| Geplande order - voorraadverloop (cprrp0511m000) Deze sessie kunt u gebruiken om het gesimuleerde voorraadverloop weer te geven van de geplande artikelen die het gevolg zijn van een geplande order. Afhankelijk van de ordersoort wordt per geplande order het volgende geplande voorraadverloop weergegeven: Geplande productieorder Het geplande voorraadverloop van alle voorgecalculeerde materialen wordt per gepland artikel weergegeven. De eerste regel die wordt weergegeven, toon de geplande ontvangst van het oorspronkelijk bestelde artikel. Geplande inkooporder Een geplande ontvangst van het bestelde artikel wordt weergegeven. Geplande distributieorder Als de order binnen hetzelfde bedrijf wordt gedistribueerd, worden van het bestelde artikel een geplande ontvangst en een geplande afgifte weergegeven. Als de order wordt gedistribueerd tussen verschillende bedrijven, wordt binnen uw bedrijf een geplande ontvangst van het bestelde artikel weergegeven. (Een geplande afgifte van het artikel wordt weergegeven binnen het toeleveringsbedrijf)
NB - De gegevens in de sessie Geplande order - voorraadverloop (cprrp0511m000) worden bijgewerkt via een RRP-run. Deze wordt uitgevoerd met de sessie Orderplanning genereren (cprrp1210m000).
- De sessie Geplande order - voorraadverloop (cprrp0511m000) toont alleen het voorraadverloop van artikelen die zijn geconfigureerd met planningsgegevens uit de sessie Artikelen - planning (cprpd1100m000).
Als u deze sessie hebt gestart door te zoomen, kunt u alleen records zoeken en selecteren. Simulatie De aanduiding voor een totale planningsoplossing. Elke simulatie vertegenwoordigt een totale planningsoplossing met bepaalde instellingen voor de planning van artikelen en resources. Met behulp van simulaties kunt u verschillende planning-opties analyseren en met elkaar vergelijken om zo tot de beste planningsoplossing te kunnen komen. U kunt bijvoorbeeld verschillende vraagprognosen of sourcingstrategieën invoeren. Een van de simulaties is de actuele simulatie die correspondeert met de actuele planningssituatie. U kunt alleen geplande orders en productieplannen van de actuele simulatie naar het uitvoeringsniveau van LN overzetten. Ontvangend bedrijf Het bedrijf aan de ontvangende kant van de supply chain. NB Het ontvangende bedrijf is alleen van toepassing indien de ordersoort Geplande distributieorder is. . Regel Het nummer waarmee de positie van de orderregel op de geplande order wordt geïdentificeerd. Positie Het nummer van de verschillende mutaties die het gevolg zijn van de geplande order. Mutatiesoort Dit veld geeft aan of de mutatie betrekking heeft op een ontvangst of een afgifte. Bewerking De geplande bewerking waaraan de voorraadmutatie gerelateerd is. Datum De datum waarop het voorraadverloop van het artikel plaatsvindt. Planartikel Een artikel met het bestelsysteem Gepland. In Enterprise Planning wordt de productie, distributie of inkoop van deze artikelen gepland op basis van de geprognosticeerde of werkelijke vraag. U kunt deze artikelen plannen via een: - Hoofdplangestuurde planning (vergelijkbaar met een hoofdproductieplanning).
- Ordergestuurde planning (vergelijkbaar met een materiaalbehoefteplanning).
- Combinatie van een hoofdplan- en ordergestuurde planning.
Planartikelen zijn: - Een artikel dat daadwerkelijk is geproduceerd of ingekocht.
- Een productfamilie.
- Een basismodel, d.w.z. een gedefinieerde productvariant van een generiek artikel.
