| Geplande ordersIndien u een van de sorteeropties van het menu Beeld selecteert, kan LN de orders weergeven per ordersoort, artikel, behoeftedatum, planner of inkoper. Dubbelklik op een geplande order om de sessie Geplande order (cprrp1600m000) te starten. In deze sessie kunt u de orderregels van geplande orders opvragen en wijzigen. NB In de praktijk hebben de meeste geplande orders slechts één orderregel. Geplande orders waarvoor u meerdere effectivity units hebt vastgelegd, hebben meerdere orderregels. Selecteer een geplande order en klik op Gegevens in het menu Beeld, Referentie en/of Acties om de detailsessie Geplande orders (cprrp1100m000) te stasrten. In deze sessie kunt u de ordergegevens opvragen en muteren. Selecteer de optie Orderplanning genereren (artikel) om naar de sessie Orderplanning genereren (artikel) (cprrp1220m000) te zoomen. Selecteer een geplande order en kies Analyse doorlooptijden in het menu Beeld, Referentie en/of Acties om naar de sessie Analyse doorlooptijden (cprrp1150m000) te zoomen. Hierin kunt u zien uit welke componenten de orderlooptijd bestaat. Tevens kunt u een van de andere opties van het menu Beeld, Referentie en/of Acties selecteren om ordergerelateerde gegevens op te vragen over de vraag, levering, voorraad, capaciteit en/of materiaalbehoefte. NB Als LN leveringen genereert voor de artikelen van inkoopafroepschema's, worden de daaruit volgende inkoopvolumes niet omgezet in geplande inkooporders, maar rechtstreeks overgezet naar de module Inkoop in Orderbeheer Simulatie De aanduiding voor een totale planningsoplossing. Elke simulatie vertegenwoordigt een totale planningsoplossing met bepaalde instellingen voor de planning van artikelen en resources. Met behulp van simulaties kunt u verschillende planning-opties analyseren en met elkaar vergelijken om zo tot de beste planningsoplossing te kunnen komen. U kunt bijvoorbeeld verschillende vraagprognosen of sourcingstrategieën invoeren. Een van de simulaties is de actuele simulatie die correspondeert met de actuele planningssituatie. U kunt alleen geplande orders en productieplannen van de actuele simulatie naar het uitvoeringsniveau van LN overzetten. Als de planstatus van de simulatie Afgesloten is, kunt u de aan deze simulatie gerelateerde gegevens niet meer wijzigen. Actuele simulatie Dit alleen-lezen veld geeft aan of de geselecteerde simulatie de actuele simulatie is. Ordersoort Selecteer de ordersoort waarvoor LN de geplande orders voor de opgegeven simulatie moet weergeven. Orderinformatie Planningsmethode De methode waarop de geplande start- en/of einddatum wordt bepaald. Indien een geplande order is gegenereerd tijdens een ordersimulatie, kan dit veld de volgende waarden hebben: Achteruit De berekende startdatum is gebaseerd op: - Een gegeven einddatum
- Een doorlooptijd die van de routing is afgeleid
Achteruit, Doorlooptijd De berekende startdatum is gebaseerd op: - Een gegeven einddatum
- Een vaste doorlooptijd
Handmatig geplande orders Als u een order handmatig (her)plant, kunt u kiezen uit de volgende waarden: - Achteruit, Doorlooptijd
- Vooruit, Doorlooptijd
Vooruit LN berekent de einddatum op basis van: Vooruit, Doorlooptijd LN berekent de startdatum op basis van: Artikelrouting Om de waarde van dit veld gelijk te stellen aan de default routing van het artikel, klikt u op Default. De default routing van een artikel wordt vastgelegd in de sessie Artikel - routings (tirou1101m000). De default routing wordt ook bepaald door de waarde van het veld Orderhoeveelheid. Orderstatus De status die is toegekend aan een geplande order in Enterprise Planning. De orderstatus kan de volgende waarden hebben: - Gepland
- Firm-planned
- Gefiatteerd
Ordervrijgave Hiermee stelt u in of deze geplande order naar het uitvoeringsniveau kan worden geactualiseerd. Vrij te geven De order kan naar het uitvoeringsniveau worden overgezet. Niet vrij te geven De order kan nog niet naar het uitvoeringsniveau worden overgezet. Deze waarde kan alleen voorkomen als de aanvulmethode verschilt van de planningsmethode.
