderen object en klikt u op [...].

NB

Default zijn 'drag-and-drop' acties onomkeerbaar nadat u op Ja hebt geklikt in het dialoogvenster dat verschijnt nadat u een object ergens naar toe sleept. Indien u de weergave van bevestigingsmeldingen uitschakelt, zijn 'drag-and-drop' acties direct definitief, zonder dat er een bevestigingsmelding verschijnt. U kunt de instellingen voor bevestigingsmeldingen aanpassen door Opties te selecteren in het menu Tools.

Soms kunt u transportorderregels, zendingsregels of zendingen niet verplaatsen omdat de gegevens van deze objecten niet overeenkomen met de gegevens van de objecten waarnaar u ze wilt verplaatsen. In dergelijke gevallen verschijnen er foutmeldingen met informatie over de oorzaak van het probleem.