Een groep gelijksoortige planartikelen (of families) die een productfamilie wordt genoemd. De artikelen worden geaggregeerd om een algemener plan op te stellen dan het plan voor de afzonderlijke artikelen. Een code die door het clustersegment van de artikelcode wordt weergegeven, geeft aan dat het planartikel een geclusterd artikel is dat wordt gebruikt voor de distributieplanning. Hoeveelheid De hoeveelheid van de geplande artikelen die deel uitmaakt van de geplande ontvangst of afgifte. Specificatie Indien dit selectievakje is ingeschakeld, is een specificatie aanwezig. Om de specificatie op te vragen, klikt u in het menu Beeld, Referentie en/of Acties op Specificatie. . Project De projectcode die wordt gebruikt om het project te peggen. Structuurdeel De structuurdeelcode die gebruikt wordt om het project te peggen. Activiteit De activiteitscode die gebruikt wordt om het project te peggen. Herkomst projectpeg De herkomst van de projectpeg voor de geplande order. Verborgen velden Nettohoeveelheid (niet afgerond) De hoeveelheid van een component of materiaal die theoretisch nodig is om een bepaalde hoeveelheid van een product te maken. Dit is de nettohoeveelheid, omdat er wellicht meer hoeveelheid nodig is om het verlies aan materiaal of product te compenseren. Voorgecalculeerde hoeveelheid (niet afgerond) De voorgecalculeerde hoeveelheid van benodigd materiaal op basis van de nettohoeveelheden die zijn opgegeven in de stuklijst, rekening houdend met de verhoging van materiaal als compensatie voor verlies als gevolg van afval en opbrengst. Effectivity-unit Een referentienummer, bijvoorbeeld op een verkooporderregel of een projectleverregel, dat wordt gebruikt om verschillen voor een unit-effective artikel te modelleren. Relatie LN gebruikt dit kenmerk om de vraag en de leveringen op elkaar af te stemmen. Type business-object De soort order waarvoor de voorraad gereserveerd was of waarvoor het leveringsobject hard-pegged was, zoals Verkooporder of Serviceorder. NB De volgende velden worden altijd in combinatie gebruikt en geven samen de relevante order of orderregel aan: - Type business-object
- Business-object
- Business-object referentie
Business-object LN gebruikt dit kenmerk om de vraag en de leveringen op elkaar af te stemmen. NB De volgende velden worden altijd in combinatie gebruikt en geven samen de relevante order of orderregel aan: - Type business-object
- Business-object
- Business-object referentie
Business-object referentie De levering waarmee aan deze vraag wordt voldaan, moet gereserveerd of aan vraag gepegd zijn voor de ordersoort die op dit veld wordt weergegeven. LN gebruikt dit kenmerk om een geschikte levering voor deze vraag te vinden. NB De volgende velden worden altijd in combinatie gebruikt en geven samen de relevante order of orderregel aan: - Type Business-object
- Business-object
- Referentie business-object
Referentie LN gebruikt dit kenmerk om de vraag en de leveringen op elkaar af te stemmen. LN kan dit veld op twee manieren gebruiken: - Als het veld Relatie is ingevuld, wordt in LN het veld Referentie gebruikt om een referentiecode vast te leggen die door een klant is gedefinieerd.
- Als het veld Relatie leeg is, wordt in LN het veld Referentie gebruikt om een interne referentiecode vast te leggen.