Planner De medewerker die of het bedrijfsonderdeel dat verantwoordelijk is voor de planning van de productie, inkoop en distributie van artikelen. De planner houdt rekening met de voorraadniveaus, beschikbaarheid van materialen en capaciteit van resources en reageert op signalen, zoals berichten over een gewijzigde planning die door LN worden gegenereerd. De medewerker die de order heeft gepland. Productieplanner Persoon die verantwoordelijk is voor het afdrukken, (opnieuw) inplannen en vrijgeven van productieorders en het verdelen van taken. De medewerker die verantwoordelijk is voor het artikel in Productiebeheer (SFC). De productieplanner is ook een selectiecriterium dat bepaalt welke orders deel uitmaken van een ordergroep in de sessie Ordergroep voor geplande orders aanmaken (cppat3250m000) en welke orders worden geactualiseerd met de sessie Orderplanning overdragen (cppat1210m000). Inkoper De medewerker van uw bedrijf die de contactpersoon is voor een kopen-van relatie. Een inkoper wordt ook wel een inkoopagent genoemd. Routinggroep Routinggroepen worden gebruikt in de module Productiebeheer (SFC) van Productie om de werklast te beheersen. Bestemmingsmagazijn Het magazijn waar de goederen naar verwachting worden ontvangen. Default waarde De waarde van het veld Default magazijn in de sessie Artikelen - planning (cprpd1100m000). Indien u de geplande order actualiseert, wordt deze informatie doorgegeven aan de modules Productiebeheer (SFC) en Inkoop. Mutatiedatum De datum waarop de geplande order is aangemaakt of gewijzigd. Geplande startdatum De datum waarop de order volgens de planning van start moet gaan. NB De geplande startdatum is gelijk aan de startdatum van de vroegste orderregel. Geplande einddatum De datum waarop de order volgens de planning gereed moet zijn. NB De einddatum van de geplande order is gelijk aan de einddatum van de laatste orderregel. Behoeftedatum De datum waarvoor LN een materiaalbehoefte heeft gesignaleerd. Als de geprojecteerde voorraad op die datum kleiner is dan de benodigde hoeveelheid, genereert het planningsalgoritme een geplande order of een uitzonderingsboodschap voor bespoediging. De geplande behoeftedatum van een handmatig ingevoerde geplande order is gelijk aan de einddatum van die geplande order. Orderhoeveelheid Het totale hoeveelheid van de orderregels van de geplande order. Transportorder Een opdracht voor het transport van een bepaald aantal goederen. Een transportorder bevat een orderkop en een of meer orderregels. Een transportorderkop bevat algemene informatie, zoals de leverdatum en de naam en het adres van de klant waarvoor de goederen op de transportorder zijn bestemd. Een transportorderregel bevat het te transporteren artikel alsmede gegevens over het artikel, zoals de hoeveelheid en de dimensies. Tekst geplande order Indien dit selectievakje is ingeschakeld, is een tekst aanwezig voor de geplande order. Inkoop/toelevering Kopen-van relatie De relatie waarbij u goederen of diensten bestelt. Meestal is dit een verkoopafdeling bij de leverancier. De definitie omvat de default prijs- en kortingsovereenkomsten, defaults voor inkooporders, leveringsvoorwaarden en de gerelateerde verzenden-van en factureren-door relatie. De leverancier die is toegekend aan de geplande inkooporder. Toeleverancier (verz. van) De relatie die de bestelde goederen verzendt naar uw organisatie. Dit is meestal een distributiecentrum of magazijn van de leverancier. De definitie omvat het default magazijn waar u de goederen wilt ontvangen, of u de goederen wilt inspecteren, de