De bevestigde prognose bepalenIn dit onderwerp wordt beschreven hoe u het algoritme instelt waarmee wordt bepaald welk deel van de totale prognose als bevestigde prognose en welk deel als niet-bevestigde prognose wordt aangemerkt. Het algemene concept wordt beschreven in het onderwerp Bevestigde prognose en niet-bevestigde prognose. Twee beschikbare methoden Als u de klant bent die prognoses naar een VMI-leverancier verzendt, kunt u twee methoden gebruiken om onderscheid te maken tussen bevestigde prognoses en niet-bevestigde prognoses:
In de volgende secties vindt u meer informatie over deze methoden. Bevestigde prognose op basis van ordersoort Als het onderscheid tussen bevestigde en niet-bevestigde prognoses is gebaseerd op de ordersoort, moet de klant bepalen welk deel van de prognose als bevestigde prognose wordt aangemerkt. De klant kan opgeven welke ordersoorten als bevestigde prognose moeten worden aangemerkt in de sessie Harde vraag definiëren (cpvmi0101m000). De onafhankelijke vraag en de afhankelijke vraag die afkomstig zijn van deze ordersoorten, worden als bevestigde prognose aangemerkt. Zie de help van het veld Bevestigde prognose baseren op voor een voorbeeld van de prognoseberekening. Vervolgens kan de klant deze gegevens naar de leverancier verzenden als aanvullende informatie in de berichten waarmee de klant de prognose aan de leverancier doorgeeft. NB
Bevestigde prognose op basis van eerste perioden Als u de definitie van bevestigde prognoses baseert op het onderscheid tussen de vraag voor de korte termijn en de vraag voor de lange termijn, gebruikt u een van de volgende methoden:
NB In de overeenkomst voor voorwaarden en condities kan ook worden opgegeven dat alle prognoses als bevestigde prognoses moeten worden aangemerkt.
| |||