Aan de hand van een referentiecode kunt u een verzameling componenten die bij elkaar horen aan elkaar koppelen, zelfs als ze niet allemaal dezelfde route volgen, wat bijvoorbeeld het geval is als sommige componenten worden getransporteerd naar een toeleverancier en later worden geretourneerd. Niet-gereserveerde voorraad gebruiken Indien dit selectievakje is ingeschakeld, kan Enterprise Planning niet-gereserveerde voorraad gebruiken om aan de vraag te voldoen. Enterprise Planning gebruikt eerst gereserveerde voorraad. Als de gereserveerde voorraad niet toereikend is, gebruikt Enterprise Planning ook niet-gereserveerde voorraad. Indien dit selectievakje is uitgeschakeld, kan Enterprise Planning alleen gereserveerde voorraad gebruiken om aan de vraag te voldoen. Stuklijst Hoofdartikel Het planartikel dat op basis van de geplande order wordt geproduceerd. Positie De positie van het materiaal in de voorgecalculeerde materialen. Hoogste positienummer De componenten worden gesorteerd aan de hand van de positienummers uit de stuklijst van het hoofdartikel. Subartikel Het planartikel dat als component wordt gebruikt voor de geplande order. Stuklijstniveau Bij de productie van een artikel worden componenten geassembleerd tot halffabrikaten, die op hun beurt worden geassembleerd tot eindproducten. De componenten die in elk stadium worden samengevoegd, worden op een stuklijst gespecificeerd. Elk stadium vormt een niveau op de stuklijst. De lijst van wielcomponenten vormt één stuklijstniveau. De lijst van halffabricaten van de fiets vormt het hoogste niveau en wordt vaak niveau nul genoemd. Voorbeeld Een fiets bestaat uit een frame en twee wielen. Het frame zelf bestaat uit drie buizen. Elk wiel is opgebouwd uit een velg, een naaf en 35 spaken. Default magazijn Het magazijn waarin het materiaal doorgaans ligt opgeslagen. Partijselectie De specifieke condities die kunnen worden vastgesteld voor partijartikelen op orderregels. Deze condities zijn: Willekeurige Op de te ontvangen of verzenden goederen zijn geen specifieke partijcondities van toepassing. U kunt meerdere partijen gebruiken. Zelfde U kunt elke partij selecteren voor ontvangst of verzending, maar de totale ontvangst of verzending moet van dezelfde partij zijn. Specifieke U kunt slechts één specifieke partij ontvangen of verzenden.
Op orderdocument afdrukken Geleverd door subcontractor Als u een of meer bewerkingen of het hele productieproces voor een artikel uitbesteedt, kunt u aangeven of het materiaal voor het uitbestede artikel naar de toeleverancier moet worden verzonden. Indien dit selectievakje is ingeschakeld, wordt het materiaal niet naar de toeleverancier verzonden. Het materiaal wordt geleverd door de toeleverancier. Indien dit selectievakje is uitgeschakeld, en het materiaal is gekoppeld aan een uitbestede bewerking, wordt het materiaal naar de toeleverancier verzonden. Hoeveelheid materiaal Aantal eenheden De benodigde hoeveelheid van het materiaal, uitgedrukt in het aantal eenheden van de aangegeven lengte en breedte. Nettohoeveelheid (niet afgerond) De hoeveelheid van een component of materiaal die theoretisch nodig is om een bepaalde hoeveelheid van een product te maken. Dit is de nettohoeveelheid, omdat er wellicht meer hoeveelheid nodig is om het verlies aan materiaal of product te compenseren. Afvalpercentage Het afvalpercentage waarmee de nettohoeveelheid moet worden verhoogd om materiaalverliezen te compenseren. Hoeveelheid afval De hoeveelheid afval waarmee de nettohoeveelheid moet worden verhoogd om materiaalverliezen te compenseren. Voorgecalculeerde hoeveelheid (niet afgerond) De voorgecalculeerde hoeveelheid van benodigd materiaal op basis van de nettohoeveelheden die zijn opgegeven in de stuklijst, rekening houdend met de verhoging van materiaal als compensatie voor verlies als gevolg van afval en opbrengst. Hoeveelheid De nettohoeveelheid van de component (exclusief het percentage afval) die nodig is voor de productie van het maakartikel. Percentage benodigd Het percentage grondstof dat beschikbaar moet zijn om met de bewerking te kunnen beginnen. Diversen Uitbesteding (subcontractor) Eigendom De eigenaar van de materialen en halffabrikaten die deel uitmaken van de voorraad. Is door klant verstrekt materiaal Indien dit selectievakje is ingeschakeld, verstrekt de klant de materialen die worden gebruikt voor de productie van een specifiek eindproduct. Bevat door klanten verstrekte materialen | |