vervoerder die zorgt voor het transporteren en de gerelateerde kopen-van relatie. Inkoopprijs - artikel Als het artikel een inkoopartikel is, toont dit veld de inkoopprijs zoals die is vastgelegd in de sessie Artikelen - inkoop (tdipu0101m000). Vervoerder Een organisatie die transportdiensten aanbiedt. U kunt een default vervoerder koppelen aan zowel verzenden-aan relaties als aan verzenden-van relaties. Bovendien kunt u verkooporders en inkooporders afdrukken op een verzendlijst, gesorteerd op vervoerder. Voor bestellen en factureren moet u een vervoerder definiëren als relatie. Toeleveringsbedrijf Het bedrijf van waaruit een planartikel wordt geleverd via de multi-site distributiestructuur. Toeleveringsmagazijn Het magazijn van waaruit het kritische artikel wordt toegeleverd. Pegging-informatie Ordersoort De ordersoort die aangeeft wat de herkomst is van de vraag waaraan wordt voldaan middels deze geplande order. Geplande order De order die geresulteerd heeft een vraag waaraan wordt voldaan middels deze geplande order. Positie Het positienummer van de orderregel die geresulteerd heeft in een vraag waaraan wordt voldaan middels deze geplande order. Volgnr. Het volgnummer van de orderregel die geresulteerd heeft in een vraag waaraan wordt voldaan middels deze geplande order. Bewerking De bewerking waarvoor het artikel van deze geplande order als component nodig is. Locatie Het ontvangende bedrijf dat de vraag heeft gegenereerd waaraan wordt voldaan middels deze geplande order. Specificatie Specificatie Indien dit selectievakje is ingeschakeld, is een specificatie aanwezig. Om de specificatie op te vragen, klikt u in het menu Beeld, Referentie en/of Acties op Specificatie. Niet-gereserveerde voorraad gebruiken Indien dit selectievakje is ingeschakeld, kan Enterprise Planning niet-gereserveerde voorraad gebruiken om aan de vraag te voldoen. Enterprise Planning gebruikt eerst gereserveerde voorraad. Als de gereserveerde voorraad niet toereikend is, gebruikt Enterprise Planning ook niet-gereserveerde voorraad. Indien dit selectievakje is uitgeschakeld, kan Enterprise Planning alleen gereserveerde voorraad gebruiken om aan de vraag te voldoen. Vast gekoppeld aan Relatie LN gebruikt dit kenmerk om de vraag en de leveringen op elkaar af te stemmen. Type business-object De soort order waarvoor de geplande order hard-pegged was, zoals Verkooporder of Serviceorder. NB De volgende velden worden altijd in combinatie gebruikt en geven samen de relevante order of orderregel aan: - Type business-object
- Business-object
- Business-object referentie
Business-object LN gebruikt dit kenmerk om de vraag en de leveringen op elkaar af te stemmen. NB De volgende velden worden altijd in combinatie gebruikt en geven samen de relevante order of orderregel aan: - Type business-object
- Business-object
- Business-object referentie
Referentie LN gebruikt dit kenmerk om de vraag en de leveringen op elkaar af te stemmen. LN kan dit veld op twee manieren gebruiken: - Als het veld Relatie is ingevuld, wordt in LN het veld Referentie gebruikt om een referentiecode vast te leggen die door een klant is gedefinieerd.
- Als het veld Relatie leeg is, wordt in LN het veld Referentie gebruikt om een interne referentiecode vast te leggen.
Aan de hand van een referentiecode kunt u een verzameling componenten die bij elkaar horen aan elkaar koppelen, zelfs als ze niet allemaal dezelfde route volgen, wat bijvoorbeeld het geval is als sommige componenten worden getransporteerd naar een toeleverancier en later worden geretourneerd. | |